De mondiale handel in baby’s die zijn geboren via commercieel draagmoederschap wordt langzaamaan ingeperkt. India, Nepal, Thailand en Mexico hebben maatregelen ingevoerd die buitenlanders ervan moeten weerhouden inwoners van deze landen in te huren als draagmoeders. Cambodja en Maleisië zullen dit voorbeeld waarschijnlijk volgen.
In een industrie waarin de conventionele wijsheid lange tijd pogingen van de hand heeft gewezen om “de markt de pas af te snijden,” is dit een verrassende – en welkome – ontwikkeling. Onkritische voorstanders van biotechnologie hebben de neiging te juichen over het feit dat technologische doorbraken overheidsregulering vaak te snel af zijn; ze betogen dat dit de wetenschap in staat heeft gesteld ongeremd voortgang te boeken. Maar de vastberadenheid van landen, die van oudsher centra van commercieel draagmoederschap zijn geweest, om deze praktijk een halt toe te roepen, onderstreept de naïveteit van dit standpunt.
Het is geen toeval dat de landen die nu maatregelen nemen tegen het commercieel draagmoederschap de landen zijn waarin deze praktijk plaatsvindt. Het argument dat alle betrokkenen – de draagmoeders, de baby’s en de opdrachtgevende ouders – van de transactie profiteren heeft de toets der kritiek niet doorstaan.
Neem India, waar in deze industrie naar schatting $400 mln per jaar omgaat; tot voor kort waren er zo’n drieduizend vruchtbaarheidsklinieken werkzaam in het land. En toch, nu de zorgen zijn toegenomen dat commercieel draagmoederschap tot mensensmokkel en tot de uitbuiting van vrouwen leidt, hebben de Indiase autoriteiten geconcludeerd dat de ethische zorgen zwaarder wegen dan de economische voordelen.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan met een donatie. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
India moet zijn anti-draagmoederschapswetgeving nog afronden. Maar de manier waarop het debat zich heeft ontwikkeld sinds het eerste wetsvoorstel in 2008, illustreert de snelle verandering van de manier waarop er naar deze praktijk wordt gekeken. De vroegste wetsontwerpen bevorderden feitelijk het commercieel draagmoederschap, door te eisen dat moeders die als draagmoeder werden ingezet hun babies moesten afstaan. Gezien het feit dat onder het gewoonterecht de vrouw die een kind draagt de wettelijke moeder is, zou deze bepaling zéér pro-draagmoederschap zijn geweest.
Sindsdien is de focus van de discussie echter verschoven, omdat onsmakelijke – en soms bizarre – aspecten van de praktijk aan het licht zijn gekomen. In één geval weigerde Duitsland – waar het commerciële draagmoederschap illegaal is – bijvoorbeeld twee kinderen van een Duitse vader en een Indiase draagmoeder te aanvaarden, terwijl India weigerde de vader een exitvisum te geven, zodat hij de kinderen kon weghalen.
In oktober 2015 verklaarde het Indiase ministerie van Gezondheid en Gezinszorg, onder druk van het Hooggerechtshof van het land, dat internationaal commercieel draagmoederschap ongrondwettig was. De Raad voor Medisch Onderzoek stuurde een boodschap aan alle klinieken, waarin hen werd opgedragen geen buitenlandse echtparen te “faciliteren” – waaronder niet in India woonachtige Indiase staatsburgers en mensen van Indiase herkomst. Een maand later verbood het Departement voor Gezondheidsonderzoek de import van embryo’s, bestemd voor impantatie in draagmoeders, door de procedure nagenoeg onmogelijk te maken.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat India niet het enige land is waar sprake is van commercieel draagmoederschap. De Indiase wet- en regelgeving die de dienstverlening heeft beperkt tot heteroseksuele stellen die al minstens twee jaar getrouwd zijn, had er al voor gezorgd dat een deel van de praktijk zich naar Thailand had verplaatst.
