Hoe kunnen we datacenter apparatuur hergebruiken of liever: uiteindelijk circulair krijgen? Afgelopen dinsdag kwamen datacenter spelers bij elkaar om onder aanvoering van de ‘Amsterdam Economic Board’ te komen tot een actieplan. Amsterdam is internationaal een van de grootste datacenter hubs in de wereld, met een belangrijk aandeel in onze economie. Het bleek een worsteling met ieder zijn eigen businesscase.
Datacenters volgen de wet van Moore
De datacenterwereld wordt nou niet bepaald (terecht of onterecht) gezien als een toonbeeld van duurzaamheid. Hoewel er veel effort is gestoken in energiezuinigere serverapparatuur en betere koeling, gebruik van hernieuwbare energie en warmtepompen, neemt ons dataverbruik nog steeds fors toe. Dat volgt de wet van Moore, die stelt ‘dat het aantal transistors in een geïntegreerde schakeling door de technologische vooruitgang elke twee jaar verdubbelt’. Het is een wereld van apparatuur met service contracten en met geplande economische afschrijvingen, waardoor de apparatuur vaak al weer na 3 tot 4 jaar vervangen wordt. Nog steeds goed werkend, maar ja, wat wil je als het businessmodel van datacenters bestaat uit het bieden van zoveel mogelijk computing power per m2 (onder zwaar beveiligde omstandigheden en goede condities!), en dat in die 3 jaar die computing power al weer minstens is verdubbeld en energiezuiniger is geworden, terwijl het energieverbruik een grote kostenpost blijft.
Wat cijfers: in Nederland gaat het om 4,3 miljoen geïnstalleerde servers, waarvan er jaarlijks circa 500.000 afgedankt worden, geschat zo’n 7450 ton materiaal. Een groot deel wordt in Nederland hergebruikt en uiteindelijk ook gerecycled, maar ca 50% van de stromen gaat naar het buitenland (alles wat nog werkt, wordt hergebruikt) en verdwijnt daarna via grijze stromen vaak naar landen waar het onder erbarmelijke omstandigheden wordt ‘gerecycled’. Dat was de aanleiding voor de Amsterdam Economic Board om een discussie te starten met de spelers: zowel producenten, servicepartijen, datacenter beheerders, eindgebruikers, handelaren en recyclers.
Meer samenwerking nodig, met een gezamenlijke businesscase
Veel spelers op die markt zijn geneigd zich te richten op hun eigen businesscase en van daaruit hun handelingsperspectief te definiëren. Het is echter dé uitdaging van een Circulaire Economie (CE): meer samenwerking in de keten en nieuwe businessmodellen waarbij optimalisatie centraal staat, in plaats van maximalisatie van alleen de eigen businesscase. Ik heb geleerd in de CE te kijken naar welke business-drivers bepalend zijn. Als we de keten blijven opknippen, blijven er drivers bestaan die perverse prikkels opleveren, hoe goed de bedoelingen ook kunnen zijn. De CE vraagt bijvoorbeeld om meer uitwisseling van gegevens over serienummers of registraties van componenten. Maar ook de vraag of we het data verbruik, en daarmee de servercapaciteit, niet een beetje moeten indammen.
Duurzame crypto-currency’s komen op
Sinds afgelopen jaar is er met betrekking tot dataverbruik een thema bijgekomen: het verhoogde energiegebruik dat samenhangt met het ‘minen’ van bitcoins en/of andere crypto-currency’s. Daarmee ontstaat ook breder een discussie welke ‘server-footprint’ je dataverbruik met zich meebrengt. Terwijl die crypto-currency’s zelf juist ook een sleutelrol kunnen spelen in de Circulaire Economie.
De in België opgezette stichting Three Fold Foundation (TFF; www.threefoldtoken.com ) richt zich op een nieuw decentraal internationaal netwerk van servercapaciteit, die deels bij particulieren, deels bij bedrijven wordt geoperationaliseerd voor ‘nieuw internet’. Dus niet centraal, gepaard aan veel data-verkeer, maar juist decentraal met meer lokaal verkeer. Daarmee worden data opstoppingen voorkomen. Edge computing heet dat, waar data aan de ‘rand’ van het netwerk verwerkt worden, vlak bij de bron waar de data vandaan komen. Een ontwikkeling die zich voorbereidt op het Internet of Things. De benodigde datacapaciteit wordt binnen de Three Fold Foundation gemanaged via een blockchain technologie, waarmee de inzet, optimalisatie en beveiliging gerealiseerd worden.
Als particulier eindgebruiker kun je ook ‘je steentje bijdragen’ en een server of knooppunt in het netwerk (laten) plaatsen en hosten (in het model ‘farmer’ genoemd). Omdat er al een blockchain model is voor de aansturing, wordt er ook een crypto-currency geïntroduceerd: als farmer krijg je tokens, die ook ingezet kunnen worden om benodigde capaciteit af te nemen. De token is daarmee teruggebracht tot waar geld voor is bedoeld: ruilmiddel. Daarmee wordt de gebruiker meer betrokken in het totale businessmodel en worden meerdere waarden uitgewisseld dan alleen tokens.
Crypto-currency’s creëren een circulaire driver
Wat mij in het model erg aanspreekt, is dat de infrastructuur zelf als back-up/onderpand dient van het valutasysteem. En daarmee heb je in zichzelf een circulaire driver geïntroduceerd: immers met langere en optimale inzet van apparatuur (lees: circulaire apparatuur) blijft valuta-waarde langer behouden. Dáármee creëer je een verandering in de hele keten, en samenwerking tussen alle spelers. Op dit moment wordt gewerkt aan een model waarbij refurbished apparatuur in dit netwerk een tweede leven krijgt, waarmee op een gecontroleerde manier registraties verzorgd kunnen worden, hergebruik en ook uiteindelijk de afvoer geregeld kan worden. Ook andere vergelijkbare nieuwe currency’s trachten een duurzamer valutasysteem te realiseren, waarmee de Circulaire Economie gediend is. Bijvoorbeeld United Economy (www.unitedeconomy.nl) doet dit door ‘groen geld’ te gebruiken binnen een keten van circulaire duurzame dienstverleners, om daarmee die keten te versterken.
Maar met al die verschillende nieuwe valutasystemen (duurzaam en niet duurzaam) naast elkaar, blijft dat werkbaar? Kan dit niet ook met de euro gerealiseerd worden? Natuurlijk wel, maar speculaties spelen in dat geldsysteem een rol. Ik denk dat de datacenterwereld serieus moet gaan overwegen crypto-currency’s in te zetten om de benodigde samenwerking te gaan realiseren ten behoeve van haar eigen circulaire economie. Ze spelen notabene een rol in het faciliteren van zo’n model! Je moet wel af willen stappen van een centrale, aanbodgerichte sturing, en meer open staan voor decentrale vraaggerichte sturing. Maar ligt daar niet ook de toekomst?!
Jan-Paul Kimmel is ondernemer en adviseur in duurzame business ontwikkeling en circulaire economie. Vanuit zijn bedrijf Rainbow Connection richt hij zich op het begeleiden én zelf mee ontwikkelen van circulaire business in tal van sectoren, waaronder de ICT en automotive industrie. Jan-Paul is co-auteur van de bestseller ‘Nieuwe Business Modellen; Samen Werken aan Waardecreatie’.
Lees ook: Gaat de blockchain ook voor sociale innovatie zorgen?