Een geheim rechtssysteem voor investeerders vormt een reële bedreiging voor het klimaatakkoord van Parijs en de afbouw van fossiele energie, zeggen activisten. De Britse krant the Guardian heeft documenten gezien, die een toename laten zien van rechtszaken door energiebedrijven die onder het energiehandvestverdrag (ECT) regeringen aanklagen. Het ECT is een obscure internationale overeenkomst die energiebedrijven in staat stelt regeringen aan te klagen wegens beleid dat hun winst zou kunnen schaden.
Kolen- en olie-investeerders klagen regeringen nu al aan voor miljarden als compensatie voor gederfde winst door veranderingen in het energiebeleid. Zo klaagt het Duitse energiebedrijf RWE Nederland aan voor € 1,4 miljard wegens zijn plannen om steenkool uit te faseren, terwijl Rockhopper Exploration, gevestigd in het VK, de Italiaanse regering aanklaagt nadat het nieuwe boringen in de buurt van de kust.
“Het is een reële bedreiging [voor het akkoord van Parijs – en dus ook Glasgow]. Het is de grootste dreiging die ik ken”, zegt Yamina Saheb, een voormalig medewerker van het ECT-secretariaat die in 2018 haar positie opgaf om alarm te slaan.
Afbouw van fossiele energie vertraagd
“De overeenkomst van Parijs … betekent dat we het huidige decennium vóór 2030 koolstofarm moeten maken”, zegt Saheb, die ook co-auteur is van het rapport van het Intergouvernementeel Panel over klimaatverandering over mitigatie IPCC. Ze schat dat buitenlandse investeerders tot 2050 regeringen voor 1,3 biljoen euro kunnen aanklagen als compensatie voor vervroegde sluiting van kolen-, olie- en gascentrales. Dat bedrag is hoger dan wat de EU hoopt te besteden aan de hele Green Deal in het komende decennium.
Omdat compensatie aan bedrijven wordt betaald met publieke middelen, hebben overheden minder geld over om te besteden aan nieuwe technologie om gebouwen, transport en industrie groener te maken.
Nadere analyse van het verdrag toonde een toename van 269% in gevallen tussen 2011-20, in vergelijking met het voorgaande decennium. “We gaan in de toekomst nog veel meer gevallen zien”, zegt Lucía Bárcena van het in Amsterdam gevestigde Transnational Institute, die de gegevens verzamelde. Sinds 2013 is tweederde van de zaken aangespannen tegen West-Europese regeringen.
Geld de enige reden
De Duitse RWE klaagt Nederland aan voor € 1,4 miljard nadat de Nederlandse regering had besloten om alle kolencentrales tegen 2030 te sluiten, inclusief de RWE-centrale in Eemshaven, die in 2015 in bedrijf werd genomen en een verwachte levensduur van 40 jaar had. RWE zei de energietransitie in Nederland te steunen, en “het enige probleem is daarom dat de wet op het kolenverbod niet in voldoende compensatie voorziet”.
Een ander Duits nutsbedrijf, Uniper, zou naar verluidt tussen de € 850 miljoen en € 1 miljard vragen voor de vroege sluiting van de kolencentrale op de Maasvlakte bij Rotterdam, die in 2016 werd geopend. Het bedrijf weigerde de gevraagde schade te bevestigen en zei: “Uniper is ervan overtuigd dat het stilleggen van onze elektriciteitscentrale op de Maasvlakte na slechts 15 jaar in bedrijf te zijn zonder adequate compensatie onwettig zou zijn.”
Topje van de ijsberg
Van investeerders is bekend dat ze sinds de inwerkingtreding van de ECT in 1998 142 zaken tegen regeringen hebben aangespannen. Maar dit zijn slechts de bekende gevallen. Zelfs het Brusselse secretariaat van de ECT erkent dat het geen volledig beeld heeft, omdat investeerders niet verplicht zijn om juridische stappen onder de ECT openbaar te maken.
Saheb stelt dat het verdrag niet meer aan te passen is, omdat de Centraal-Aziatische lidstaten hun veto zullen uitspreken over elke verzwakking van de bescherming van fossiele brandstoffen. “De EU-landen moeten zich als één geheel terugtrekken”, zei ze. “Als we ons helemaal terugtrekken, kunnen we deze clausule annuleren en dan kunnen we doorgaan met onze energietransitie.”