Als kind al had Han Blok moeite om in de duivel te geloven. Maar hij heeft hem herontdekt. De mens als schepper creëert zelf het kwaad waaraan hij ten onder dreigt te gaan. De mens is zo de duivel in hoogst eigen persoon.
Als kind mocht ik niet naar de dichtstbijzijnde school en mocht ik geen boodschappen doen bij de kruidenier op de hoek. Die waren katholiek en dat was heel erg. Ik moest naar de gereformeerde scholen in de leer van Abraham Kuyper en Groen van Prinsteren waar Geert Mak en Maarten ’t Hart ook opgroeiden. Het mocht niet baten.
De God als schepper kon er bij mij niet in. Ondanks zwaarwichtige preken van dominees voelde ik me geen zondaar, had geen behoefte aan vergeving en had grote twijfels omtrent de rol van Jezus als lam Gods. Wij deden natuurlijk niet aan Mariaverering en met heiligen, wierook en wijwater hadden we ook helemaal niets. Daarentegen heerste de mistige sfeer van “Knielen op een bed violen” in het gezin, maar omdat ik de jongste was, trok die mist bij mij al snel weg en had ik er minder last van. Bij een aantal schoolvriendjes vrat het wel aan ze en die zijn dan ook niet goed terecht gekomen.
Waar ik nog het minste van alles in geloofde was de duivel. Het Bijbelse verhaal over Lucifer als een deserteur onder de engelen vond ik ronduit belachelijk. Ik zag de duivel als een goedkope smoes om vol te kunnen houden dat God best wel goed is, door, voor alles wat niet goed is, de duivel de schuld te geven.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan met een donatie. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Geen fantasie
De strijd tussen goed en kwaad is trouwens een erg algemeen thema in tal van mythen en filosofische verhandelingen tot en met moderne literatuur. Ik hoef alleen maar te denken aan The Lord of the Rings of aan Harry Potter en Voldemort. Toch vond ik de Bijbelse verhalen van een ander kaliber dan de Griekse mythologie of de moderne fiction. Allereerst omdat er wel degelijk diepe levenswijsheden uit te halen zijn en ten tweede omdat het geen fantasie pur sang is maar gebaseerd op geschiedenis. Dat laatste is er waarschijnlijk de oorzaak van dat door de kerkelijke leiders alle verhalen als waarheid werden gezien. Dat heeft tot veel conflicten geleid, o.a. tussen Darwin en de kerk.
Tijdens het schrijven van mijn essay over de evolutie “In zeven dagen” heb ik geprobeerd het conflict tussen Darwin en de kerk te overbruggen. Dat creatie en evolutie tegenstrijdig zouden zijn, komt volgens mij enerzijds door onbegrip over de snelheid van onze evolutie en anderzijds door een veel te enge en letterlijke interpretatie van het Bijbelse scheppingsverhaal door de kerkelijken.
Hoewel de verhalen als geschiedenis verpakt zijn, beschouw ik de Bijbel niet als een wetenschappelijk verantwoorde documentatie, maar als een verzameling verhalen die als metaforen en mythen gelezen kunnen worden. Dat geldt mijns inziens met name voor het scheppingsverhaal. De wonderlijke schepping van de mens aan het einde van de zesde dag beschouw ik als een metafoor voor het feit dat de mens pas laat en relatief snel verscheen te midden van een veel oudere natuur. De begrippen God en schepping kan ik opvatten als abstracte begrippen, bedacht als een naïeve verklaring voor het ontstaan van de natuurlijke orde in een tijd dat er nog geen wetenschap bestond.
De mens als schepper
Dat God de mens schiep naar zijn beeld en gelijkenis, kan ik opvatten als een metafoor voor het gegeven dat de mens zelf ook schepper is. De stelling van mijn essay is dan ook dat de mens schepper werd van zichzelf, doordat vanaf een bepaald moment cultuur een versnellende drijfveer voor zijn eigen evolutie werd. De mens als schepper lijkt mij een beter beeld dan God als mens.
Vooral het beeld van God als boze dictator met lange baard die alles ziet, straft en beloont is volgens mij door mensen bedacht en de Bijbeltekst zou dan ook beter kunnen luiden: “De mens schiep God naar zijn beeld en gelijkenis”.
Het vreemde verhaal over Eva en die appel en de verbanning uit het paradijs, zie ik als een metafoor voor het feit dat de mens er met zijn intelligentie en hebzucht een zooitje van heeft gemaakt. Het merkwaardige verhaal van Abraham die zijn zoon Isaac moest offeren kan ik opvatten als een metafoor voor het oeroude conflict tussen ethiek en biologie waarbij een alfa-man de kinderen vermoordt van de man waarmee zijn vrouw vreemd was gegaan. Kaïn en Abel zie ik als een metafoor voor ruzie en oorlog. Kortom, op mijn manier kreeg ik toch wel weer waardering voor moralistische en filosofische boodschappen in de Bijbel en vond ik zelfs vele aanknopingspunten voor mijn visie op de biologische evolutie van onze soort.
