Tijdens mijn studie, al weer heel ver terug in de tijd, ben ik in aanraking gekomen met de Force-Field Analyse methode van Kurt Lewin. Achteromkijkend kan ik met geen mogelijkheid meer nagaan welke docent of welke cursus mij geïnitieerd heeft in deze theorie, maar ergens in mijn hoofd zit die kennis. De kern van deze methode is het in beeld brengen en ‘wegen’ van de stimulerende en remmende krachten die een organisatieverandering mogelijk of onmogelijk maken.
In de woorden van Lewin: “An issue is held in balance by the interaction of two opposing sets of forces – those seeking to promote change (driving forces) and those attempting to maintain the status quo (restraining forces).” Verandering komt alleen tot stand als de drijvende krachten sterker zijn dan de remmende krachten. Nadat een gewenste verandering gerealiseerd is, ontstaat er een nieuw evenwicht. De methode werd ontwikkeld gedurende de tweede wereldoorlog en gepubliceerd in 1951. Het is realistisch deze methode samen met het achterliggende idee van evenwicht te zien als een van de eerste bedrijfskundige veranderkundige theorieën. Gedurende decennia is deze theorie zeer populair geweest en ook vandaag de dag is dit denken in termen van stimulerende en remmende krachten absoluut nog niet vergeten. Niet verwonderlijk moest ik hier aan denken bij onderstaande twee recente berichten in de media.
Sneller en sneller afsterven koraal
Afgelopen jaar wist de regering van Australië te voorkomen dat het Groot Barrièrerif zou wordt aangemerkt als werelderfgoed. Voor de UNESCO die over het erfgoed waakt is er genoeg aanleiding om het Groot Barrièrerif wel als zodanig aan te merken. Australië bouwt in hetzelfde gebied een gigantische kolenhaven van waaruit steeds grotere schepen – soms dwars over het rif – richting Azië gaan. Al jaren wordt er gewaarschuwd voor de schade die deze schepen door hun omvang en vervuiling aanrichten. Door opwarming van het zeewater en verzuring door een stijgende concentratie kooldioxide worden koralen ernstig aangetast. Onderzoekers van de James Cook University concluderen dat 35% van alle koralen inmiddels dood is. Het rif dat een gebied van 200.000 vierkante kilometer bestrijkt is door vervuiling en klimaatverandering zo kwetsbaar geworden dat het niet veel meer kan hebben. Maar Australië is bang voor de negatieve publiciteit die het toerisme kan schaden dat jaarlijks voor een omzet van 10 miljard euro zorgt. Om de vervuiling en vernietiging te bestrijden is naar schatting tussen de 300 en 600 miljoen per jaar nodig (bron: NRC 31 mei 2016).
Snelle groei investeringen in duurzaam energie
Volgens het ‘Renewables Global Status Report 2016’ dat op 1 juni van dit jaar verscheen werd afgelopen jaar voor alles bij elkaar voor 257 miljard geïnvesteerd in met name wind- en zonne-energie. Bij elkaar zo’n 5% meer dan het jaar daarvoor. Investeren in duurzame energie zit duidelijk in de lift ondanks de lage olieprijs. De investeringen in Europa daalden met 21% terwijl er sprake was van een groei van 19% in de VS en 17% in China. Wereldwijd geeft de ‘sector’ duurzame energie werk aan 8,1 miljoen mensen. De resultaten zijn opmerkelijk in een tijd dat de prijs van fossiele brandstoffen historisch laag is en zwaar op achterstand staat waar het gaat om subsidie.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Volgens de REN21 onderzoeksgroep die verantwoordelijk is voor het voornoemde rapport worden tegenover iedere euro die ingezet wordt om het opwekken van duurzame energie te stimuleren, er tegelijkertijd vier euro ingezet om onze afhankelijkheid van fossiele brandstof in stand te houden. Dat is een verhouding van 1:4 of te wel 20 % tegen 80 % (bron NRC 1 juni 2016). Gelukkig (maar mogelijk ook enigszins obligaat) herhaalden recent de leiders van de G7 plechtig op een bijeenkomst in Tokio (26 en 27 mei 2016) dat er gestopt moet worden met de subsidie op fossiele brandstoffen ‘We remain committed to the elimination of inefficient fossil fuel subsidies and encourage all countries to do so by 2025.’ Terwijl dat een beloftevolle boodschap is, wordt niet aangegeven hoe die afbouw van subsidie in een periode van amper een decennium gerealiseerd zou moeten worden. Dat is bepaald wel relevant want de omzet in de olie en gas sector was in 2013 afgerond 1.25 triljoen dollar. Dat bedrag zal in 2016 niet al te veel hier van afwijken.
Sneller kantelend evenwicht
Niettegenstaande de bijna onvoorstelbare bedragen die in het geding zijn en de hele grote belangen die er mee verbonden zijn, wordt duurzame energie toch concurrerend met fossiele brandstoffen. Dit in weerwil van de subsidies, de dominante positie van de industrie en ronduit machtige lobby. De ‘driving forces’ krijgen stapje voor stapje de overhand. Maar wat zou er gebeuren als vanaf nu de komende tien jaar de subsidie voor fossiele energie telkens met 25% per 2,5 jaar afgebouwd wordt? Dan ontstaat er binnen de korte keren een zogeheten ‘level playing field’ waar de remmende en stimulerende krachten in een veel zuiverder verhouding ten opzichte van elkaar staan. Liever nog zou het bedrag dat daardoor vrij komt geïnvesteerd moeten worden in de ontwikkeling van duurzame energie. Dat zijn we eigenlijk aan het Groot Barrièrerif en alle andere snel opkomende bedreigde habitats verplicht. Zou het erg gewaagd zijn om te veronderstellen dat daardoor in razend tempo een echte transitie ontstaat?
Jan Jonker is hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Zijn werk concentreert zich op drie samenhangende thema’s: de opkomst van de WEconomy, het ontwikkelen van nieuwe business modellen en transactie systemen met meer dan geld alleen oftewel ‘hybride bankieren’. Hij schreef met ruim 40 mensen de bestseller ‘Nieuwe Business Modellen; Samen Werken aan Waardecreatie’ ( 2014). Daarvan komt zeer binnenkort de Engelse vertaling uit, gekoppeld aan een MOOC .