Wat je ook verwacht, het wordt altijd anders. Die conclusie mag je wel trekken nu we het laatste jaar van het tweede decennium van de 21ste eeuw ingaan. 19 jaar geleden zou het internet op zwart gaan en zelfs de wereld vergaan bij het wisselen van het millennium. Ze zijn er allebei nog. Alleen ziet die wereld er inmiddels wel wat anders uit dan veel mensen toen verwachtten.
Een belangrijke rode draad is de disruptieve werking van technologie. Het begrip disruptief werd in het begin vooral in een positieve context gebruikt: oude, slecht functionerende systemen zouden in recordtempo worden afgebroken om plaats te maken voor nieuwe, die vooral ten dienste zouden staan van de samenleving.
Disruptief waren ze inderdaad, die nieuwe ontwikkelingen, maar vooral ook in de vorm van een digitale schaduwwereld die een bedreiging van formaat geworden is voor onze vrijheid, veiligheid en privacy. En niet te vergeten, onze baan.
Het internet, dat een oneindige markt voor iedereen beloofde, is nu vooral een geldmachine voor een paar megabedrijven die geen concurrentie naast zich dulden. Onbegrensde toegang baarde nepnieuws en datadiefstal. Privacy is alleen nog een woord in wetten die nauwelijks gehandhaafd kunnen worden. De exploderende energiehonger van de digitale wereld brengt ons steeds dichter bij onomkeerbare klimaatverandering. En de illiberale democratie ontpopt zich als eufemisme voor de nieuwe dictatuur.
Achteraf gezien gebeurde dan ook het onvermijdelijke: samenlevingen die vooral op valse beloften zijn gebouwd kiezen de grootste leugenaars tot leider. Valse beloften aan samenlevingen die niet meer functioneren brengen vluchtelingenstromen op gang. Vals geld holt de economie en het klimaat uit. En angst roept het verlangen naar sterke leiders op.
De grote verhalen van de mensheid brengen allemaal eenzelfde boodschap: die van vertrouwen, gelijkwaardigheid, samenwerking. Het ‘Heb je naaste lief’ is de verbinding. Wat we zien is wantrouwen, verdeeldheid en conflict.
Misschien moeten we dat ‘naaste’ wel meer letterlijk nemen. Want door de toenemende omvang en digitalisering is vooral de emotionele afstand tussen mensen zo groot geworden dat we elkaar niet meer horen, alleen nog zien als informatie, als data op een schermpje. Verkleinen van de afstand tussen mensen en teruggaan naar meer echt contact kan een sleutel zijn.
Samen gaan zitten om een conflict uit te spreken, elkaar de hand schudden om een deal te beklinken, het zijn meer dan metaforen. Het zijn noodzakelijke momenten om daadwerkelijke verbinding tussen mensen tot stand te brengen.
Na een lange tijd van groter en meer moeten we gaan naar dichterbij en beter. Tussen mensen die elkaar echt kennen ontstaat makkelijker vertrouwen. Dat vertaalt zich in een stabielere economie en samenleving. Die organiseren zich makkelijker in vele kleine gemeenschappen die samen op basis van eigen kracht en van positieve gemeenschappelijke waarden een grote wereld vormen.
Ook die tendens is zichtbaar, bij voorbeeld bij steden die het voortouw nemen in klimaataanpak. In bedrijven die hun resultaat in echte waarden gaan meten. In gemeenschappen die een eigen betaalmiddel scheppen om de onderlinge economie mee te versterken. In de toenemende vraag naar streekproducten. In het bewustzijn van de regionale identiteit.
Het getal 3 staat voor creatie, emotie en communicatie. In de overgang naar het derde decennium van deze eeuw zijn dat eigenschappen die we goed kunnen gebruiken om dat nieuwe tijdperk vorm, inhoud en waarde te geven; het tijdperk van samen en dichtbij. Nu nog even 2019 doorkomen.
Peter van Vliet