Wanneer het gaat over het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen wordt al snel gedacht aan windmolens en zonnepanelen die elektriciteit opwekken. Toch wordt het overgrote deel van onze energie gebruikt om warmte mee te produceren, niet stroom. Voor de opwek van warmte wordt voornamelijk aardgas, dat schaars en duur wordt, gebruikt.
Tuinbouwbedrijven weten daar alles van. Met haar 10.000 hectare aan kassenoppervlak investeert de sector al jaren in het terugdringen van energieverbruik, ook in het kader van verduurzaming. De totale emissie van broeikasgas moet in 2020 met 45 procent zijn afgenomen ten opzichte van 1990. Aardwarmte kan daar een belangrijke rol in spelen. Hiermee verminderen telers de uitstoot van CO2 en zijn ze minder afhankelijkheid van olie- en gasprijzen.
Gratis warmte komt er niet vanzelf
Aardwarmte is gratis onder onze voeten beschikbaar, we hoeven haar ‘alleen nog maar’ uit de bodem te halen. Hoe dieper je in de ondergrond boort, hoe warmer het wordt. Die warmte kun je winnen met het aanboren en oppompen van warm water in diepe lagen in de ondergrond. Eenmaal geïnstalleerd nemen de bovengrondse technische installaties een minimum aan ruimte in en zorgen zij niet voor overlast zoals bijvoorbeeld geluid, slagschaduw, weerspiegeling of ‘horizonvervuiling’. De installatie van een aardwarmteput is niet goedkoop en loopt op tot enkele miljoenen per locatie, maar de winst is aanzienlijk, vooral voor het klimaat.
Aardwarmte zet zoden aan de dijk
Voor heel Nederland is er ongeveer 100 PJ (PetaJoule) per jaar aan energie uit aardwarmte beschikbaar. Dat is evenveel als het jaarlijkse warmte- en warm water gebruik van 4.000.000 energiezuinige woningen. Als we alle winbare aardwarmte gaan gebruiken zal dat elk jaar 3 miljard kubieke meter aardgas besparen, en de uitstoot van tenminste 5 miljoen ton CO2 voorkomen. Dit is gelijk aan 2,5% van de landelijke CO2-uitstoot in 2015.
Al meerdere projecten actief
Er zijn inmiddels verschillende aardwarmteprojecten die warmte leveren. In Heerlen wordt warm water uit oude mijnschachten gebruikt om huizen en kantoren te verwarmen. Er zijn verschillende projecten in ontwikkeling in de glastuinbouw en in woningbouw. Ook oude gasputten kunnen worden omgebouwd tot warmteleveranciers. Hierbij wordt de uitgeputte gasbel gebruikt als ondergronds heetwater-reservoir.
In Bergschenhoek gaan 12 glastuinbouwers die samen 88 hectare aan kassen benutten aardwarmte als warmtebron inzetten. Voor het boren van de putten en de aanleg van het warmtenetwerk ontvangen zij financiering van de Bank Nederlandse Gemeenten en Fonds Regionaal Duurzaam 1 van Meewind. Voor Meewind is dit het vijfde gefinancierde geothermieproject in twee jaar maar in deze regio vol glastuinbouwbedrijven is dit het eerste aardwarmteproject. Nu maken de glastuinbouwers in Bergschenhoek nog gebruik van restwarmte voor de verwarming van de kassen, maar deze restwarmte is afkomstig van een met fossiele brandstof gestookte energiecentrale nabij Rotterdam.
Overstap naar duurzaam nodig
In het tuinbouwgebied in en rondom Bergschenhoek beheert AgroEnergy een warmtenetwerk voor glastuinbouwbedrijven. Edwin Valkenburg is ontwikkelaar warmteprojecten bij AgroEnergy: “Samen met het geothermieproject “Warmtebedrijf Bergschenhoek” maken we aardwarmte beschikbaar in de tuinbouwregio Oostland, tussen Rotterdam en Den Haag. Binnen deze samenwerking gaat Warmtebedrijf Bergschenhoek de rol van producent invullen.”
Meervoudige waarde
“Het is belangrijk om de duurzame slag te maken. We ontwikkelen een project waarmee warmtevraag op een directe, duurzame, toekomstvaste en financieel aantrekkelijke manier ingevuld kan worden. Het gaat om duurzame energie en het is een toekomstvaste investering. Daarnaast zien we dat aangesloten zijn op een duurzaam warmtenetwerk waardeverhogend werkt voor het bedrijf en het gebied”, aldus Edwin Valkenburg.
Soms ontstaat ook energetisch meerwaarde, door aardgas dat meekomt uit de boorputten. Deze zogenaamde ‘bijvangst’ kan worden ingezet als brandstof voor generatoren die stroom opwekken voor de pompen. De CO2 die bij de verbranding van dit gas vrijkomt kan weer worden teruggevoerd naar de kassen, waar het door de planten wordt opgenomen.
Duurzaam investeren
Voor ondernemers is aardwarmte een toekomst vaste en duurzame investering. Bij de financiering van een project brengen de projectontwikkelaars, doorgaans de glastuinbouwers zelf, eigen vermogen in waardoor banken bereid zijn om een lening te verstrekken. Omdat de initiële investering bij een aardwarmteproject relatief hoog is zijn de initiatiefnemers in veel gevallen niet in staat om de gehele, door de bank gevraagde, investering te doen. In veel gevallen zijn meerdere partijen zoals beleggingsfonds Meewind of Provinciale Energiefondsen bereid met een lening het eigen vermogen van het project aan te vullen tot het door de bank gevraagde bedrag.
“Via ons fonds Regionaal Duurzaam 1 investeren particuliere beleggers in duurzame energieprojecten, zoals warmte-koudeopslag, groengas, windparken en geothermie”, vertelt fondsmanager Johan Swager. “Op dit moment nemen wij deel in drie gerealiseerde of bijna gerealiseerde projecten: Californië, Vierpolders en Vogelaer. Daarnaast zijn we betrokken bij twee projecten die vanaf 2017 van de grond moeten komen. Dat zijn Wayland in Bergschenhoek en GeoPower Oudcamp in Maasland. Per project dragen we 1 tot 3 miljoen euro bij in de vorm van een achtergestelde lening. Voor onze investeerders gaan wij uit van een gemiddeld rendement van 4 tot 5% per jaar over alle duurzame energieprojecten.”
Lokale rol bij transitie naar gasloze gemeente
Aardwarmte of geothermie kan heel lokaal worden toegepast en draagt bij tot de diversificatie van de energievoorziening. Geothermie verhoogt ook de leveringszekerheid van de energietoevoer. Wanneer een installatie eenmaal is opgezet, zijn de energiekosten voor lange tijd stabiel en voorspelbaar en niet afhankelijk van wisselende weersomstandigheden. Dat maakt aardwarmte bijzonder interessant in de transitie naar een energievoorziening zonder aardgas, bij voorbeeld voor ondernemers, voor gemeenten en voor woningcorporaties.