We moeten het gebruik van bepaalde stoffen in plastic terugdringen die gelinkt worden aan kelderende zaadcellen, waarschuwt een vooraanstaand wetenschapper. Ondertussen liggen landen met elkaar overhoop over chemische regels, wat ertoe leidde dat een belangrijk verdrag tegen plasticvervuiling is geklapt.
Wereldwijd daalt het aantal zaadcellen bij mannen al vijftig jaar met ongeveer 1% per jaar (de laatste jaren zelfs met 2%), en de vruchtbaarheid gaat in hetzelfde tempo achteruit, blijkt uit studies.
Overgewicht, te weinig beweging en vergrijzing worden vaak als oorzaken genoemd. Maar volgens dr. Shanna Swan, hoogleraar milieugezondheid in New York, speelt de omgeving – en vooral giftige stoffen daarin – de grootste rol.
Swan zegt tegen The Guardian dat de daling “vooral, maar niet alleen, komt door gifstoffen in het milieu die hormonen verstoren”.
In 2017 publiceerde ze een analyse die liet zien dat het aantal zaadcellen in Noord-Amerika, Europa en Australië tussen 1973 en 2011 met bijna 60% was gedaald. Toen ze het onderzoek in 2023 uitbreidde met nieuwe data uit Afrika, Azië en Zuid-Amerika, waren de resultaten nóg schokkender.
“In zowel westerse als niet-westerse landen zagen we een sterke daling,” zegt Swan. “En wat misschien nog zorgwekkender is: voor 2000 ging het gemiddeld om 1% per jaar, maar na 2000 zelfs om meer dan 2% per jaar. Het gaat dus steeds sneller achteruit.”
De waarschuwing komt op een moment dat er steeds meer zorgen zijn over de impact van chemische stoffen op mens en natuur. Een recent rapport, mede beoordeeld door Swan, stelt dat chemische vervuiling “een bedreiging van dezelfde orde als klimaatverandering” is, maar veel minder aandacht krijgt.
Verstoorde hormonen
De neergang van zaadcellen loopt opvallend gelijk met de opkomst van plastics sinds de jaren ’50. Volgens Swan is er inmiddels overtuigend bewijs dat veel gebruikte weekmakers en andere stoffen in plastic een rol spelen. Ze worden ook wel hormoonverstoorders genoemd.
“Ftalaten maken plastic zacht en flexibel,” legt Swan uit. “Dus denk aan zachte waterflesjes, medische slangetjes of soepele voedselbakjes: daar zitten ftalaten in. Het tegenovergestelde zijn bisfenolen, die plastic juist hard maken. Maar het probleem is dat ftalaten het testosteron verlagen en bisfenolen het oestrogeen verhogen.”
Deze stoffen zijn vooral gevaarlijk voor ongeboren kinderen. Swan onderzocht eerder hoe ftalaten de ontwikkeling van jongetjes in de baarmoeder beïnvloeden. Blootstelling op het verkeerde moment kan leiden tot subtiele afwijkingen, zoals een kleinere penis, een kortere afstand tussen anus en geslachtsdelen en later ook minder zaadcellen – het zogeheten “ftalaatsyndroom”.
“Als je wereldwijd ziet dat het aantal zaadcellen daalt, geloof ik dat dit het gevolg is van vroege blootstelling aan deze stoffen,” zegt ze.
Weer geen plasticverdrag
Hoewel ze geen commentaar wilde geven op de mislukte onderhandelingen in Genève over een mondiaal plasticverdrag, vindt Swan dat er dringend actie nodig is tegen schadelijke toevoegingen in plastic – en dat er veilige alternatieven ontwikkeld moeten worden.
“Mensen kunnen intussen wel opletten,” zegt ze. “Herbruikbare materialen gebruiken, letten op hun afhaalbakjes en glazen flesjes meenemen voor drankjes. Dat helpt een beetje. Maar het grotere probleem blijft: hoe maken we plastic veiliger?”
De vooruitzichten zijn somber. Na bijna twee weken onderhandelen kwamen de landen in Genève niet tot een akkoord, vooral omdat olie- en gaslanden tegen beperkingen van productie en chemicaliën waren.
Bijna 100 landen riepen nog op om “de meest schadelijke plasticproducten en chemicaliën stap voor stap uit te bannen”. Toch liet de concepttekst van de onderhandelaars elk voorstel om chemische stoffen te reguleren achterwege.
Blijf op de hoogte met de nieuwsbrief. Meld je hier aan.
( Je kunt ons ook steunen door lid te worden of te doneren )