Het CBS maakte onlangs bekend dat het energieverbruik in Nederland in 2016 in totaal 3131 petajoule bedroeg. Ruim 90 procent van deze energie werd opgewekt met fossiele brandstoffen als aardgas, aardolie en steenkool. Het gebruik van steenkool zorgde voor de opwekking van 430 petajoule, bijna 14 procent van het totaal. Hoewel aardgas en aardolie een aanzienlijk groter aandeel hebben in de energievoorziening, staan de kolencentrales in Nederland al enige tijd onder druk. Steenkool veroorzaakt namelijk relatief veel meer CO2-uitstoot. In het Energieakkoord van 2013 werd daarom afgesproken dat de oudste vijf kolencentrales in Nederland zouden worden gesloten, drie hiervan zijn inmiddels dicht, de overige twee volgen dit jaar.
Er werden echter ook drie nieuwe kolencentrales geopend in 2015 en 2016. Samen met nog twee kolencentrales uit de jaren ’90 brengen zij het totaal op vijf in werking zijnde kolencentrales. Het lot van de laatste vijf kolencentrales van Nederland is een belangrijk onderwerp van discussie in het klimaatdebat. Veel kolencentrales stoken bovendien biomassa bij (waarvoor subsidie wordt gegeven), deze biomassa bijstook vormt een belangrijk aandeel van de huidige opgewekte hernieuwbare energie. De politiek is zeer verdeeld over dit onderwerp. Een definitieve beslissing over het sluiten van de laatste vijf kolencentrales werd daarom in januari 2017 doorgeschoven naar het volgende kabinet.
Nu de verkiezingen voorbij zijn en de kabinetsformatie in volle gang is, wordt langzaam duidelijk welke partijen mogelijk deel uit zullen maken van het nieuwe kabinet. Wat voor besluit zou een nieuwe regering mogelijk nemen over deze kwestie?
Beleid afgelopen kabinetsperiode
VVD en CDA behoren tot de partijen die zich, zowel in het verleden als in het heden, het meest verzetten tegen de sluiting van de kolencentrales. VVD stemde steevast tegen moties van D66 en Groenlinks voor het onderzoeken van mogelijke sluiting. Ook CDA en PvdA waren in een meerderheid van de gevallen tegen, in tegenstelling tot de Christenunie, die al deze moties steunde. Moties van PvdA en D66 voor het zwaarder belasten en uitfaseren van de kolencentrales werden beide door VVD afgewezen, CDA was alleen tegen het uitfaseren. Ook stemden VVD en CDA tegen alle moties die werden ingediend om de SDE+ subsidie voor de bijstook van biomassa tegen te gaan. Deze moties werden ingediend door onder meer de Christenunie, PvdA en D66, in alle gevallen gesteund door Groenlinks. Daarnaast stemde de VVD ook tegen de verplichte certificering van biomassa. Wel stemde het kabinet Rutte II (VVD en PvdA) in met het Energieakkoord, dat leidde tot de sluiting van vijf kolencentrales. Daarna bleef VVD echter verdere acties, waaronder de voorgestelde Klimaatwet van PvdA en Groenlinks, tegenwerken.
Partijprogramma’s
In hun verkiezingsprogramma’s houden de meeste partijen dezelfde koers aan, zo wordt in de programma’s van VVD en CDA het sluiten van de kolencentrales niet genoemd. De VVD pleit wel voor het behalen van de doelstellingen in het Energieakkoord en op Europees niveau. Omdat het bijstoken van biomassa in de kolencentrales een groot deel van het vereiste percentage hernieuwbare energie oplevert, zou het sluiten van de kolencentrales deze doelstellingen mogelijk onhaalbaar maken. Wel noemt de VVD het verminderen van de emissierechten als een geschikte maatregel om energie uit kolen te ontmoedigen. De partij wijst er meermaals op dat door de emissierechten het sluiten van kolencentrales in Nederland er juist voor kan zorgen dat deze elders openen. Ook het CDA pleit voor grensoverschrijdende maatregelen, waarin kolencentrales zwaarder worden belast dan minder vervuilende alternatieven.
PvdA, D66, Christenunie en Groenlinks zijn het allemaal met elkaar eens; de kolencentrales zullen op den duur moeten sluiten, alleen de periode waarbinnen dit gerealiseerd moet worden verschilt. Groenlinks wil binnen vier jaar van de kolencentrales af, D66 uiterlijk voor 2025. Christenunie spreekt van ‘binnen één generatie’ en PvdA van ‘zo snel mogelijk’. Wat betreft de subsidie voor biomassa bijstook willen Groenlinks, D66 en de Christenunie hier in hun programma expliciet van af. De PvdA vindt dat men terughoudend moet zijn met de bijstook, maar schrijft niets over de subsidie. Biomassa wordt door de VVD en het CDA alleen terloops of niet genoemd in het verkiezingsprogramma.
Wat is de toekomst van de kolencentrales?
Afgaande op de voortgang van de huidige kabinetsformatie is de kans aanwezig dat een volgend kabinet bestaat uit VVD, CDA, D66 aangevuld met een linkse partij als Groenlinks, PvdA of Christenunie. Wanneer de voorgeschiedenis en de huidige partijprogramma’s van deze partijen tegen elkaar worden afgezet lijkt er geen duidelijk overwicht te komen voor of tegen sluiting van de kolencentrales. De partijen zullen elkaar moeten zien te overtuigen door middel van steekhoudende argumenten of ouderwetse uitruil. Het eerste struikelblok is of de nationale en Europese afspraken voor het aandeel hernieuwbare energie nog gehaald kunnen worden wanneer de kolencentrales nu worden gesloten.
In 2015 werd 5,8 procent van de Nederlandse energie duurzaam opgewekt, dit moet in 2020 14 procent zijn. Volgens de planning zou de bijstook van biomassa daar 1,2 procent van bijdragen, maar als de kolencentrales sluiten zal dit binnen een korte tijd op een andere manier gerealiseerd moeten worden. Henk Kamp van de VVD stelt dat dit niet binnen deze termijn mogelijk is. De andere partijen wijzen eerder naar het Urgenda-vonnis, waarin de rechter oordeelde dat Nederland voor 2020 de uitstoot met 25 procent moet verminderen ten opzichte van 1990. Het sluiten van de kolencentrales zou een flinke nationale reductie teweeg brengen.
Een ander punt dat hierop aansluit is of de nationale CO2 reductie zin heeft wanneer dit in internationaal perspectief wordt gezet. Tegenstanders wijzen hierbij naar het Europese systeem met emissierechten; het sluiten van de kolencentrales zou de emissierechten in andere landen goedkoper maken zodat de totale emissie per saldo gelijk blijft of zelfs stijgt. Het opkopen van de emissierechten zou dan een betere besteding van het geld zijn. Volgens voorstanders van sluiting moet op dit moment de prijs van emissierechten echter dusdanig stijgen voor ze kolencentrales ontmoedigen, dat dit buiten bereik ligt. Dan is nationale actie beter dan niets doen, vinden deze partijen.
Het sluiten van de kolencentrales zal één van de onderwerpen zijn waarover tijdens de kabinetsformatie flink wordt onderhandeld. Het lot van de kolencentrales en de biomassa bijstook zal afhangen van welke partij bereid is in te schikken, of wellicht wordt er een compromis bereikt over de periode en voorwaarden waarbinnen de centrales worden uitgefaseerd.