De regering-Trump heeft besloten om de bouw van het bijna voltooide offshore windpark Revolution Wind bij Rhode Island en Connecticut te stoppen. En Ruth Porat, president en CIO van Google, zet vol in op fossiele brandstoffen om de AI-tak te voeden. Porat lijkt daarmee opnieuw een historische misrekening te maken. Tijdens de financiële crisis werkte zij bij Morgan Stanley met subprime-hypotheken die de wereldeconomie aan de rand van de afgrond brachten. Nu dreigt ze bij Google hetzelfde te doen, dit keer niet met huizen, maar met energie.
Het Revolution Wind project moest in 2025 operationeel zijn en ruim 350.000 huishoudens van stroom voorzien, en was al voor 80% afgerond door de Deense bouwer Ørsted, toen het Amerikaanse Bureau of Ocean Energy Management op 25 augustus het bevel gaf alle werkzaamheden stil te leggen. Officieel zou dit te maken hebben met “nationale veiligheidsbelangen”, maar om welke belangen of risico’s het gaat werd niet vermeld.
Politieke lading
Voor de Democratische gouverneurs van Rhode Island en Connecticut is het besluit onacceptabel. Zij zien het als een directe bedreiging voor de klimaatdoelen van hun staten, die sterk afhankelijk zijn van wind op zee vanwege de beperkte ruimte voor energieprojecten op land. De democratische senator Chris Murphy verbond het besluit openlijk aan Trumps banden met de olie-industrie: volgens hem is dit het resultaat van een corrupt systeem waarin fossiele bedrijven politieke gunsten kopen met campagnedonaties.
Trump heeft zich eerder uitgesproken als fel tegenstander van windenergie. Hij noemt windturbines ontsierend voor het landschap, beweert dat het geluid kanker veroorzaakt en bestempelde wind- en zonne-energie recent als “THE SCAM OF THE CENTURY!”. Zijn nieuwe termijn in het Witte Huis staat in het teken van het bevoordelen van fossiele brandstoffen en het terugdraaien van steun aan hernieuwbare energie.
Botsende belangen
Het stilleggen van Revolution Wind toont aan hoe groot de kloof is tussen nationale en lokale prioriteiten. Voor staten als Rhode Island en Connecticut is het project cruciaal om wettelijke klimaatdoelen te halen.
Tegelijkertijd zijn er belangengroepen die juist blij zijn met het besluit. Zo prees de organisatie Green Oceans de ingreep als bescherming van de oceaan en het mariene ecosysteem. Zij hadden eerder al geprobeerd de bouw via de rechter te blokkeren.
Symboolpolitiek
Revolution Wind is niet het eerste offshore project dat door Trump wordt stilgelegd. Eerder overkwam Empire Wind in New York hetzelfde lot, al kon de bouw daar na politieke druk hervat worden. De gang van zaken rond Revolution Wind is daarmee meer dan een lokaal geschil: het is een symbool van de richting waarin de Verenigde Staten hun energiebeleid sturen.
Terwijl wetenschappers benadrukken dat snelle omschakeling naar hernieuwbare energie nodig is om de ernstigste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen, kiest de regering-Trump juist voor vertraging. Voorstanders zien de stillegging als een bedreiging voor de energietransitie én voor de geloofwaardigheid van Amerika’s klimaatbeleid.
Google gokt verkeerd
Ook Google deelt klappen uit aan het klimaat. Waar Google jarenlang werd geprezen om zijn ambitieuze klimaatbeleid, draait het onder Porats leiding richting fossiele brandstoffen en kernenergie. Porat prijst zelfs aanvallen op het “klimaat-extremisme” en haar lobbyisten willen uitstel van duurzame verplichtingen. Dit alles onder het mom van “betrouwbaarheid” en “pragmatisme”.
Maar net als bij subprime wordt hier de realiteit genegeerd: de goedkoopste en snelst groeiende energiebronnen zijn inmiddels zon en wind. De kosten zijn spectaculair gedaald: zonne-energie is vandaag drie keer goedkoper dan kolen en de helft goedkoper dan gas. Kernenergie? Zes keer duurder en berucht om vertragingen.
Concurrentie begrijpt het wel
Ondertussen sluiten Meta en Microsoft megadeals voor zonne- en windenergie, leggen hun energiekosten voor decennia vast en bouwen zo een structureel concurrentievoordeel op. Hun datacenters voor AI zullen straks draaien tegen 40–50% lagere energiekosten dan de fossiele faciliteiten van Google. Dat is geen ideologie. Dat zijn harde zakelijke cijfers.
Een dure fout in wording
De parallel met 2008 is pijnlijk. Toen negeerde Wall Street de fundamentals van de huizenmarkt en stortte het systeem in. Vandaag zijn fossiele brandstoffen de nieuwe subprime: duur, riskant en fundamenteel uit de pas met de marktontwikkeling. Toch kiest Porat ervoor er miljarden op in te zetten.
De ironie? Porat bouwde haar reputatie op risicomanagement. Maar opnieuw staat ze op het punt het grootste risico van haar carrière te onderschatten: klimaat en energie.
De strijd rond Revolution Wind en de koerswijziging van Google laten zien hoe klimaatdoelen, economische belangen en politieke ideologie op ramkoers liggen. De uitkomst kan niet alleen bepalend zijn voor de toekomst van Amerika’s energievoorziening, maar ook de financiele. Als subprime de bom van 2008 was, dan zijn fossiele brandstoffen de tikkende tijdbom van vandaag. Wie opnieuw de fundamentals negeert, vraagt om een crash. En, opnieuw, om klappen voor het klimaat.
Blijf op de hoogte met de nieuwsbrief. Meld je hier aan.
( Je kunt ons ook steunen door lid te worden of te doneren )