EU-lidstaten zullen op het VN-luchtvaartforum een voorstel van de industrie steunen om de klimaatverplichtingen van luchtvaartmaatschappijen te verminderen als reactie op de coronaviruspandemie. Voor klimaatgroepen verliest het klimaatplan voor de luchtvaart daarmee zijn laatste greintje geloofwaardigheid.
De International Air Transport Association (IATA), het VN-orgaan dat verantwoordelijk is voor de luchtvaart, heeft opgeroepen om de verplichtingen van luchtvaartmaatschappijen te verlichten. Die maatschappijen waren eerder overeengekomen om de groei van hun uitstoot te compenseren in het kader van een systeem dat bekend staat als Corsia.
IATA drong er bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) op aan om de startlijn van waaruit de emissiegroei zal worden gemeten te veranderen. De maatregel zou luchtvaartmaatschappijen naar schatting 15 miljard dollar kunnen besparenop CO2-compenserende kosten.
De luchtvaartmaatschappijen stellen dat de huidige regels “een buitensporige economische last” dreigen te creëren voor de sector.
EU-lidstaten steunen nu die wijziging van de basislijn. Daardoor maken de luchtvaartmaatschappijen een kans om tot 2024 niets te moeten betalen voor hun klimaatimpact.
Frankrijk, Duitsland, Italië, Groot-Brittannië, Finland, Nederland, Spanje en Griekenland zullen deze week tijdens een vergadering van de ICAO-raad voor de aanpassing pleiten. Dat zou betekenen dat de wijziging een meerderheid krijgt.
Belachelijk zwak
Maar volgens actievoerders zou dat nog meer schade toebrengen aan de geloofwaardigheidvan de compensatieregeling. Die werd al als zwak beschouwd en is niet in overeenstemming met het Klimaatakkoord van Parijs.
“Dit zou de genadeslag voor Corsia kunnen zijn”, zegt Gilles Dufrasne, beleidsmedewerker bij Carbon Market Watch. “Het was altijd al een belachelijk zwak systeem, maar nu wordt het in wezen zinloos. Luchtvaartmaatschappijen worden nog maar een keer ontzien.”
Coronacrisis
De lidstaten van de ICAO waren overeengekomen om alle groei van de luchtvaartemissies vanaf 2020 te compenseren. Maar omdat er nog maar weinig technologische oplossingen beschikbaar zijn om de vervuiling door vliegtuigen te verminderen, werd van luchtvaartmaatschappijen verwacht dat zij emissiereducties in andere sectoren zouden financieren, onder een koolstofmarkt genaamd Corsia.
Als basis voor de bijkomende uitstoot werd het tweejaarlijks gemiddelde gekozen van 2019 en 2020. Maar nu 2020 een jaar wordt met abnormaal weinig vliegverkeer door de coronacrisis en de lockdowns, vragen luchtvaartmaatschappijen om te meten vanaf de pre-pandemische niveausin 2019.
Vrijgeleide
Uit een analysedoor het Öko-Institut in Duitsland bleek dat het wijzigen van de basislijn naar 2019 de luchtvaartmaatschappijen een vrijgeleide zou geven om de komende drie tot zes jaar te vervuilen, afhankelijk van hoe snel ze zich kunnen herstellen. Onderzoekdoor het Amerikaanse Environmental Defense Fund heeft vergelijkbare resultaten opgeleverd.
Waarnemers van de VN-luchtvaartgesprekken voeren aan dat de wijziging van de basislijn niet nodig is, omdat compensaties al spotgoedkoop zijn. En Corsia bevat al een ingebouwde flexibiliteitsbepalingwaardoor luchtvaartmaatschappijen hun compensatieverplichtingen uit kunnen stellen en extra financiële kosten kunnen beperken.
“We gaan van een goedkope compensatieschema naar helemaal geen schema”, zegt Jo Dardenne, luchtvaartexpert bij de organisatie Transport & Environment. “De luchtvaartsector maakt duidelijk gebruik van de covid-19-crisis om de milieueffectiviteit te verminderen van een regeling die al weinig of geen milieuwinst zou opleveren”.
Ook Tim Johnson, directeur van de Aviation Environment Federation, denkt dat de wijziging van de baseline de intenties ondermijnen om de klimaatambitie te versterken.
Misbruik van de crisis
De luchtvaartmaatschappijen zijn erin geslaagd om van overheden te krijgen wat ze wilden, zegt Dufrasne. Regeringen, ook in de EU, delen miljarden hulppakketten uit aan luchtvaartmaatschappijen “met vrijwel geen klimaatvoorwaarden, terwijl ze ook instemmen met de eisen van de industrie om het toch al ontoereikende klimaatbeleid te verzwakken”, zegt hij. “Ze misbruiken de crisis.”
Oleg Butković, minister van vervoer en infrastructuur in Kroatië, huidig voorzitter van de Europese Raad , stelt in een verklaring dat de basiswijziging cruciaal is om een vergelijkbaar ambitieniveau voor de regeling te behouden en tegelijk rekening te houden met de moeilijke omstandigheden voor luchtvaartmaatschappijen.
Tegenstand
Maar de beslissing krijgt binnen de EU geen algemene steun. Zweden steunt de wijziging niet. En een groep van Europese parlementsleden uit verschillende fracties in de milieucommissie van het Parlement riep op tot handhaving van de bestaande baseline, met een geplande herziening in 2022, wanneer de vorm van het herstel van de sector duidelijker zal zijn.
Onder hen ook Bas Eickhout, een Europarlementslid bij de Groenen. “Corsia is al extreem zwak, en de verandering die IATA doorvoert maakt het nog erger”, zegt Eickhout. “Corsia nu op zo’n substantiële manier verzwakken zal later bijna onmogelijk te corrigeren zijn”.
Het Franse parlementslid Pascal Canfin, voorzitter van de milieucommissie, vindt dat de EU bij de volgende herziening van Corsia in 2022 moet blijven werken aan de kwestie. “De EU moet vooroplopen op het gebied van emissieregelgeving en mag de ambitie niet afzwakken”, zegt hij.
De 36 leden van de ICAO-raad, waaronder ’s werelds grootste landen voor de fabricage en infrastructuur van vliegreizen, zullen naar verwachting deze week een standpunt over de kwestie innemen.
Niet bevoegd
Naast Europese landen steunen ook de VS en de Latijns-Amerikaanse Commissie voor de Burgerluchtvaart de wijziging van de regels, aldus het persagentschap Reuters. Voor elk besluit van de raad is een meerderheid van ten minste 19 landen vereist.
Maar Annie Petsonk, luchtvaartdeskundige bij het Environmental Defense Fund (EDF), is van mening dat raad niet wettelijk bevoegd is om de regels van de klimaatovereenkomst te wijzigen, die overeengekomen zijn door 193 landen tijdens de vergadering van ICAO in 2016. Het zou dus ook enkel de algemene vergadering van de ICAO zijn die haar goedkeuring kan geven aan eventuele aanbevelingen om de regels voor de compensatie van emissies te wijzigen.
Als de raad toch het besluit neemt, is dat een “drievoudige klap voor ICAO’s klimaatgeloofwaardigheid”, zegt ze. Luchtvaartmaatschappijen krijgen een vrijgeleide om te vervuilen, en het vertrouwen van landen die geen deel uitmaken van de raad van ICAO wordt ondermijnd, evenals het vertrouwen van de bevolking in de geloofwaardigheid van milieuclaims van luchtvaartmaatschappijen.