In een artikel op Duurzaamnieuws.nl werd vorige week uitgebreid beargumenteerd waarom maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), zoals dat tot nu toe wordt ingevuld, niet die samenleving gaat brengen die we nodig hebben om de crises te keren en om inherent duurzaam te worden.
Willem Lageweg, directeur van MVO Nederland, antwoordt op 20 februari in de nieuwsbrief van zijn organisatie: “Er zijn mensen die het einde van MVO voorspellen. Maar hun argumentatie daarvoor is inconsistent en mager”. Twee regels uit een blogje van zes zinnen, met als kopregel “Grote toekomst voor MVO”. Verder geen spoor van onderbouwing van zijn uitspraak.
Ik denk dat die reactie symptomatisch is voor de manier waarop MVO aan zijn einde komt: door kritiek op MVO, die is gebaseerd op jarenlang wetenschappelijk onderzoek en op nuchtere analyses, zonder enige motivatie af te serveren wek je toch op zijn minst de schijn geen argumenten te hebben om die kritiek te weerleggen.
Bedrijven duurzaam laten worden op basis van vrijwilligheid maakt het proces vrijblijvend. Zo gebeurt het nu en dat is waar MVO voor staat. En dat is precies wat het niet kan zijn wanneer je snel tastbaar resultaat wil bereiken in een fundamenteel duurzame transitie van het bedrijfsleven. Wanneer en hoe we die transitie realiseren, daar hoort de discussie over te gaan. Voor mij, en voor veel ondernemers, burgers en consumenten, horen daar duidelijke regels bij voor wat echt niet meer kan.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan met een donatie. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Wie de samenleving werkelijk duurzaam wil maken gaat die discussie aan, niet uit de weg. Die legt uit waarom het hebben van een vage ambitie beter zou zijn dan het stellen van concrete doelen of het aannemen van wetten en regels die onduurzaam gedrag buiten de wet stellen. Zoals dat in het verleden is gebeurd met fabrikanten die levensgevaarlijke gifstoffen de lucht, het water en de bodem injoegen. Nu gaat het om productieprocessen, economische structuren én financiële praktijken die onze complete ecosystemen aantasten en de economie om zeep helpen. En de inperking daarvan zou je aan de markt moeten overlaten?
Peter Fleming en Marc Jones laten in hun recente boek zien dat een duurzame transitie vaak helemaal de bedoeling niet is van bedrijven. MVO wordt vooral ingezet door grote ondernemingen om hun (financiële) winst en hun marktaandeel te vergroten. Dat zijn knappe staaltjes van greenwashing, want de uitgangspunten van duurzaamheid zijn van nature strijdig met de bedrijfsbelangen zoals die in de neo-liberale definitie van de markt worden beschreven.
Aan de andere kant is het een andere soort van marktwerking, die in darwinistische zin, die haar overlevers aanwijst. De huidige markt speelt zich af in het economische domein van aandeelhouders, consumenten, leveranciers en geldschieters. Maar het zijn de ecologische randvoorwaarden als klimaatverandering, grondstofschaarste en watergebrek, en in het kielzog mogelijk ook een maatschappelijke transformatie van onderop die gaan uitmaken welke bedrijven er overleven. Een onderneming als DSM doet daarom niet aan MVO, juist omdat ze is gericht op aanpassing en voortbestaan in een snel veranderende omgeving. Je overleeft alleen maar als je harde duurzame doelen binnen een overzienbare tijdspanne realiseert.
De echte uitdagingen van de duurzame transitie staan dan ook in schril contrast met de oneliners, die MVO Nederland haar leden laat plaatsen op de webpagina’s van het met koninklijke fanfare ingezette programma Ambitie2020.nl. Van Dale beschrijft het begrip ambitie met de woorden eerzucht, streven en begeerte. Maar als het water stijgt heb je weinig aan de ambitie om te overleven. Dan moet je kunnen zwemmen.