De voedselindustrie voert oorlog op je bord en vernietigt de natuur ondertussen in een angstaanjagend tempo. Dat was de strekking van de toespraak die de wereldberoemde voedselactiviste Vandana Shiva vrijdagavond hield tijdens het congres Voedsel Anders. In Wageningen Universiteit nota bene, de tempel van agroindustrie-wetenschapper Aalt Dijkhuizen, die binnenkort de scepter overgeeft aan die andere massaproductie adept, Louise Fresco.
‘Dat met voedsel oorlog wordt gevoerd is niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat de industrie die nu voedsel produceert deels zelf voortkomt uit de oorlogsindustrie’, zegt Shiva. ‘In haar hoogmoed wil die industrie nu de controle over de schepping overnemen. De afkorting GMO (die staat voor Genetically Modified Organisms) kun je ondertussen net zo goed invullen als God, Move Over’, zegt ze. Wij kunnen het beter, het onderhouden van de schepping. Het Wageningse auditorium ontploft als ze die woorden spreekt.
De voedselindustrie is een geldmachine die er vooral op is gericht om zichzelf te voeden.
Dat begon met de kunstmestindustrie, een onderdeel van de oorlogsmachine van de Tweede Wereldoorlog, die na het einde van die oorlog een nieuwe afzetmarkt moest vinden voor haar chemische wapencomponenten. Die werd gevonden in kunstmest. Politieke vrijhandelsdruk en slimme marketing zorgden er vervolgens voor dat binnen de kortste keren de rest van de wereld verslaafd werd gemaakt aan de kunstmestwedloop. Steeds meer was er van nodig, tegen als maar hogere prijzen.
Toen onkruid en insecten uiteindelijk immuun werden voor bestrijdingsmiddelen werd dat probleem aangepakt met genetische manipulatie, die er vooral op was gericht om planten bestand te maken tegen bestrijdingsmiddelen, zodat nog meer en met heftiger middelen kon worden gespoten. Dat heeft uiteindelijk alleen maar geleid tot immuniteit voor de nieuwe generatie bestrijdingsmiddelen, waardoor nu al grote delen van de landbouwgrond in de VS zijn overwoekerd door zogenaamde superweeds.
Als bijverschijnsel van de genetische engineering kon er op de aangepaste planten patent worden verkregen, zodat de boeren die gebruik maken van aangepaste zaden daar tot het einde der dagen royalties over moeten betalen. Wanneer boeren eenmaal overgaan op industriezaden is er geen weg meer terug: waar vroeger een deel van de oogst als zaaigoed voor het volgende jaar kon worden gebruikt, kan en mag dat met industriezaden niet. Het is verboden onder het patentrecht en het is onmogelijk omdat de zaden niet ontkiemen. Zo worden boeren met jaarlijks stijgende kosten geconfronteerd, die ze niet kunnen opbrengen. Alleen al in India heeft dat in de afgelopen jaren geleid tot (volgens schattingen) meer dan 200.000 zelfmoorden onder boeren.
Maar niet alleen boeren leggen het loodje. GMO gewassen zijn bommetjes op je bord geworden die de grote delen van de biodiversiteit vernietigen, en mogelijk je gezondheid. De biodiversiteit nadert in de komende tien jaar waarschijnlijk al de kritische ondergrens waarbij complete ecosystemen plotseling kunnen instorten en de wereldvoedselvoorziening in acuut gevaar komt.
En alsof dat niet genoeg is, worden veel genetische aanpassingen niet of uiterst beperkt getest op gezondheidseffecten. Dat doet denken aan de geschiedenis rond DDT, dat in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw werd aangeprezen als volstrekt onschadelijk voor mensen. Er werd zelfs behangpapier, gedrenkt in DDT, verkocht voor kinderkamers, om die vrij van muggen te houden. DDT is good for me, was de slogan. We weten hoe dat afliep….
De waarheid en de feiten
De voedselindustrie wil ons doen geloven dat de wereld niet kan worden gevoed zonder grootschalige, industriële landbouw. De cijfers die Pablo Tittonell (hoogleraar Farming Systems Ecology in Wageningen) laat zien bewijzen het tegendeel. Op dit moment wordt 70% van de wereldbevolking gevoed uit kleinschalige landbouw, die daarvoor 30% van de bronnen voor de totale voedselproductie gebruikt. De industrie daarentegen voedt slechts 30% van de bevolking en heeft daarvoor de overige 70% van de beschikbare bronnen nodig, waarvan ze gaande het proces ook nog een deel vernietigt.
Bovendien is de agro-industrie zo olie-intensief, dat ze bij aanhouden van het huidige tempo de complete wereldvoorraad aan olie in iets meer dan tien jaar tijd opsoupeert.
Dat geeft te denken. Maar er is nog meer. De industriële aanpak vernietigt niet alleen de natuur, maar ook werkgelegenheid. Schaalvergroting maakt steeds meer boeren werkloos. Doorzetten van een industriegerichte ontwikkeling veroorzaakt massawerkloosheid. En juist bij een overvloed aan beschikbare arbeidskrachten helpt de arbeidsintensievere kleinschalige landbouw ook bij het oplossen en voorkomen van de economische crisis. Bovendien is werken voor en met voedsel uiterst zingevend en draagt bij aan het zelfbeeld en het geluk van veel mensen.
En het alternatief?
Als we de strijd om de voedseldollar ver van ons bord willen houden, dan kunnen we alleen maar kiezen voor voedselproductie die binnen de menselijke maat past. Die een plaats in de eigen omgeving heeft en die de natuur de ruimte laat om haar werk te doen.
De verscheidenheid die daardoor ontstaat leidt tot een veel grotere stabiliteit en veerkracht. Dat geldt niet alleen voor de natuur, maar dat geldt net zo goed voor het economisch systeem waarin eveneens geldt dat wanneer het aantal spelers in een markt kleiner wordt, de kwetsbaarheid toeneemt en er een groot risico voor ineenstorting ontstaat.
Dat wil niet zeggen dat we nieuwe kennis uit de weg moeten gaan. Het betekent wel dat we een principiële keuze moeten maken om alleen die kennis toe te passen, die de processen van de natuur ondersteunt en waarvan we ons verzekerd hebben dat de gevolgen van het gebruik niet onomkeerbaar en onvoorspelbaar zullen zijn.
“Defending the rights of Mother Earth is therefore the most important human rights and social justice struggle. It is the broadest peace movement of our times.” zegt Vandana Shiva. Verdedigen van de rechten van de Aarde is de meest brede vredesbeweging van onze tijd. Ze houdt de oorlog van je bord.