Het Europees Parlement en de Europese Commissie hebben een akkoord bereikt over een wet die de handel in conflictmineralen aan banden legt. Daarin is er steun voor bindende in plaats van vrijwillige maatregelen.
De Europese Commissie en de nationale regeringen wilden aanvankelijk bedrijven zelf laten kiezen of ze al dan niet verantwoord met hun import van grondstoffen zouden omgaan. Op initiatief van GroenLinks eiste het Europees Parlement echter verplichtende maatregelen. Deze eis werd ingewilligd in de onderhandelingen met de nationale regeringen.
Compromissen, compromissen
Om dit compromis te bereiken is het wetsvoorstel op andere punten afgezwakt. Een groot deel van de conflictmineralen komen de EU binnen in de vorm van halffabricaten of in consumentenproducten zoals elektronica. De meeste nationale regeringen – waaronder ook Nederland – waren niet bereid om bedrijven die deze halffabricaten importeren ook onder de wet te laten vallen. Ook zijn op aandringen van nationale regeringen, bedrijven die relatief kleine hoeveelheden ruwe grondstoffen importeren, uitgezonderd van de wet.
Wel zullen de importeurs van halffabricaten zoals onderdelen voor mobiele telefoons, tablets of auto’s in de toekomst alsnog verplicht worden om hun grondstoffen te controleren als ze in de komende jaren onvoldoende vooruitgang laten zien.
Op aandringen van de nationale regeringen en de conservatieve en liberale fracties in het Europees Parlement is er een lange implementatietijd voorzien waardoor de wet pas in 2021 volledig ingaat.
Wat zijn conflictmineralen?
Tin, coltan, wolfraam en goud zijn voorbeelden van grondstoffen die gebruikt worden in onze computers, mobiele telefoons en andere producten die we dagelijks in handen hebben. Deze mineralen komen voor een belangrijk deel uit landen die gebukt gaan onder geweld en oorlog. Landen zoals Congo gaan gebukt onder de grondstoffenvloek: in plaats van welvaart voor de lokale bevolking leiden deze mineralen tot extra geweld en uitbuiting. Gewapende groepen hebben de mijnen in handen en gebruiken de opbrengst om wapens aan te schaffen en hun strijd te bekostigen. Zo financieren de kopers van deze mineralen, waaronder Europese bedrijven, indirect oorlogen en houden ze erbarmelijke arbeidsomstandigheden in stand. Judith Sargentini bezocht Oost-Congo in 2013 om de mijnen met eigen ogen te zien.
Wat vindt GroenLinks van het resultaat?
“Dit is een historische stap”, aldus Sargentini, EU parlementslid voor GroenLinks. “Voor het eerst eist de Europese Unie van bedrijven dat ze controleren of de grondstoffen die ze importeren geen gewelddadige rebellen of kinderarbeid financieren. Dit moet navolging krijgen in andere sectoren zoals bij de productie en import van kleding, cacao, palmolie waar Europese bedrijven betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen. Niemand wil met de aankoop van een auto of mobiele telefoon een rebellengroep in Congo of Columbia sponsoren. Maar dat is vandaag de dag wél de realiteit. Er is dus nog werk aan de winkel.”
GroenLinks is ontevreden over de uitwerking van de wet op een aantal punten die door de nationale regeringen werden afgezwakt. Ondanks verschillende pogingen waren de liberale en conservatieve fracties van het Europees Parlement niet bereid om hier op door te bijten:
- Het aantal bedrijven dat onder de verplichtingen valt is te beperkt. Ook bedrijven die producten op de markt brengen die mogelijkerwijs conflictmineralen bevatten zouden hun keten moeten opschonen. Hiervoor kreeg Sargentini weliswaar steun in het Europees Parlement, maar een grote meerderheid van nationale regeringen blokkeerde dit. Ook is de uitzondering voor kleine importeurs is te groot, vooral bij zeer kostbare metalen zoals goud. Daardoor ontsnappen sommige bedrijven die een hoge waarde aan goud importeren aan de regulering.
- De afspraken over de naleving van de wetgeving zijn niet streng genoeg. Lidstaten moeten zelf steekproefgewijs bedrijven controleren en mogen zelf bepalen welke actie zij ondernemen als bedrijven niet aan de wet voldoen. Hierdoor bestaat een gevaar dat er te weinig betrouwbare informatie terechtkomt bij de Europese Commissie om te kunnen beoordelen welke smelters en raffinaderijen verantwoord omgaan met grondstoffen.
- Het wetsvoorstel dat nu voorligt geldt alleen voor de handel in tin, tantaal, wolfraam en goud, terwijl de internationale handel in conflictgrondstoffen zich allerminst beperkt tot die vier mineralen, denk hier bijvoorbeeld aan nikkel uit Colombia of jade uit Myanmar / Birma. Sargentini pleit ervoor om de wetgeving in de toekomst uit te breiden door alle grondstoffen uit conflictgebieden op te nemen in de wet.
GroenLinks zal de implementatie van de wet nauwgezet volgen en pleiten voor een aanscherping van de wet wanneer deze over een aantal jaren herzien wordt, zodat de Europese Unie zijn grote economische macht nog effectiever aanwendt om mensenrechtenschendingen bij de winning en handel van grondstoffen tegen te gaan.
Wat gebeurt er nu al om de handel in conflictmineralen te stoppen?
In de Verenigde Staten zijn beursgenoteerde bedrijven sinds de invoering van de Dodd Frank Act in 2010 verplicht om openheid te geven over het gebruik van mineralen afkomstig uit de Democratische Republiek Congo en omliggende landen. De rapportageverplichtingen zijn gebaseerd op de OESO-richtlijnen voor verantwoorde toeleveringsketens van mineralen uit conflictgebieden. Deze richtlijnen zijn al verwerkt in wetgevende kaders van twaalf landen in Afrika. De EU sprak al in 2011 haar steun uit voor de richtlijnen. Ruim vijf jaar na de publicatie van de handleiding blijkt helaas dat slechts twaalf procent van de Europese bedrijven die mineralen gebruiken, de richtlijnen volgt, veelal doordat zij onder het Amerikaanse systeem vallen. Daarom is bindende wetgeving nodig zodat een groter aantal bedrijven verantwoord gaat importeren. De Chinese kamer van koophandel publiceerde vorig jaar haar eigen handleiding om bedrijven te stimuleren hun keten conflictvrij te maken. Er zijn een aantal private initiatieven die bedrijven op de risico’s van conflictmineralen te wijzen.