Meelwormen zijn niet alleen in staat om plastics te verorberen, ze slagen er ook in om de giftige stoffen in dat plastic af te breken. Het goede nieuws is bovendien dat de beestjes nadien nog als veilig voedsel voor andere dieren kunnen dienen. Dat ontdekten onderzoekers van Stanford University.
Kleine witte meelwormen (de larven van de meeltor) zouden wel eens een oplossing kunnen bieden voor het immense plasticprobleem waar de wereld vandaag tegenaan kijkt. Niet alleen zijn de insecten in staat om verschillende vormen van plastic te consumeren, dat toonde eerder onderzoek al aan, ze kunnen ook Styrofoam (piepschuim) eten dat giftige chemische additieven bevat. Na maximaal 48 uur worden die afgebroken of natuurlijk afgescheiden door de meelworm.
Nadien kunnen de meelwormen dus nog steeds veilig worden gebruikt als eiwitrijk voedsel voor andere dieren zoals garnalen of kippen. Dat stelt een nieuwe studiein Environmental Science & Technology.
Geen ophoping van toxische stoffen
De studie is de eerste die onderzoekt waar chemicaliën in plastics terechtkomen nadat ze worden afgebroken in een natuurlijk systeem – in dit geval de darm van een meelworm.
“Het is verbazingwekkend dat meelwormen blijkbaar in staat zijn om een chemisch additief te eten zonder dat het zich na verloop van tijd in hun lichaam ophoopt”, zegt hoofdauteur van de studie, Anja Malawi Brandon.
Nadat eerder onderzoek had uitgewezen dat meelwormen plastics kunnen opruimen door het op te eten, bleef de vraag wat er nadien met de insecten moest gebeuren.
“Dit werk geeft een antwoord aan alle mensen die zich afvroegen of het wel veilig is om dieren te voederen met de meelwormen die eerder piepschuim hadden gegeten”, zegt coauteur Wei-Min Wu.
Verpakking en isolatie
Brandon, Wu en hun collega’s keken naar piepschuim of polystyreen, een veel voorkomend kunststof dat meestal wordt gebruikt voor verpakking en isolatie, maar erg veel kost om te recycleren vanwege de lage dichtheid en omvang.
Polystyreen bevat de vlamvertrager hexabromocyclododecaan of HBCD. Het additief is een van de vele die worden gebruikt om de eigenschappen van kunststoffen te verbeteren of de ontvlambaarheid ervan te verminderen.
Alleen al in 2015 werd volgens verschillende onderzoeken bijna 25 miljoen ton van deze chemicaliën aan kunststoffen toegevoegd. Sommige, zoals HBCD, kunnen een aanzienlijke impact hebben op de gezondheid van de mens en het milieu, variërend van hormoonontregeling tot schadelijke bijwerkingen op het zenuwstelsel.
In het licht daarvan is de Europese Unie van plan HBCD te verbieden en evalueert het Amerikaanse Environmental Protection Agency het risico.
Gezonde meelwormen
De meelwormen uit het Stanford-experiment scheidden ongeveer de helft van het polystyreen dat ze consumeerden uit als kleine, gedeeltelijk afgebroken fragmenten; de andere helft als CO2.
Meelwormen die een dieet van polystyreen (inclusief HBCD) te eten kregen waren even gezond als dieren die een normaal dieet kregen. Hetzelfde gold voor garnalen die de meelwormen aten die eerder HBCD hadden verorberd.
De onderzoekers erkennen dat HBCD-resten die door meelwormen worden uitgescheiden nog steeds een gevaar vormen en dat er nog niets geweten is over andere veelgebruikte plastic-additieven en hun lot nadat ze door meelwormen worden opgegeten.
Hoewel ze hoopvol zijn voor de oplossingen die meelwormen bieden op het vlak van de wereldwijde plasticafvalcrisis, zeggen ze dat permanente oplossingen in de vorm van biologisch afbreekbare vervangingsmaterialen voor plastics de voorkeur genieten.
Volgens de Duurzaamheidsdoelstellingen van de VN moeten we tegen 2030 minder afval produceren en vervuiling tegengaan. Dat is een van de doelen die beschreven worden in SDG12 (verantwoorde consumptie en productie).