Maar ook daar is de houding veranderd, vooral nadat een Australisch stel weigerde de verantwoordelijkheid te aanvaarden voor een kind dat via draagmoederschap ter wereld was gekomen, waarbij het syndroom van Down was vastgesteld. Het stel koos daarentegen voor het tweelingzusje van het jongetje, terwijl ze duidelijk maakten dat waar ze voor hadden betaald niet de “dienst” was die door de moeder was verleend, maar de kinderen zelf – of beter gezegd, louter het kind dat aan hun eisen voldeed. Als gevolg daarvan is het moeilijker geworden om te beweren dat de praktijk van het commerciële draagmoederschap is anders is dan de verkoop van baby’s.
In augustus 2015 heeft Thailand het commercieel draagmoederschap beperkt tot stellen waarvan minstens één partner de Thaise nationaliteit heeft. Op overtreding van de wet staat maximaal tien jaar gevangenisstraf – zowel voor de draagmoeder als voor de opdrachtgevenden. Net als in India heeft het commercieel draagmoederschap in Thailand een gevoelige snaar geraakt, waarbij sommigen het zien als neo-kolonialistische exploitatie, met baby’s als de grondstoffen die aan het land worden onttrokken ten bate van rijke westerlingen. “Deze wet heeft ten doel te voorkomen dat Thaise baarmoeders de baarmoeder van de wereld worden,” aldus Wanlop Tankananurak, een lid van het Thaise parlement.
In november 2015 hadden ongeveer tien Indiase en Thaise klinieken hun activiteiten verplaatst naar Phnom Penh. Die ontwikkeling lijkt op het eerste gezicht het argument te bevestigen dat er nooit een eind kan worden gemaakt aan deze praktijk, maar dat zij louter kan worden verplaatst. Maar tot nu toe is het aantal klinieken dat in Cambodja de deuren heeft geopend klein. En sommige berichten duiden erop dat het Cambodjaanse ministerie van Binnenlandse Zaken van plan is het commercieel draagmoederschap als mensenhandel aan te merken, waarop mogelijk gevangenisstraf komt te staan.
Ook Nepal heeft een moratorium op het commercieel draagmoederschap afgekondigd, nadat sommigen in het land de praktijk als uitbuiting hadden veroordeeld. In april 2015 heeft Israel, nadat Kathmandu getroffen werd door een aardbeving, 26 baby’s geëvacueerd, die via commercieel draagmoederschap ter wereld waren gekomen, maar hun moeders – waarvan de meesten uit India waren overgekomen – in de rampgebied achtergelaten.
Maleisië lijkt eveneens van plan te zijn de praktijk te verbieden. En in Mexico heeft Tabasco, de enige jurisdictie in het land waar het commercieel draagmoederschap legaal is, de praktijk beperkt tot heteroseksuele Mexicaanse getrouwde stellen, waarvan de vrouw onvruchtbaar is. Tijdens het debat in het parlement heeft afgevaardigde Veronica Perez Rojas het commercieel draagmoederschap veroordeeld als een “nieuwe vorm van vrouwenuitbuiting en mensenhandel.”
Er bestaat uiteraard een risico dat het commercieel draagmoederschap de illegaliteit in wordt gedreven door de aanhoudende internationale campagne ertegen. Maar dat risico onderstreept slechts de noodzaak van een heldere en strikte wetgeving. Ook al zijn een paar aspirant-ouders bereid de wet te overtreden, de overgrote meerderheid zal worden afgeschrikt door de straffen, waaronder het risico dat zij de baby niet zullen mogen houden of dat ze er geen exitvisum voor kunnen krijgen.
Het kamp dat vóór het commerciële draagmoederschap is, benadrukt de voordelen van de praktijk, zoals een grotere keuze qua voortplantingsmogelijkheden. Maar hoewel dat oprechte en belangrijke overwegingen kunnen zijn, mogen die nooit belangrijker worden gemaakt dan de noodzaak de uitbuiting van een paar van de meest kwetsbare vrouwen ter wereld te voorkomen.
Donna Dickenson
Vertaling: Menno Grootveld
Copyright: Project Syndicate 2016