‘De veestapel halveren is een optie, maar geen slimme optie.’ Dat stelt Martin Scholten, directeur dierwetenschappen aan de Wageningen Universiteit, en vooraanstaand adviseur op het gebied van kringlooplandbouw, tegenover het KRO-NCRV programma De Monitor. Volgens Scholten zijn er enorme reducties mogelijk door middel van kringlooplandbouw en innovaties. ‘Moeten we dan de veestapel halveren? Ik denk het niet.’
Scholten reageert daarmee op uitspraken van D66-Kamerlid De Groot die een halvering van de veestapel bepleit om het stikstofprobleem op te lossen. ‘Het gaat erom dat we naar een veehouderij moeten waar het dier niet vervuilend is en geen emissies veroorzaakt. En dat kan,’ aldus Scholten, die ook lid is van het Adviescollege Stikstofproblematiek.
‘Er zijn hele grote reducties mogelijk. Tot wel 80, 90 procent,’ aldus Scholten. Hoe je omgaat met mest is volgens Scholten een belangrijke sleutel voor het stikstofprobleem. De inzet van nieuwe emissie-loze stallen, waarbij mest meteen wordt weggevoerd en ammoniakuitstoot in de stal wordt voorkomen, kunnen daarbij een oplossing bieden. ‘Mest komt nu vaak in een kelder van de stal terecht. Dat is de plek waar broeikasgassen en ammoniak ontstaan. Daar ontstaat het probleem, niet bij het varken zelf.’
Kringlooplandbouw
Volgens Scholten is het behalve onnodig ook onverstandig om de veestapel in te krimpen. Want we hebben het vee juist hard nodig om de overstap te maken naar kringlooplandbouw, zegt hij. Scholtens visie over de kringlooplandbouw is overgenomen door minister Schouten. Het is een manier om verspilling in de landbouw, en daarmee de onnodige uitstoot van ammoniak en broeikasgassen, tegen te gaan. Bij kringlooplandbouw wordt landbouwgrond alleen ingezet voor het verbouwen van gewassen voor menselijke consumptie. Diervoer wordt gemaakt van gewasresten en resten uit de menselijke voedselindustrie. En er wordt geen kunstmest, maar alleen nog maar dierlijke mest gebruikt. Dieren zijn in deze visie dus juist nodig: om reststromen alsnog te benutten, en voor de dierlijke mest.
‘Als wij duurzaam voedsel willen produceren dan is er maar één weg en dat is de kringlooplandbouw; zuinig omgaan met grondstoffen. Waarin je dierlijke en plantaardige productie op elkaar zijn afgestemd,’ aldus Scholten. Vee speelt daar volgens hem een belangrijk onderdeel in. ‘Als we niets doen aan de kwaliteit van het veehouderijsysteem dan is er maar een optie en dat is minder vee in Nederland. Maar zonder vee, geen kringlooplandbouw.’
Geen perspectief
Volgens Scholten moet er niet te makkelijk gedacht worden over het fors inkrimpen van de veestapel. ‘De consequentie van het inkrimpen van de veestapel is dat voor heel veel mensen een perspectief op inkomsten wegvalt. 10 procent van de economie is gebaseerd op de landbouw. Hoe gaan we dat in Nederland dichttimmeren?’
‘We zijn juist bezig met een kwalitatieve verbetering van het landbouwsysteem in Nederland. Dat biedt een perspectief voor boeren en de economie,’ aldus Scholten. Maar volgens Scholten hebben uitspraken over halvering van de veestapel een goed perspectief weggenomen bij boeren en loopt de invoering van innovatieve oplossingen hierdoor zelfs gevaar.
Uitzending
17 november in De Monitor: Waar moet het heen met de landbouw in Nederland? Is inkrimping van de veestapel nodig of bieden kringlooplandbouw en innovaties perspectief?