Tijdens Prinsjesdag van 2022 gaat het vooral over koopkracht. Maar dat begrip zegt minder dan ooit iets over hoeveel we kunnen besteden en wat we daarvoor krijgen.
Wat is er nieuw? De economie wordt door meer dan één crisis tegelijk geraakt. Daar bovenop wordt de energiemarkt gemanipuleerd als een wapen in de oorlog. Dat hebben we nog niet eerder meegemaakt.
Waarom is dat belangrijk? De opeenstapeling van nieuwe problemen jaagt de kosten van huishoudens en bedrijven omhoog. Burgers en ondernemers kunnen hun rekeningen te vaak niet meer betalen.
- De combinatie van crises heeft zich nooit eerder voorgedaan.
- Vooral eerste levensbehoeften als voeding en energie worden schrikbarend duurder.
- Toch blijft de overheid achterhaalde rekenmethodes zoals koopkracht gebruiken om voorspellingen te doen.
Wat er gezegd wordt: “Terwijl de overheid bezig is met de statische koopkracht, gaat het bij individuen vooral om de dynamische.” [ door econoom Jasper Lukkezen ]
Onder aan de streep: er wordt beleid gemaakt op basis van cijfers die niet (meer) kloppen.
Het hele verhaal
De berekening van koopkracht gaat ervan uit dat er in de situatie van een huishouden een jaar lang niets verandert. Daarom heet het ook wel statische koopkracht.
Beleidsmakers gebruiken dat cijfer voor hun berekeningen. Die laten zien wat er met deze huishoudens gebeurt als er niks verandert. Tenminste, dat zouden ze moeten laten zien.
Maar de situatie van huishoudens verandert voortdurend. Laat je die veranderingen meewegen – zoals verandering van baan, studie, relatie, woonsituatie – dan spreken we over dynamische koopkracht. Die kan pas achteraf berekend worden, als de veranderingen bekend zijn en kunnen worden meegerekend.
“Dynamische koopkracht heeft tien keer zoveel invloed op mensen als de statische”, zei econoom Jasper Lukkezen tegen de NOS. “Terwijl de overheid bezig is met de statische koopkracht, gaat het bij individuen vooral om de dynamische.”
Min 48 procent
De huidige problemen hebben grote gevolgen voor gezinnen. Vooral als je kijkt naar de effecten op het besteedbaar inkomen. Dat is het deel van het inkomen dat overblijft na het betalen van de vaste lasten, zoals huur of hypotheek, verzekeringen en energie.
Door de explosie in energietarieven nemen die vaste lasten sterk toe en blijft er dus (veel) minder besteedbaar inkomen over. En van dat deel moeten dan nog inkopen voor levensonderhoud worden gedaan, waarvan de prijzen ook sterk stijgen door de inflatie.
De Zweedse bank SEB berekende dat effect, wat veel dichter bij de werkelijkheid komt.
“Door de hogere prijzen voor elektriciteit, voedsel en brandstof en de stijgende rente kan een gemiddeld gezin met kinderen dat in een gezinswoning woont, verwachten dat hun huishoudelijke uitgaven in 2022 met 48 procent zullen stijgen ten opzichte van 2021. Voor een gepensioneerd echtpaar is dat 36 procent.” [ SEB bank ]
De bank ging in haar berekeningen uit van het hele inkomensplaatje en berekende hoe dat verandert onder invloed van de veranderende kosten voor levensonderhoud.
Kortom, maatregelen die worden genomen op basis van cijfers die niet op de werkelijkheid zijn gebaseerd, kunnen nooit de problemen oplossen. Mogelijk maken ze de problemen alleen maar groter.