Je kan het zo gek niet bedenken of men is enthousiast over de circulaire economie. Beleidsmakers, bedrijven, financiers, duurzaamheidsorganisaties: iedereen is voor de circulaire economie. Want wie wil dat nou niet: een samenleving die duurzamer is waarbij er ook nog eens banen worden gecreëerd én winst wordt gemaakt. Dat is tenminste wat vaak wordt gezegd. Dus ongeveer zoals de economie nu functioneert, maar dan meer, beter en duurzamer. Maar hoe begrijpelijk het ook is om de circulaire economie zo te verkopen dat ook beleidsmakers er zin in krijgen, het verhaal moet wel kloppen. Hoe verkoop je de circulaire economie zonder de werkelijkheid geweld aan te doen?
Lineaire verwachtingen
Wat je vaak ziet in proza over de circulaire economie is dat de verwachting is dat een circulaire economie vooral ook banen en liefst ook economische groei oplevert. Dat is de belofte waaronder de circulaire economie vaak wordt verkocht. Zo gaf de Europese Commissie vorige week nog bij een update van hun circulaire pakket aan dat de circulaire economie Europa 2 miljoen banen kan opleveren. Ook zijn er al diverse rapporten verschenen waarin wordt aangegeven dat een circulaire economie extra economische groei en banen oplevert. In onze lineaire economie is economische groei, het steeds meer produceren van goederen en diensten, van cruciaal belang. Maar als maatstaf heeft het vrij weinig met een circulaire economie te maken.
Materialiteit organiseren
Wat is de circulaire economie dan wel? De circulaire economie gaat in de kern om het sluiten van materiaalstromen. Hoe kunnen we het gebruik van materialen op zo’n manier organiseren dat we in de basis zo min mogelijk verbruiken, zo min mogelijk afval produceren en materialen zo lang mogelijk blijven gebruiken? Het succes van een circulaire economie zal dan ook vooral af te meten zijn van hoe we het sluiten van kringlopen zo succesvol mogelijk weten te organiseren. Dus met minder gebruik, minder afval, minder uitstoot van broeikasgassen, langer gebruik van producten en betere benutting van alles wat is geproduceerd. Dit zegt dus nog helemaal niets over banen of economische groei.
Een partiële analyse
Het organiseren van de materiaalstromen is vooral iets dat zichtbaar is bij bedrijven en in de samenwerking van bedrijven: zij proberen in de praktijk om kringlopen te sluiten. Door producten en productieprocessen aan te passen, samen te werken met andere bedrijven en bijvoorbeeld nieuwe markten voor (voorheen) afvalstoffen te ontginnen. Hier komt de bewijsvoering voor banen en financieel succes vaak vandaan: bedrijven of sectoren die door circulair te organiseren banen weten te creëren en een succesvol verdienmodel hebben. Die banen zijn dan vaak dienstverlenende banen, bijvoorbeeld in de (retour-)logistiek of reparatie. Dit is het begin van een circulaire economie, maar niet het hele verhaal.
Deze succesvolle circulaire bedrijven zijn de winnaars van de circulaire economie. Daartegenover staan de lineaire verliezers. Dat zijn de bedrijven die hun bedrijfsmodel aangevallen zien worden door de circulaire nieuwkomers. Zij verliezen marktaandeel. Volgens een recent verschenen rapport van de Ellen McArthur Foundation is dat risico voor sommige sectoren, zoals de auto-industrie en de vleesverwerkende industrie, substantieel. Bedrijven in deze sectoren zijn doorgaans bij uitstek lineair: zij produceren op een manier waarbij ze bijzonder weinig rekening houden met milieu-effecten en het verbruik van grondstoffen, en zijn in hoge mate afhankelijk van groei van de omzet. In deze sectoren zal het aantal banen naar verwachting afnemen. Dus of een circulaire economie per saldo goed is voor de werkgelegenheid, laat staan voor economische groei, is maar zeer de vraag.
De macro-economische belofte van de circulaire economie
De vraag is of dat erg is. Want het belangrijkste is dat de circulaire economie doet is de economische kringloop dematerialiseren: met minder grondstoffen meer spullen kunnen gebruiken. En dat levert een duurzamere samenleving op die ook voor toekomstige generaties nog leefbaar is. In de circulaire economie kunnen we dus meer waarde ontlenen aan alle materialen die we gebruiken en dus meer welvaart creëren door minder te maken. En doordat we minder hoeven te maken, hebben we ook minder maakbanen nodig. Daar komen bijvoorbeeld reparatiebanen en logistieke banen voor in de plaats. Maar wellicht minder banen. Wat we dan over houden is alleen een verdelingsprobleem. Immers, we hebben de welvaart al. Dat is de belofte van de circulaire economie: meer welvaart met minder materiaal en een rustiger leven.
Hans Stegeman
Hans Stegeman werkt bij Triodos Investment Management. Daarnaast werkt hij aan een proefschrift over de macro-economie van de circulaire economie aan de Radboud Universiteit te Nijmegen.