De magere jaren na de economische crisis hebben een gat geslagen in vermogens van huishoudens. Dit terwijl buffers door versobering van sociale zekerheid en flexibilisering van de arbeidsmarkt steeds belangrijker worden. Bij huishoudens in Flevoland is de teruggang met de huizenprijsdaling het hardst aangekomen. Het verschil met Zeeland, de provincie met de rijkste huishoudens, is hierdoor vier keer zo groot geworden. Nu de economie weer bestendiger groeit, nemen de particuliere vermogens ook weer toe. Met de stijgende huizenprijzen veren Noord-Hollanders en Utrechters het sterkst op.
Huishoudvermogens in jaren na de economische crisis meer dan gehalveerd
Als gevolg van gedaalde huizenprijzen en de toename van de werkloosheid is het doorsnee vermogen van Nederlands huishoudens tussen 2008 en 2014 meer dan gehalveerd van € 47.000 tot € 19.000. Ook de hoeveelheid spaargeld en beleggingen liep in deze periode terug. Hierop zijn huishoudens in zes jaar tijd een derde ingeteerd. Het totale vermogen van Nederlandse huishoudens bedroeg in 2014 nog € 1.120 mld.
Zeeuwen het meest vermogend, Flevolanders het minst
Zeeuwen, Brabanders en Drentenaren zijn na de teruggang nog steeds het meest vermogend en dit geldt ook los van de eigen woning. Groningers, Zuid-Hollanders en Flevolanders eindigen onderaan. De verschillen zijn in de magere jaren toegenomen. Vooral huishoudens in Flevoland hebben een verzwakte financiële positie. De jongste provincie van Nederland telt het grootste aantal negatieve vermogens en naar schatting de helft van de huishoudens voldoet niet aan de minimale NIBUD-buffer van € 3.300.
Regio-econoom Rico Luman: ‘Landelijk is het verschil in vermogens tussen Zeeland en Flevoland het grootst. Hieruit blijkt dat ouderen veel vermogender zijn dan jongeren en mensen van middelbare leeftijd’
Noord-Hollanders en Utrechters profiteren van herstel, maar top drie blijft gelijk
Als gevolg van de terugkerende economische groei heeft de vermogenspositie van huishoudens in 2014 een keerpunt bereikt, maar breed herstel is er nog niet. Met een huizenprijsstijging van respectievelijk 14% en 10% is de vooruitgang voor huishoudens in de provincies Noord-Holland en Utrecht het sterkst. Huiseigenaren in deze provincies hebben hun vermogens hierdoor met € 34.000 en € 25.000 zien toenemen, bij een gemiddelde van € 17.000. Noord-Holland en Utrecht lopen hierdoor met huishoudvermogens iets in, maar door de grote voorsprong is de top drie van Zeeland, Noord-Brabant en Drenthe naar verwachting nog onveranderd. Huiseigenaren in de steden Amsterdam en Utrecht gaan sterker vooruit. Hier is het vermogensverlies door lagere huizenprijzen al meer dan goedgemaakt.
Crisis bestaat niet. Het woord wordt gebruikt om geld van de armen naar de rijken te sluizen. En hoe ver de armen ook in de penarie zakken, they don’t care…
Doordat ik als arbeidsongeschikte, als tiener, 14 jaar extra heb moet wachten op een werkplek met voldoende salaris zag ik al vroeg in dat ik uitkeringsgeld beter (deels) opzij kon zetten. Eerst gebeurde dat nog op een groene spaarrekening maar al gauw werden dit (deels groene) beleggingen. Nu zit ik al 10 jaar op een te groot eigen vermogen voor het krijgen van huurtoeslag.
Ik zou wel eens een onderzoek willen zien, hoeveel huishoudens nu echt een spaarpotje van €3500,- hebben voor onvoorziene uitgaven. Ik denk één op de drie huishoudens dat niet hebben. Zelf hoorde ik 20 jaar geleden tot die groep. Na het faillisemant van mijn eerste werkgever, had ik nog de mogelijkheid om op mijn ouders terug te kunnen vallen. Voor het bedrijf failliet ging kregen we al 2 maanden geen loon, terwijl de uitgaven wel doorgingen. Ontslag nemen was onverstandig, want je raakte alles kwijt, opgebouwde snipperdagen, vakantiegeld, en achterstallig loon. Diverse abonnementen konden opgezegd worden. Zelfs de loterijen waar ik alleen maar ijsjes, stroopwafels en taarten bij de winkels mochten gaan halen. Het is allemaal wel lekker, maar ik betaalde per jaar bijna €500 loterijgeld. Dat ‘bespaarde’ loterijgeld gebruik ik nu om mijn hypotheek af te lossen. Dus elke maand heb ik nu een prijs van mijn eigen loterij.
Het bedrag van €3500 per huishouden voor onvoorziene uitgaven komt niet van mij maar van NIBUD (Nederlands institituut voor Budget voorlichting).
Toen ik bij een vierde werkgever ook berichten hoorde wan een mogelijke failissement, kon ik rustig doorwerken
alsof er niets aan de hand was. Maar de sfeer onder mijn toenmalige collega’s was toen wel te voelen. Ook deze collega’s gaf ik het advies van NIBUD mee. Op dat moment hadden ze daar niets aan, maar toch wel voor de toekomst. Jaren later kreeg ik een kaartje van mijn oud-collega, dat hij het NIBUD nu ook ter harte neem. Scheelt enorm aan stress. Ook zijn zus had geen buffer en raakte haar baan kwijt. Hij kon met gemak zijn zus bijstaan en ook hij gaf zijn zus ook het NIBUD advies.