In mijn vorige column schreef ik dat het voorrang verlenen aan “laaghangend fruit” voor het oplossen van het klimaatprobleem niet zo verstandig is als het lijkt. Ik wil dit nader toelichten aan de hand van drie sectoren die voorlopig nog, om in de taal van Rutte te spreken, te ”ïngewikkeld” zijn.
Drie lastige sectoren
Het vliegverkeer, de scheepvaart en de veeteelt zijn sectoren die moeilijk op afzienbare termijn te verduurzamen zijn. De meeste politici houden zich er dan ook niet mee bezig en denken dat het later wel een keer aan de orde komt. Dat het verduurzamen van de sector ingewikkeld is, betekent echter dat je de aanpak juist niet moet uitstellen, maar met grote voortvarendheid moet beginnen. Enerzijds door het tijdig ontwikkelen van nieuwe technologie en anderzijds met het vormen van een spaarpot zodat daar straks grote investeringen uit gedaan kunnen worden. Bij uitstel daarentegen zal het klimaat meedogenloos toeslaan en zullen deze sectoren kei-hard onderuit gaan. Eén en ander volgt uit een toekomstbeeld voor hun bijdrage aan de klimaatopwarming.
De wereldwijde luchtvaart verbruikte per 2019 circa 430 miljoen ton kerosine per jaar. De CO2 uitstoot die daarmee gepaard gaat bedraagt 1,3 miljard ton. Dat lijkt niet zo veel want het is maar 3,7 % van de totale globale uitstoot van 35 miljard ton. Maar pas op. Het broeikaseffect van deze uitstoot is vanwege waterdamp, NOx en aerosolen (radiative forcing) 1,5 tot 5 keer zo sterk als alleen door CO2. Bovendien wordt er een sterke groei van het vliegverkeer verwacht tot 2050 met een factor 2 à 3. (Carbonbrief.org/non CO2 emissions). Passen we deze factoren toe op de 1,3 miljard ton dan komen we omstreeks 2050 in de buurt van 6,5 miljard ton CO2 equivalenten.
De wereldwijde scheepvaart had in 2019 een uitstoot van 880 miljard ton CO2 , dus slechts 2,5 % van het huidige totaal. In dit geval betreft het zware stookolie voor de dieselmotoren en gaat de uitstoot van roet nadat een deel is neergeslagen op de witte sneeuwvlaktes van Groenland, Alaska, Siberië, Arctica en Antarctica gepaard met vermindering van het Albedo effect. Dat kan een versnelling geven van de opwarming. Ook voor deze sector wordt voor 2050 een sterke groei verwacht met een factor tussen 2,5 en 12. (Researchgate.nl Global forecast of shipping traffic). Bij groei met een factor 5 zou het dan omstreeks 2050 gaan om 4,4 miljard ton CO2.
De agrarische sector die zorgt voor vlees en zuivel draagt nu met 8,1 miljard ton CO2 equivalenten bij. Dit is voor de helft veroorzaakt door methaan en daarbij is voor het broeikasgas methaan een factor 34 gebruikt als omrekening naar CO2 equivalenten. Deze factor geldt voor een periode van 100 jaar, maar per 2050 , dus over 28 jaar zou er eigenlijk met een factor tussen 65 en 75 moeten worden gerekend. De emissie is daarom geen 8,1 maar 12,1 miljard CO2 eq. Voor 2050 wordt voor deze sector bovendien gerekend op een groei met een factor 1,5 zodat de emissie voor 2050 ruim 18 miljard ton CO2 equivalenten bedraagt.
Uitstel is des duivels oor kussen
Deze drie lastige sectoren gaan dan met elkaar zorgen voor een emissie van ruim 16 oplopend naar 29 miljard ton CO2 eq in 2050.
Nu mogen we er best vanuit gaan dat er in de komende 30 jaar flink wat laaghangend en middelhoog hangend fruit , verantwoordelijk voor de overige 29 miljard ton CO2, geplukt zal worden. Waarschijnlijk zullen er dan alleen nog elektrische auto’s rijden, zijn alle kolencentrales en een groot deel van de gascentrales gesloten en gebruiken we voor de verwarming en koeling van goed geïsoleerde gebouwen warmtepompen en aardwarmte. Het is niet erg reëel te verwachten dat alle cementfabrieken, kunstmest en staalfabrieken dan al op waterstof zijn overgeschakeld. In een zeer optimistisch scenario zouden we er daarom hoogstens vanuit mogen gaan dat de emissie van deze overige sectoren is teruggelopen van 29 miljard naar 10 miljard ton CO2 eq.