De mens als duivel
Maar zo langzamerhand begint er toch iets bij mij te kantelen. Ik geloof nog steeds niet in God als een intelligent ontwerper, maar zijn kwade evenknie de duivel wordt voor mij steeds concreter. Ik ben zelfs tot de overtuiging gekomen dat de duivel echt bestaat. Natuurlijk niet als gemeen blauwgroen mannetje met bokkenhoorntjes op de kop maar als een metafoor voor het slechte in de mens of zelfs als het aller, aller slechtste van de hele schepping.
Wij zijn eigenlijk zelf de duivel. De mens als schepper is tegelijk ook de duivel. Dat mensbeeld is niet zomaar uit de lucht komen vallen. Vele filosofen worstelden met dit ambivalente beeld. Maar je hoeft geen filosofie gestudeerd te hebben. De krant, radio en tv en de moderne media overspoelen ons met bewijzen.
Zo was er recent het nieuws over de gigantische hoeveelheden misbruikte kinderen door de vrome geestelijken. Maar dat was slechts eén aanleiding en die bleef bij mij natuurlijk extra hangen omdat ik er een bevestiging in vond dat de Katholieken slecht waren zoals mijn ouders en leraren op school al beweerden.
Het is natuurlijk een generaliserend oordeel over een instituut waar ik helemaal geen verstand van heb. Het beeld van de duivelse mens kan ook net zo goed van toepassing zijn bij de talloze oorlogen in de wereldgeschiedenis en de afschuwelijke moordpartijen door tal van groepen met uiteenlopende godsdiensten.
De duivel in ons zit ook achter de slavernij die weliswaar in een ander jasje nog steeds voortduurt en achter de goudroof door Spanjaarden en Portugezen en het genadeloos neerschieten van de Indianen tot en met de kruistochten en de vervolging van ketters en heksenverbranding.
Ik wil het zelfs doortrekken naar alle moderne orthodoxe groeperingen, van IS tot Ku Kux Klan en van Tea Party tot Hitlers SS en van Trump tot aan de gebroeders Koch, De Telegraaf of Fox News. De lijst kan oneindig lang gemaakt worden. Deze duivelse eigenschappen leveren al een paar miljoen jaar bloedige conflicten tussen naburige groepen en deze zijn volgens mijn essay zelfs de grootste drijvende kracht achter de evolutie van de moderne Homo Sapiens geweest.
Twijfel
Die door competitie en conflicten aangedreven evolutie heeft onze geest geslepen, onze creativiteit versterkt en onze technologie doen ontwikkelen. Maar de wijze waarop de moderne mens nu de aarde uit louter hebzucht kapot maakt, de hele natuurlijke schepping met miljoenen soorten dieren en planten in rap tempo doet verdwijnen, is haast niet anders te duiden dan als duivelswerk. Zelfs het apocalyptische beeld uit de openbaring van Johannes begint naar mijn idee steeds realistischer te worden, al spreekt het verhaal over het decadente Sodom en Gomorra me, wegens treffender gelijkenis met het heden, meer aan.
Hoewel ik geen godsvruchtig mens ben geworden, twijfel ik wel. Twijfel was volgens de leer die mij met de paplepel werd toegediend de kern van het geloof. Dat vond ik altijd al een onbegrijpelijke stelling. De strenge orthodoxe gelovigen twijfelen immers helemaal nooit. Ik twijfel juist wel maar niet over de vraag of God bestaat en of die nu wel of niet goed is.
Ik twijfel over de vraag of we het gaan redden met zijn allen, want Ik acht de kans niet denkbeeldig dat we met de natuur uiteindelijk ook onszelf om zeep gaan brengen of althans zeer dicht bij de afgrond. Waarschijnlijk moet er eerst een wonder gebeuren of anders een gigantische rampspoed over de wereld komen te vergelijken met de zondvloed uit de tijd van Noach voordat de mensheid tot bezinning komt.
Maar behalve twijfel en vlagen van wanhoop heb ik toch ook hoop. Ook dat is me met de christelijke paplepel ingebracht. Een goede zaak want zonder enige vorm van hoop kun je net zo goed stoppen met leven. Mijn hoop is niet dat God zal ingrijpen om ons te redden of dat zonden zullen worden vergeven als je maar braaf bent en voldoende offers brengt. Ik heb hoop op de mens als creatief en vernuftig schepsel. Vanaf de eerste vuistbijl tot de moderne zelfrijdende elektrische auto, windmolen en internetrevolutie is ons technologisch vernuft steeds verbazingwekkender. We zijn behalve duivel immers ook schepper.
Mijn hoop is niet gevestigd op wereldvrede en het uitdrijven van de duivel op sociaal vlak maar op technologische oplossingen en revolutionaire omslagen bij het grote kapitaal. Dat men gaat inzien dat geld helemaal niets waard zal zijn als de wereld niet meer leefbaar is. Dat investeerders en beleggers uit louter hebzucht in gaan zien dat je beter kunt inzetten op wind en zon dan op olie en steenkool. Ik put ook hoop uit de spijbelaars en uit het groeiend besef bij de jeugd dat hun toekomst op het spel staat. Daarom loop ik 10 maart mee met de grote klimaatmars in Amsterdam. Ik geloof natuurlijk niet echt in de duivel maar hoop wel dat we die ellendeling, net als tijdens de grote mars tegen de kruisraketten in 1981, een gevoelige klap zullen toebrengen.
Tot ziens in Amsterdam op 10 maart.
Han Blok