
De moestuin is in opmars in Amsterdam. Niet als laatste modegril binnen de grachtengordel. Nee, het gebeurt in de naoorlogse wijken, eufemistisch de ‘tuinsteden’ genaamd. In de Amsterdamse tuinstad Nieuw-West beginnen bewoners een buurtmoestuin of nemen het initiatief tot stadlandbouw.
Openbare ruimte
Groen en eetbaar is de nieuwste trend. Je kunt geen krant of tijdschrift openslaan of er is sprake van de groene huisje-boompje-beestje-mode met daktuinen, verticale tuinen, buurttuinen of stadlandbouw. “Weg die grijze tegels; ruimbaan voor geuren en kleuren. Verbouw je eigen groente, fruit en kruiden”, luiden de koppen. Voortrekkers als ir. Fransje de Waard auteur van Tuinen van Overvloed, permacultuur als duurzame inspiratie voor de leefomgeving, waarvan binnenkort een nieuwe versie verschijnt, pleiten al jaren voor een eetbaar landschap. Tot voor kort liepen deze voortrekkers in hun idealistisch enthousiasme op tegen de gevestigde orde van ambtelijke regels en esthetische principes van architecten.
Stadsmens wil boeren
Het tij lijkt te keren, zo blijkt uit bijvoorbeeld het Inspiratierapport Buurttuinen* en de tentoonstelling over mogelijkheden van stedelijke landbouw in het architectuurcentrum Amsterdam (ARCAM). Beide kiezen voor het politiekcorrecte principe van de sociale cohesie bij deze nieuwe vorm van vergroening van de stad.
Maar er is volgens De Waard meer aan de hand dan die ambtelijke noemer ‘sociale cohesie’. De opkomst van stadsmoestuinen, daktuinen en stadlandbouw laat een groen maatschappelijke bewustzijn zien. “We willen weer voelen, zien en ruiken waar ons eten vandaan komt. De milieuproblematiek en het uniforme smaakdictaat van de massaproductie gaan ons steeds meer tegen staan. En we realiseren ons dat we in Nederland alleen de lasten en niet de lusten dragen van de agro-industrie. Een sector die voornamelijk voor de export produceert.”
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan met een donatie. Dank je wel.

Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Gemeenschapsgronden
De openbare ruimte moet volgens De Waard weer worden wat het eigenlijk is: onze gemeenschapsgronden. “Dus laat die strakke saaie grasvelden tussen het asfalt aan bewoners met groene vingers. Het kan zelfs een creatieve oplossing zijn voor de bezuinigingen op groenvoorzieningen van de gemeente!”
Geleidelijk aan zie je de boerende stedeling inderdaad de binnentuinen van flatgebouwen, de aangeharkte plantsoenen en strakke gazons in Nieuw-West veroveren. Hoewel de gemeente en corporaties het belang zien van de sociale cohesie van samen tuinieren, zijn hun procedures taai en roepen daarmee tot groene burgerlijke ongehoorzaamheid op.
De Groene Vaart
Nieuw-West is een stadsdeel met lage inkomens, een hoog percentage werkloosheid en een flinke dosis sociaal isolement. De oproep om samen een buurtmoestuin te beginnen viel hier dan ook in vruchtbare aarde. Voor de Groene Vaart meldden zich vrouwen uit Nederland, Suriname, Irak, Indonesië, Marokko, en Turkije.
“Onze buurtmoestuin is nu nog wel een smalle strook, maar zo vertelt Annet Horn, begeleider van de tuingroep de Groene Vaart , we zijn in gesprek met het stadsdeel om de gazons langs de weg bij onze tuin te trekken.”
Sinds een jaar bewerkt de tuingroep de buurtmoestuin volgens het principe van permacultuur. “We leren het hoe of wat met groente en kruiden, over de aantrekkingskracht voor insecten van bomen en planten, over koken met verse ingrediënten en over de medische werking van kruiden. Gezamenlijk wroeten in de aarde schept een sterke band. Dat is het grote verschil met een volkstuintje, waar iedereen zijn eigen stukje grond heeft.”
Désirée Crommelin
www.het-interview.nl
* Eva Lems en Wiebe van der Veen – Inspiratierapport Buurtmoestuinen. Kansen voor sociale cohesie en leefbaarheid in Amsterdam Nieuw-West