Een ambitieus klimaatbeleid zal de economie niet schaden, zoals vaak wordt aangenomen. Integendeel: waarschijnlijk zal de strijd tegen de klimaatverandering tot meer groei leiden. Dat blijkt opnieuw uit recente studies.
“Het valt niet meer te vrezen dat ambitieuze maatregelen om onze uitstoot terug te dringen met hoge kosten gepaard zullen gaan. Wie het tegendeel beweert, vertegenwoordigt de economische sectoren die door een doortastend klimaatbeleid getroffen zullen worden”, zegt econoom Robert Repetto van het Internationale Instituut voor Duurzame Ontwikkeling.
Repetto werkte niet mee aan het spraakmakende rapport van de Global Commission on the Economy and Climate, dat verscheen in de aanloop naar de klimaattop vandaag in New York. Maar hij is het eens met de conclusie van die studie, dat de strijd tegen klimaatverandering niet ten koste zal gaan van de economie, terwijl business as usual op termijn onbetaalbaar wordt.
Luchtvervuiling
“De kostprijs van het gebruik van fossiele brandstoffen is astronomisch, zelfs als je de impact op het klimaat niet meerekent”, meent Repetto, voormalig hoogleraar van de Yale-universiteit.
Luchtvervuiling neemt in China een hap van tien procent uit het jaarlijkse bbp, als gevolg van stijgende kosten voor gezondheidszorg en smogschade aan gewassen en gebouwen. In India is dit soort vervuiling goed voor zes procent van het bbp. Idem voor Duitsland, omdat buurlanden als Polen blijven inzetten op steenkool.
“Deze kosten alleen al liggen veel hoger dan de prijs voor een transitie naar hernieuwbare energie”, legt de econoom uit.
Binnenlandse economische groei en klimaatbeleid zijn twee zijden van dezelfde medaille, vindt ook VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon. “Te veel regeringen en leiders begrijpen deze realiteit niet, en dat moet veranderen”, zei Ban op de persconferentie van Global Commission on the Economy and Climate.
Achterhaald model
Het probleem is dat onder andere de Amerikaanse regering blijft steunen op het DICE-model van de bekende Yale-econoom William Nordhaus. Volgens deze berekeningen zijn klimaatmaatregelen duurder dan de schade die klimaatverandering berokkent.
Repetto en Robert Easton, emeritus-hoogleraar van de Universiteit van Colorado, hebben het DICE-model grondig geanalyseerd. Ze ontdekten dat het veel betwistbare aannamen bevat, bijvoorbeeld dat de schade als gevolg van de klimaatverandering bescheiden zal toenemen, ongeacht hoe hoog de temperatuur op aarde stijgt.
Bij DICE gaat men er ook vanuit dat de technologie van hernieuwbare energie zich veel trager ontwikkelt dan in het afgelopen decennium het geval was.
Als deze en andere dubieuze uitgangspunten gecorrigeerd worden, bewijst het DICE-model net dat er veel daadkrachtiger moet opgetreden worden om de uitstoot te reduceren, want de economische groei zou robuust blijven. De echte kosten om de wereldwijde temperatuurstijging onder 2°C te houden zijn veel lager dan voorheen geraamd, besluiten Repetto en Easton.
Koolstofbudget
Het laatse rapport van het VN-klimaatpanel (IPCC) bevat een wereldwijde koolstofbudgettering om onder die 2°C te blijven. Als je kijkt naar de CO2-uitstoot en de beloofde uitstootreducties, dan zal in een ongewijzigd scenario het wereldwijde “koolstofbudget” in minder dan vijf jaar opgebruikt zijn.
CO2-uitstoot zou een doorslaggevend argument moeten zijn bij de beslissing om iets te bouwen. Maar in de plaats daarvan worden er honderden miljarden dollar geïnvesteerd in infrastructuur die het klimaat nog verder laat ontsporen.
“We hebben het niet onder ogen willen zien: er is een koolstofrijke toekomst in de maak als gevolg van de globale kapitaalsinvesteringen”, verklaart Robert Socolow van de Princeton-universiteit.
Elk plan of elke strategie om de CO2-uitstoot te verminderen, moet veel meer aandacht hebben voor die investeringen. Nu blijkt uit de cijfers dat we meer dan ooit fossiele brandstoffen gebruiken, zei Socolow eerder al aan IPS.
Welvaartsmotor
“We kunnen al lang niet meer de welvaartsmotor zomaar met vervuilende brandstof aandrijven,” aldus Ban Ki-moon. “Een structurele hervorming dringt zich op.”
Om deze transitie mogelijk te maken, wordt gedacht aan een koolstoftaks, een fonds voor groene investeringen en een strikt beleid om de energieproductie en het landgebruik koolstofarm te maken.
Repetto wijst nog eens op de urgentie van het probleem. “We hebben al te lang gewacht, waardoor aanzienlijke klimaatimpact reeds onvermijdelijk is geworden.”
Stephen Leahy