Eén miljard dollar. Dat is het totale budget dat de vijf grootste olie- en gasbedrijven sinds het klimaatakkoord van Parijs spendeerden aan lobbycampagnes om klimaatbeleid te vertragen, en aan publiciteitscampagnes die hen een groen imago moeten geven. Na de eerste hoorzitting ooit over klimaatmisleiding in het Europees Parlement roepen parlementairen op om ExxonMobil de toegang tot de Europese instellingen te ontzeggen.
ExxonMobil, Shell, Chevron, BP en Total spendeerden samen sinds 2015 elk jaar 195 miljoen dollar aan publiciteitscampagnes om hen een groen imago aan te meten terwijl tegelijk 200 miljoen dollar per jaar gespendeerd werd aan politiek lobbywerk om klimaatmaatregelen te controleren, te vertragen of te blokkeren. De gegevens werden verzameld door InfluenceMap, een denktank uit Londen.
Uit het rapport dat vrijdag werd uitgegeven, bleek onder andere dat BP 13 miljoen dollar schonk aan een campagne die met succes de invoering van een koolstoftaks in de Amerikaanse staat Washington tegenhield. Elk van de vijf genoemde bedrijven is overigens lid van het American Petroleum Institute dat er vorig jaar in slaagde olie- en gaswinning in de VS te dereguleren en de beperkingen op de uitstoot van methaangas terug te schroeven.
“Dat alles terwijl grote oliebedrijven zich net voordoen als de belangrijkste partners in de energietransitie”, aldus de auteurs van het rapport.
Hoorzitting ExxonMobil
De publicatie van het rapport kwam één dag na de eerste hoorzitting ooit in het Europees Parlement waar een oliegigant zich moest verantwoorden voor klimaatmisleiding. Multinational ExxonMobil zou in 1977 al geweten hebben dat CO2-uitstoot leidt tot klimaatverandering. Wegens het achterhouden en ontkennen van die informatie lopen er al rechtszaken tegen het bedrijf in Massachusetts, de staat New York en Washington D.C.
Tijdens de hoorzitting in het Europees Parlement presenteerde Geoffrey Supran, onderzoeker aan MIT en Harvard, de resultaten van een studie waarin 200 interne documenten van ExxonMobil onder de loep werden genomen. Tachtig procent van die documenten bevestigden de alarmerende conclusies van klimaatwetenschappers. Ongeveer hetzelfde percentage van alle artikelen en columns die door ExxonMobil gepubliceerd werden tijdens dezelfde periode zaaiden hierrond twijfel.
“Laten we eerlijk zijn: de wetenschap van klimaatverandering is te onzeker”, schreef het bedrijf in 1997 in de New York Times. In 2000 klonk het: “het is onmogelijk voor wetenschappers om de recente toename van temperatuur toe te schrijven aan menselijke oorzaken.”
“Het is de overtuiging van de overgrote meerderheid van experts in fossiele brandstoffen dat bedrijven, inclusief ExxonMobil, verkeerde informatie hebben verspreid om het publiek en politici te misleiden, en actie te blokkeren”, sprak Geoffrey Supran aan het eind van zijn presentatie. “Jammer genoeg zijn ze daarin grotendeels geslaagd.”
Bijdrage aan Europese economie
ExxonMobil zelf daagde niet op tijdens de hoorzitting. In een brief die gelekt werd aan IPS vraagt Nicolaas Baeckelmans, de vice-president Europese Zaken van het bedrijf, de organiserende parlementsleden aandacht te hebben voor “onze substantiële bijdrage aan de Europese economie, 14.000 werknemers in 16 EU-landen en 10 miljard aan inversteringen tussen 2013 en 2017”. Ook verwijst hij naar een wetenschappelijke studie, in 2018 door ExxonMobil besteld en betaald, die het werk van Geoffrey Supran onderuit haalt.
De afwezigheid van ExxonMobil werd gezien de ernst van de aanklacht niet goed onthaald. Molly Scott Cato, Europees parlementslid voor De Groenen, diende een voorstel in om lobbyisten van ExxonMobil voortaan de toegang te ontzeggen tot het Europees Parlement.
Indien het voorstel eind april goedgekeurd wordt zal ExxonMobil de tweede multinational zijn die dit overkomt. De eerste was Monsanto. Het bedrijf weigerde anderhalf jaar terug te verschijnen op een hoorzitting over ongeoorloofde inmenging in studies over glyphosaat in onkruidverdelger RoundUp.
Lobbyisten in Brussel
Cato’s voorstel is een zet van onschatbaar belang voor klimaatactivisten. Twee dagen voor de hoorzitting maakte de Brusselse ngo Corporate Europe Observatory nog bekend dat ExxonMobil sinds 2010 35 miljoen euro heeft gespendeerd aan lobbycampagnes om Europese beleidsmakers te beïnvloeden. Het bedrijf heeft twaalf lobbyisten in Brussel rechtstreeks in dienst en maakt daarnaast deel uit van vier denktanks en zes belangenorganisaties die samen 170 lobbyisten tewerkstellen.
Lobbyisten en kaderleden staan in direct contact met EU-commissarissen en bekleden sleutelposities in expertengroepen en adviesraden van de EU.
“Het is voor iedereen duidelijk dat ExxonMobil, en de andere oliegiganten, doen wat ze kunnen om hun verdienmodel niet in gevaar te brengen”, zegt Pascoe Sabido, onderzoeker bij Corporate Observatory Europe, “als hun belangen inderdaad zo hard indruisen tegen wat nodig is om de opwarming van de aarde tegen te gaan, dan hebben we geen andere keuze dan ze het recht te ontzeggen mee te praten over oplossingen. We moeten beleidsmakers beschermen tegen hun invloed.”
Aanpakken zoals de tabaksindustrie
Sabido vergelijkt de situatie met het gevecht tegen de tabaksindustrie dat twintig jaar terug gevoerd werd. Eén van de meest doorslaggevende maatregelen in dit gevecht was het artikel in de bindende VN-conventie over tabakscontrole dat “gezondheidsbeleid vrijwaart van commerciële en andere gevestigde belangen.”
Sabido: “Dit is ook in deze discussie nodig: het optrekken van een muur tussen beleidsmakers en de tabaksindustrie, zodat we kunnen bereiken wat we moeten bereiken.”
ExxonMobil ontkent formeel alle aantijgingen die afgelopen donderdag in het Europees Parlement gemaakt werden.