De chemische industrie dwarsboomt Europese pogingen om wetgeving op te stellen die de gezondheidseffecten van wijdverbreide polymeervervuiling moeten onderzoeken en reguleren. Hiervoor waarschuwen milieu-ngo’s en het Europese Milieubureau EEB.
Een nieuw EU-wetsontwerp laat zien dat (na gelobby van de industrie) straks 94 procent van de polymeren – schadelijke stoffen in plastics – buiten de regelgeving zullen vallen, ondanks toenemende zorgen over de effecten. Dit schrijft het EEB in een nieuw rapport.
In oktober wees de Europese Commissie op een gebrek aan kennis over de gezondheids- en milieurisico’s van polymeren. De Commissie besloot daarop dat vanaf 2022 polymeren verplicht onderzocht moeten worden op mogelijke schadelijke bijwerkingen. Dat zou de eerste stap zijn richting een verbod op bepaalde stoffen.
Polymeren uitgezonderd van strenge eisen
De EU eist basisinformatie en veiligheidstests voor alle chemicaliën die in Europa worden gemaakt of geïmporteerd. Dit is geregeld in het Europese registratiesysteem voor de toelating van chemische stoffen, REACH. Polymeren zijn nu de enige uitzondering van REACH.
De Europese Commissie heeft nu een wetsontwerp ter inspraak ingediend. Het EEB is een van twee officiële waarnemers bij de inspraak over het wetsvoorstel en heeft geconcludeerd dat daarin de eisen van ngo’s grotendeels ontbreken. De eisen van de industriële sector zijn daarentegen wel meegenomen, schrijft het EEB.
Slechts 12.000 (6 procent) van de naar schatting 200.000 polymeren op de markt zullen straks veiligheidscontroles moeten ondergaan, voorspellen experts van de Europese Commissie.
Aangetroffen in mens en dier
Polymeren zijn het hoofdbestanddeel van plastic, hars en verf maar komen ook voor in tal van andere producten, zoals kleding, luiers en auto-onderdelen. Vervuiling door polymeren is wijdverspreid en mogelijk onomkeerbaar, zeggen wetenschappers.
Onderzoek naar gezondheidsrisico’s wordt belemmerd door het recht op bedrijfsgeheim. Maar experts van de Commissie denken dat ongeveer de helft van alle polymeren schadelijk kunnen zijn voor de menselijke gezondheid of het milieu.
De industrie heeft regulering tot nu toe afgehouden door te claimen dat polymeren te groot zijn om door menselijke cellen door te dringen. Toch hebben wetenschappers inmiddels kleine deeltjes van polymeer aangetroffen in menselijke placenta’s en aangetoond dat deze zich ophopen in de hersenen, lever en nieren van dieren.
Alle polymeren gereguleerd?
Het nieuwe wetsontwerp verplicht de industrie niet eens om basisinformatie te verstrekken over de hoeveelheid en de kenmerken van aanwezige polymeren in producten. Alle massaal geproduceerde polymeren die zich ophopen in het milieu, zoals polystyreen, polyester, polyethyleen en polypropyleen, zouden ondanks de risico’s die de stoffen meebrengen, aan het toezicht ontsnappen.
Dit was voor een groep van dertig wetenschappers aanleiding om de Europese Commissie te waarschuwen dat alle polymeren gereguleerd moeten worden. Dit zou logisch volgen uit bestaande EU-wetgeving die vereist dat de industrie moet bewijzen dat chemicaliën veilig zijn voordat ze kunnen worden verkocht. Nu wordt deze wettelijke vereiste op grote schaal genegeerd door de chemische industrie, waarin jaarlijks miljarden omgaan, stelt het EEB.
Experts van de Commissie zeggen dat openheid over polymeren de industrie zou sieren, en “een zeer grote winst zou zijn voor de bescherming van mens en milieu”.
Leden van de Commissie organiseerden bijeenkomsten met afgevaardigden van regeringen, ngo’s en bedrijven om het wetsvoorstel aan te scherpen. Maar, zo schrijft het EEB, de gesprekken werden gedomineerd door tien industriële groepen, waaronder lobbyisten van bedrijven als Dow, Basf en Ineos. Lobbyisten van het overkoepelende chemische concern CEFIC hebben veelvuldig het woord gevoerd, zo blijkt uit de notulen van de eerste inspraakvergadering.