De grote industrielanden oefenen een aanzienlijke druk uit op de mondiale milieugebruiksruimte. Het consumptiepatroon van zowel de ondernemingen als van de consumenten kunnen we allesbehalve duurzaam noemen. Toch neemt ook de Nederlandse overheid maatregelen om onze samenleving duurzamer te maken. Om diezelfde reden werden er de laatste jaren steeds meer groene belastingen ingevoerd.
Zo zijn er bijvoorbeeld de energiebelasting die ons moet aanmoedigen om minder energie te gebruiken, de mineralenheffingen en de accijnzen op benzine en minerale oliën. Met een groen aandeel van ruim 12,5% in de totale belastingmix doet Nederland het helemaal niet slecht. Maar hebben deze groene belastingen en heffingen ook effect en maken ze onze samenleving echt ‘groener’? De meningen zijn verdeeld.
Positieve signalen
Het effect van de milieubelasting op de duurzaamheid van onze samenleving meten, is niet eenvoudig. We kunnen echter wel de evolutie van de lopende prijzen van de milieubelastingen vergelijken met andere datagegevens. Merken we bijvoorbeeld dat de lopende prijzen van de milieubelastingen in de periode 2001-2016 met 43.7% zijn gestegen, dan noteren we dat de uitstoot van koolstofdioxide met slechts 5.6% afnam. Hetzelfde zien we bijvoorbeeld ook bij de uitstoot van methaan (afname van 22.8%). De toename van de groene belastingen is duidelijk niet evenredig met de afgenomen broeikasgasuitstoot. Voor sommige broeikasgassen zoals lachgas en fluorhoudende gassen noteren we echter wel een substantiële daling, maar dat heeft meer te maken met de inspanningen en verbodsbepalingen die wereldwijd in voege traden sinds de ontdekking van het gat in de ozonlaag.
Op basis van deze cijfers kunnen we twee conclusies trekken: enerzijds boeken we wel degelijk vooruitgang en dringen we de uitstoot van broeikasgassen terug, anderzijds merken we dat een verhoging van de groene belastingen niet in verhouding staat met de afname van de uitstoot zelf. Dat laatste kent dan weer uiteenlopende oorzaken.
Problematiek van indirecte belastingen
In een recent onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving concludeerden de onderzoekers dat de verhouding tussen groene opbrengst (heffingen op milieubelastende activiteiten) en het groen resultaat (terugdringen van de milieuschade) te klein is. Voorgaande cijfers tonen dat dan ook aan.
Volgens hen zou de Nederlandse overheid de milieuschade niet direct genoeg belasten. Het gaat immers voornamelijk op heffingen op brandstof- en elektriciteitsconsumptie. Bij deze indirecte groene belastingen werd bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de werkelijke uitstoot van broeikasgassen: er wordt geen onderscheid gemaakt tussen energie die afkomstig is van milieuvervuilende kolengestookte energiecentrales en de ‘groenere’ gasgestookte energiecentrales. De belasting laat ons ‘minder verbruiken’ maar niet ‘groener verbruiken’. Zij pleiten er dan ook voor om de energiebelasting te verschuiven naar de bron: het opwekkingsmoment. Enerzijds zouden de belastinginkomsten op korte termijn stabieler moeten zijn en anderzijds zou men op lange termijn ook bij de bron werk maken van energievriendelijkere opwekkingsmethoden.
Vormen belastingen überhaupt de oplossing?
In economische kringen reageren sommigen kritisch op deze vraag. Volgens hen zouden ook directe belastingen niet het beoogde effect hebben. Zij twijfelen immers aan het verband tussen belastinghervormingen en economische variabelen. Zo zou de lange fiscale geschiedenis aantonen dat aandelenrendementen geen uitgesproken belastingeffect vertonen. Beleggers laten zich met andere woorden niet afschrikken door belastingverhogingen en de economie draait gewoon verder. Belastingen zijn dan ook slechts één economische indicator die de globale groei niet individueel aansturen. Diezelfde lijn zouden we ook door kunnen trekken naar de groene belastingen: groene belastingen vormen slechts één economische indicator die in hun eentje de duurzaamheid niet of onvoldoende zullen aansturen.
Wat werkt dan wel?
Een duurzaam beleid kunnen we niet enkel en alleen aansturen op basis van groene belastingen. Wel kunnen we de efficiëntie van die belastingen verhogen door ze steeds directer te heffen. Toch zullen we op lange termijn ook andere middelen moeten aangrijpen. We denken bijvoorbeeld aan concrete verbodsbepalingen, duurzaamheidstoetsen, bewustwordingscampagnes, sectorale doelstellingen en duurzaamheidsonderwijs. De groene belasting vormt in dit verhaal slechts één puzzelstukje en moet gecombineerd worden met een groot aantal andere factoren.
Of de klimaatwet dan maar een tweede grondwet moet worden zoals het Springtij Forum stelt? Zo ver zouden we het nu niet durven doortrekken. Toch staat vast dat we de milieu-inspanningen in steeds meer wettelijke domeinen moeten integreren. De groene belasting werkt immers onvoldoende en in de tussentijd sputtert de motor gewoon verder.