Kent u die uitdrukking, dames en heren: “We komen elkaar tegen”? Het zou zo maar de opening kunnen zijn van een belerende speech van dominee Gremdaat. Ik kwam het echter tegen in de beetje droevige afscheidscolumn van professor Jan Jonker. Hij gaat iets anders doen.
“We komen elkaar tegen” kan hoopvol bedoeld zijn, gepaard gaand aan vriendelijke begroeting met handdruk, of driewerf zoenen langs het oor. Maar het kan ook onheilspellend klinken. Als een dreigement in de geest van “Ik zal je wel krijgen, lelijke etterbak”.
We komen elkaar tegen is ook raadselachtig, want wie zijn we? Zijn wij de groene lezers en schrijvers van Duurzaamnieuws onderling? Of zijn wij de groene en “zij” de andere. Ik heb het idee dat dat laatste, die vijandige confrontatie, sterk aan het toenemen is. Zo zie ik steeds vaker dikke chocoladeletters in De Telegraaf die min of meer stellen dat alle groenen gek zijn geworden.
Ik hoor ook dat sociaal geëngageerde partijen het, al of niet voor politiek gewin, opnemen voor de minder draagkrachtigen en tegen de regering ageren vanwege duurder gas en benzine. “We komen elkaar nog wel tegen! ” zie ik ook in gedachten in tekstballonnen boven de hoofden van de milieubeweging terwijl de mannen en vrouwen boos weglopen uit het overleg omtrent het klimaatakkoord omdat de industrie niet wil meebetalen.
In de VS gaan de Republikeinen op het slagveld van milieu en klimaat de Democraten tegenkomen, nu die laatste weer de meerderheid in het huis van afgevaardigden hebben. Bij onze buren aan de overkant gaan de Leavers de Remainers tegenkomen nu het er echt om gaat spannen. Maar hoe vermakelijk, opgewonden en geanimeerd de parlementaire discussie daar ook verloopt, het debat met argumenten raakt in zijn algemeenheid uit de mode. Tegenstanders komen elkaar steeds vaker tegen op straat, waar oplaadpunten van Tesla worden geblokkeerd door mega pick up trucks en waar zwarte gemaskerde mannen met schilden en knuppels traangasgranaten werpen naar mensenmassa’s in gele hesjes. Zelfs hulpverleners die proberen levens te redden komen steeds vaker agressieve tegenstanders van een bedenkelijk allooi tegen.
De tweespalt tussen “wij” en “zij” escaleert, nuance verdwijnt en generalisatie viert hoogtij. En toch hebben we maar één aarde. Een eeuwenoude moeder aarde die binnen een halve eeuw te klein voor ons is geworden. Een moedertje aarde dat in brand staat, verdroogt of overstroomd en die ons niet meer kan voeden, waarop straks geen natuurlijke schoonheid meer valt te bewonderen. Die eigenlijk op sterven ligt omdat wij haar met z’n allen kapot maken.
Maar misschien is het nog niet te laat. Misschien gaan we eindelijk eens ons verstand gebruiken. Stoppen we met geld tellen en met elkaar de schuld te geven en zetten we ons vernuft gezamenlijk in voor een levensreddende operatie. Misschien gebeurt dat nog op tijd voordat de laatste gletsjer is gesmolten, als we elkaar echt tegenkomen. Wij en onze doodzieke moeder aarde.
Daarbij wens ik eenieder veel succes in het nieuwe jaar.
Han Blok
De columns van Han Blok van de afgelopen jaren zijn gebundeld in jaarbundels en zijn vanaf 2013 te lezen op de site http://www.oermenselijk.nl