In ’68 – ’69 studeerde ik internationale betrekkingen in Bologna. Als onderdeel van de studie werd een reis ondernomen naar Brussel om nader kennis te maken met de Europese instellingen. In debat met diverse toenmalige ambtenaren en politici van de EEG heb ik een (kort) betoog gehouden over de noodzakelijke democratisering van Europa en haar instellingen. Alle betrokkenen waren het er toen over eens dat die benodigde democratisering niet zo lang meer op zich zou laten wachten. Bij de komst van de Europese grondwet in 2005 heb ik bij het referendum over Het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa tegen gestemd. Mijn belangrijkste argument (36 jaar na 1969) was: het verdrag is onvoldoende democratisch gewaarborgd. Verandering van het verdrag vereist nu instemming van alle verdragslanden. Dus ik weet niet of ik een democratisch Europa nog ga meemaken, maar Europa blijft bitter noodzakelijk en daar hoort goede democratie bij.
We zitten met de gebakken peren, want het uitzicht op een duurzaam (in dubbele betekenis van ecologisch én lang durend duurzaam) en solidair Europa steeds verder weg lijkt. Het debat erover wordt nog maar zelden ten principale gevoerd. Te vaak gaat het over populistische details en het papagaaiïsme van niet geverifieerde feiten. Ik onderscheid zeven soorten opinies, waarvan de eerste vijf elkaar deels overlappend:
- De populisten; een merkwaardige coalitie van pseudo-intellectuelen en eigenvolkeerst politici die menen dat er geen draagvlak is voor een Europa en we het zo dus maar moeten laten of moeten minderen door meer zelf te doen.
- De groeperingen die in navolging van Britse ressentimenten en Duitse grondwetbepalingen menen dat het overdragen van bevoegdheden aan een hogere macht niet aan de orde is. Voor hen is de natiestaat de belangrijkste verworvenheid van de Grieks-Judaïsche en kapitalistische beschavingsidealen.
- De paladijnen van de bankiers en de ‘mainstream’ economiehoogleraren die blaffend aanslaan bij elke maatschappelijke democratisingsbeweging (en dus inperking van de macht van de heersende klasse).
- De mensen die menen dat de Duitse Bondskanselier de natuurlijke leider is van Europa; met de Nederlandse premier als trouwe side-kick.
- De deskundologen die geanalyseerd hebben dat de wankele positie van de Euro een gevolg is van potverteren van Zuid Europa (en niet tevens van voortdurende speculatie à la baisse en van verrijking van de Noordelijke staten). Daar hoort vaak bij de opvatting: eerst moeten we de rotzooi van de Euro opruimen, pas daarna is er weer ruimte voor andere zaken.
- De vertegenwoordigers van de media die in hun zogenaamde objectiviteit vooral ruimte in hun kolommen en zendtijd vrijmaken voor bovengenoemde groepen en niet voor hen die echt verder willen met Europa.
- De mensen die van mening zijn dat we nooit meer een verdeeld Europa moeten willen; die menen dat we over onze eigen schaduw moeten èn kunnen springen. “De ware uitdaging: het democratiebegrip nieuw te interpreteren en zijn nationale uitingen op de vuilstortplaats van de geschiedenis te dumpen”. (Menasse 81)
Het zal duidelijk zijn dat mijn positie bij de laatste stellingname ligt. Het beperken van het Europese debat tot de toekomst van de Euro, de komende verkiezingen van het Europese Parlement en het toevoegen van enkele kerstballen aan de EU-kerstboom levert geen levensvatbaar, noch een toekomstbestendig, noch een ecologisch Europa op. Het blijft dan voortmodderen totdat we over twee jaar opnieuw moeten bezuinigen, banken moeten redden en andere verplichte figuren moeten schaatsen. De optie om de Euro op te delen in …”een systeem van meerdere munten: internationale (uno, euro), nationale en regionale valuta”[1] is een sprong in een kookpot met een volstrekt onvoorspelbare dynamiek. De reeds aanwezige sentimenten rond eigenvolkeerst, culturele vooroordelen, bedrijfsbelangen, belangen van financiële instellingen en andere onderbuik gevoelens kunnen gemakkelijk de overhand krijgen. In combinatie met een voortsudderende economische – en financiële crisis en blijvend hoge werkloosheid is dat een erg explosief mengsel; niet goed voor mensen, niet goed voor de natuur.
