Het is al lang niet meer bijzonder om duurzaam te zijn. Dat merk je niet alleen in de supermarkt, maar ook in je beleggingsportefeuille. Die is alweer veel duurzamer dan een paar jaar geleden, zonder dat je er iets van hebt gemerkt.
Misschien denk je aan het kopen van een elektrische auto, kies je voor eerlijk geproduceerde chocola en weiger je een plastic rietje in je ijskoffie. Je bent niet de enige. Steeds meer consumenten houden bij hun aankopen rekening met duurzame criteria. Dat merken bedrijven. Daardoor is het voor hen steeds aantrekkelijker om duurzamer te produceren.
Je hebt er waarschijnlijk zelf al aan bijgedragen, want ruim 80 procent van de Nederlanders houdt bij hun aankopen rekening met mens, maatschappij en milieu, zo blijkt uit onderzoek. En duurzaam kopen wordt nog interessanter als dat ook financieel voordeel oplevert. Denk bijvoorbeeld aan refurbished smartphones, laptops of energiezuinige huishoudelijke apparaten.
Nu steeds meer consumenten ook duurzame argumenten een rol laten spelen bij hun aankopen, wordt verantwoord ondernemen ook commercieel interessant voor producenten. Het zorgt voor een verandering in koopgedrag met een effect op bedrijven. Zij maken er werk van om hun producten en diensten verder te verduurzamen. Kijk bijvoorbeeld naar het succes van de slaafvrije chocolade van Tony Chocolonely, of autofabrikanten die steeds meer elektrische modellen leveren.
Minder kwetsbaar
Verantwoord ondernemende bedrijven zijn ook voor beleggers interessant. Ze zijn minder gevoelig voor risico’s en het maakt de kans kleiner op overheidsboetes en reputatieschade. Het dieselschandaal is daar een goed voorbeeld van. De koersen van diverse Duitse autofabrikanten daalden in 2015 fors toen hun dieselauto’s veel minder schoon bleken te zijn dan de gemanipuleerde data liet zien.
Het werkt ook andersom: beleggers voeren de druk op bedrijven op om duurzamer te worden. Doen ze dat niet, dan dreigen ze hun beleggingen terug te trekken omdat de (klimaat) risico’s te groot worden. Dat zag je recent gebeuren bij Shell, dat onder druk van duurzame aandeelhouders haar beleid vergroende.
Meer dan milieu en klimaat
Steeds meer professionele beleggers laten zo naast financiële criteria ook duurzame criteria meewegen. Evi doet dat al sinds 2013. Op basis van onder andere de VN-normen (Global Compact) beoordelen we de bedrijven en fondsen waarin we beleggen op duurzaamheid.
En dat gaat verder dan alleen milieu en klimaat. We kijken ook naar hoe bedrijven omgaan met mensenrechten, arbeidsomstandigheden, corruptie en wapens. Bedrijven die bovengemiddeld scoren op duurzaamheid maken inmiddels 2/3e uit van de beleggingsportefeuilles van Evi. Met de overige bedrijven voert Evi gesprekken over het verbeteren van de duurzame prestaties. Dit noemen we verantwoord beleggen.
De lat ligt hoger
Nu zowel consumenten als beleggers duurzaamheid steeds zwaarder laten meewegen in hun keuzes loont het voor bedrijven om steeds duurzamer te opereren. De lat komt bovendien steeds hoger te liggen; bedrijven willen immers beter presteren dan de concurrentie, ook op het gebied van duurzaamheid.
Jouw geld kan daaraan meehelpen met duurzaam beleggen bij Evi. Want met elke euro die je in een duurzaam bedrijf belegt, duw je de lat net weer een stukje hoger. En eigenlijk is dat heel gewoon.