De combinatie van een daling bij het laaghangende fruit en een stijging bij de moeilijke sectoren heeft als resultaat dat de emissie tot 2050 vrijwel gelijk zal blijven of zelfs nog toeneemt. Een gemiddelde uitstoot van 37 miljard ton per jaar gedurende de komende 28 jaar tot 2050 geeft dan een totale hoeveelheid van ,schrik niet, 1036 miljard ton CO2 eq.
Het IPCC heeft in 2018 becijferd dat we bij een budget van 580 miljard ton CO2 nog maar 50% kans hebben om onder de gevaarlijke limiet van 1,5 graad opwarming te blijven. Daar gaan we zonder drastische veranderingen bij deze drie lastige sectoren dus over ruim 10 jaar overheen. En dan moeten er geen andere klimaatopwarming versterkende factoren zoals beschreven in de serie kantelpunten optreden. Als we in het gunstigste geval alleen de huidige snelheid van opwarming doortrekken komt er elke 20 jaar 0,5 graad bij. Omstreeks het jaar 2050 gaan we dus vrijwel zeker over de grens van 2 graden, waarbij de gevolgen voor de mens door de meeste wetenschappers als catastrofaal worden beschouwd.
Zijn er oplossingen?
Omdat 85 % van de vluchten over korte afstand zijn, zouden we die moeten vervangen door snelle treinverbindingen en zouden we door meer lokale productie een vermindering van internationaal goederenvervoer per vliegtuig moeten zien te bereiken. Daarnaast zijn er voor de resterende vluchten technologische ontwikkelingen naar alternatieve duurzame brandstoffen nodig.
De scheepvaart kan op termijn geheel met ammoniak als drager van waterstof in combinatie met brandstofcellen en elektromotoren varen. De daarvoor benodigde hoeveelheid groene energie zal vrijwel geheel uit zonnige woestijnen en onbewoonbare winderige gebieden moeten komen. Dat kan als alle oliemaatschappijen van de wereld zich daar vanaf nu niet een beetje maar met volle kracht en 100% van hun investeringsbudgetten voor inzetten. Dit zou vanwege werkgelegenheid in die gebieden trouwens ook een groot deel van het vluchtelingenprobleem oplossen
Het gebruik van rundvlees, schapen en geitenvlees en de zuivelproducten van die herkouwers zullen we volledig moeten stoppen. Vega-vleesvervangers, kunstvlees en eiwit uit insecten en vega-zuivelproducten zullen, of we het nu lekker vinden of niet, die markt volledig moeten vervangen. De vrijgekomen weilanden en sojavelden kunnen dan herbeplant worden met bomen. Niet om te dienen als brandhout maar als constructie materiaal ter vervanging van beton en ijzer.
De domste mens
Dat zijn slechts een paar lange termijn ontwikkelingen waar veel technische ontwikkeling voor nodig is en waar hoge investeringsbedragen mee gemoeid zullen zijn. Zelfs als we daar tijdig mee beginnen bestaat er grote kans dat deze sectoren hun groeiscenario’s kunnen vergeten en in plaats daarvan drastisch zullen moeten inkrimpen of plaats moeten maken voor duurzamer alternatieven
In de filosofie van Ben van Beurden, moeten we eerst nog heel veel vliegen, miljarden containers verschepen en biefstukken eten om daarmee het geld te verdienen voor deze transitie. Hij vergeet dan dat er omstreeks 2050 of al in 2040 zoveel klimaatschade zal zijn dat er geen geld voor de transitie meer over is.
De (olie)boerenwijsheid over het “laaghangend fruit eerst” is erg verleidelijk vooral voor liberale politici die de economische groei aanbidden. Mocht er een verkiezing van de domste mens komen, dan zal Ben van Beurden het moeten opnemen tegen vele andere kandidaten voor deze titel.
Han Blok