Dit is de 2e column in een serie van 3 waarin ik probeer de ingrijpende ontwikkelingen te schetsen in de bestaande bebouwde omgeving, een handreiking te bieden voor verstandige keuzes voor ‘bestaande’ organisaties en te belichten wat voor rol ethiek daarin speelt. Ik beperk me hierbij tot de bestaande sociale woningbouw.
Veel organisaties vinden het lastig hun weg te vinden in deze tijden van grote en ingrijpende veranderingen. Ondertussen is er ook nog de noodzaak om verregaand te verduurzamen. De aanpassing van organisaties gaat maar langzaam. In ieder geval veel langzamer dan de ontwikkelingen om hen heen. Hierdoor ontstaan grote ‘gaten’. Als een innovatieve startup in zo’n gat springt, zijn de gevolgen vaak zo heftig dat we spreken van een disruptieve innovatie.
Ontwikkelingen op energiegebied gaan een steeds belangrijkere rol spelen in onze maatschappij. Maar de invloed daarvan op wonen lijkt een heel andere te worden dan we eerder dachten. Tot zo’n 5 jaar geleden dachten we dat de energieprijzen enorm zouden gaan stijgen en dat de energielasten wel eens hoger zouden kunnen worden dan de huurlasten. Er werd daarom ingezet op energiebesparing, uitmondend in ‘Luchtdicht Bouwen’ en ‘Nul Op de Meter’. Dat lijkt mooi, maar niet met de wetenschap van vandaag dat energieprijzen alleen maar dalen. Dat gebeurt niet alleen als gevolg van een (wellicht tijdelijke) afnemende wereldvraag, maar ook en vooral als gevolg van zich steeds sneller ontwikkelende duurzame technologie.
Zo lees je nu al bijvoorbeeld dat olie uit de grond wordt gehaald met behulp van zonne-energie en dat netwerkbedrijven pleiten voor gratis stroom. De fossiele industrie lijkt de ontwikkelingen niet meer bij te kunnen houden. Terwijl de technische ontwikkelingen op energiegebied eigenlijk nog maar in de kinderschoenen staan en steeds sneller gaan. Dat Moore’s law hier ook wel eens van toepassing zou kunnen worden is niet denkbeeldig. Met genoemde snelle ontwikkelingen is ook een einde gekomen aan het nut van de Trias Energetica, in ieder geval waar het gaat om de volgorde van maatregelen. Duurzaam opgewekte energie zal zo goedkoop worden dat investeren in isoleren niet meer loont. En je kunt je zelfs afvragen of investeren in lokale duurzame energieopwekking blijft lonen.
Nieuwe productietechnieken gaan net zo’n stevige invloed krijgen. Wat bijvoorbeeld te denken van 3D-Printing, prefabricering en robotisering? In China print een bedrijf vandaag de dag al 10 huizen per dag voor 5000 dollar per stuk. Trek dat eens door. Een huis isoleren of renoveren? Of afbreken en met hergebruik van bestaande materialen opnieuw printen tegen een fractie van de kosten…? Wat gaat dat bijvoorbeeld betekenen voor onderhoud en renovatie? En voor een aardbevingsgebied? Herbouw is vaak nu al goedkoper dan herstellen. Groningen zou een mooie proeftuin kunnen worden voor geprinte woningen!
En dan is er de Informatie technologie. Big data, Internet of Things, Domotica; ze krijgen steeds meer invloed op de bebouwde omgeving. Kozijnen die zich zelf melden als ze aan onderhoud toe zijn, of wanneer er kritische waarden zijn bereikt. Gestructureerd onderhoudsprestaties monitoren; het kan nu al. Onderhoudsscenario’s kunnen in ieder geval veel scherper door dit soort ontwikkelingen.
Nieuwe IT maakt ook een andere manier van samenwerken en organiseren mogelijk. Data delen in de keten, processen tussen organisaties optimaliseren. Het biedt ook de mogelijkheid de klant (bewoner) een veel grotere invloed te geven. Bijvoorbeeld via het continu monitoren van gebruikservaringen of door bewoners rechtstreeks laten ingrijpen op interne processen. Ook kan via IT bijvoorbeeld live een beeld worden gecreëerd hoe een ruimte eruit ziet na een bouwkundige ingreep. In het klein kan het al: via een appje kun je op het scherm van je smartphone of tablet live zien wat een kleurwijziging doet. Het is maar een klein begin. Echt interessant wordt het als je een dergelijk systeem koppelt aan een begrotings- of offertesysteem, een ordersysteem en een productiesysteem.
We zien ook een maatschappelijke ontwikkeling: deeleconomie, service economie, verduurzaming, meer invloed van gebruikers. Met dat laatste wordt nog erg geworsteld in woningcorporatieland. Maar als het steeds gemakkelijker wordt zelf te organiseren, samen dingen op te pakken op wijk- of blok niveau, waarin zit dan nog de toegevoegde waarde van de corporatie? Een corporatiedirecteur liet onlangs optekenen: ‘We kunnen alleen de energienota verlagen’… Daarmee doet hij zichzelf en zijn huurders natuurlijk enorm te kort.
Wat (hiermee) ook duidelijk begint te worden, is dat schalen gaan strijden met elkaar: de kleine schaal van zelforganisatie op buurtniveau versus de grote schaal van (gratis) services en grootschalige (duurzame) technologie. Technologische ontwikkelingen ondersteunen beide ontwikkelingen. Beide kunnen een disruptieve invloed hebben.
Welke kant gaat het op? Zeg het maar… Maar belangrijker is: wat betekent dit voor mijn organisatie? En hoe maak ik daarin keuzes, zorg ik dat mijn organisatie de ontwikkelingen bijhoudt of zelfs gebruik maakt van de enorme mogelijkheden die zich gaan voordoen? Kortom: wat betekent dat voor de keuzes van nu en over 5 jaar? Dat hoop ik in de volgende column te schetsen.
Roelof de Vries
De sheets zijn van de Verantwoordingsrede van Jan jonker op 13 11 2015 (). Een eerdere column over Nieuwe Business Modellen in tijden van disruptie verscheen op 6 maart 2016 in Duurzaamnieuws.nl.