Wat kunnen in het licht van het bovenstaande dan de agendapunten zijn of worden?
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Ik som er een aantal op:
Kies voor een Europa van de regio’s, met een circulaire economie als basis en met subsidiariteit als leidend beginsel in de dagelijkse praktijk. In navolging van Menasse (98) zijn de grote lijnen: …”regio’s kiezen hun afgevaardigden in het Europees Parlement (EP); het EP kiest de commissarissen en de voorzitter van de Commissie. De Commissie ontwikkelt wetsvoorstellen en richtlijnen waarover het EP moet stemmen”. Als we vinden dat de regio’s de basis zouden moeten zijn van een circulaire duurzame economie, dan ligt het voor de hand om daar ook een politieke uitdrukking aan te geven.
De nieuwe Commissie organiseert op voorstellen van het EP een uitvoerig debat over de toekomst van de EU. Parallelle debatten van NGO’s en andere maatschappelijke organisaties worden aangemoedigd. Punten die bij deze debatten belangrijk zijn:
- De ontwikkeling naar een circulaire en regionale economie;
- De ontwikkeling van een EU beleid gericht op 100% hernieuwbare energie per 2040;
- Verbreding en vernieuwing van het democratiebegrip met o.m. democratische deliberatie, zoals de G1000 en andere modellen;
- De ontwikkeling van een belasting op het gebruik van nieuwe grondstoffen;
- De ontwikkeling van een Europees Aarde Dividend of basisinkomen; en een verkleining van inkomens – en vermogensverschillen;
- De verhouding tussen nieuwe regionale munten (die in de betreffende regio blijven en de regio versterken) en een sterke algemene munt: de Euro;
- Geldscheppen is een zaak van de overheid.
- Het EU beleid rond territoriale cohesie wordt omgevormd tot een beleid gericht op dit doel. Het beschikbare budget van 367 miljard Euro wordt hiervoor aangewend.
Om uiting te geven aan de wens tot meer Europese democratie wordt zich door het EP de bevoegdheid toegeëigend om niet langer elke zittingsmaand een week in Straatsburg te vergaderen, maar om blijvend in Brussel te vergaderen. Vrijwel nooit heeft een parlement bevoegdheden gepresenteerd gekregen. Een parlement moet zelf macht ontwikkelen. De oproep tot verdragswijziging hierover op 20 november 2013 is onvoldoende. Ik stel voor: het EP besluit om vanaf eind januari in Brussel te blijven. Deze uiting van machtsvorming geeft het volgende EP een sterkere basis.
De Euro wordt omgevormd met de uitgangspunten van de Bancor, een door Keynes ontwikkelde internationale munt waarin zowel voor overschotten als voor tekorten op de lopende rekening boeterente betaald wordt. Dit stimuleert zowel overschotlanden als tekortlanden om maatregelen te nemen en vermijdt discussies zoals we die nu hebben. Keynes noemde zijn plan een voorstel voor financiële ontwapening!
Plannen worden ontwikkeld om speculatieve transacties met de Euro onmogelijk of ongewenst te maken. Gekochte aandelen en obligaties door pensioenfondsen en andere financiële instellingen dienen tenminste een jaar te worden aangehouden.
Plannen worden ontwikkeld om alle ondernemingen (dus niet alleen financiële instellingen) die ‘too big to fail’ zijn te onderwerpen aan een streng toezicht (inclusief transparantie over interne verrekenprijzen).
De urgentie om rond de EU een echt debat te gaan voeren is groot. Als de EU faalt is een terugweg naar provincialisme, nieuwe autarkie, vergroting van culturele en maatschappelijke tegenstellingen en uiteindelijk de toename van animositeit in Europa niet ondenkbaar.
De debatten over de verkiezingen voor het EP beginnen langzaam op gang te komen. Daar hoort ook een principieel debat bij zoals hierboven is uiteengezet. Heeft dit kans? Ja, als mensen vinden dat we alleen verder kunnen als we over onze eigen schaduw springen en in actie komen.
John Huige
[1] Arjo Klamer: De Euro is niet houdbaar; slides bij een inleiding voor het Sustainable Finance Lab 2013.