Beste nieuwe ministers van D66. Welkom in de regering van het land waar het subsidie- en belastingstelsel rondom energie een zooitje is. Een gratis advies om deze augiasstal te reinigen zullen jullie samen goed kunnen gebruiken en wil ik hierbij geven. Maar als het over geld, energie en klimaat gaat zou een abonnement op Duurzaamnieuws.nl wellicht ook een aardig welkomstcadeau zijn.
Als we het klimaat willen redden zal er geïnvesteerd moeten worden. Maar wie er ook investeert, overheid of bedrijf, het gebeurt alleen als er betrouwbare businesscases voor langere termijn gemaakt kunnen worden. Met de zwabberende prijzen voor fossiele energie en de afhankelijkheid van Putin en/of de Saoedi’s en de chantagepraktijken door de fossiele industrie is dat niet mogelijk en alleen al daarom moeten we daar zo snel mogelijk van af.
Het huidige belastingstelsel met heffingen, subsidies, kortingen, vrijstellingen en saldering is echter minstens zo’n grote ramp en bovendien zeer wispelturig, onrechtvaardig en contraproductief. In dit stuk zal ik onderbouwen waarom jullie daar samen zo snel mogelijk een streep door moeten halen en een systeem moeten gaan introduceren dat veel eenvoudiger, eerlijker en effectiever is. Ik zal laten zien dat de huidige hoge energieprijzen een gouden kans zijn om van alle onzinnige heffingen gevolgd door kortingen af te komen. Maar eerst even wat details.
Wat betalen we eigenlijk voor onze CO2 uitstoot
Ik durf te wedden dat behalve de echte energiefreaks vrijwel geen enkele gewone burger weet hoeveel hij of zij moet betalen voor de CO2 uitstoot vanwege het gebruik van fossiele brandstoffen. Datzelfde geldt voor de meeste bedrijven. Zelfs op de vraag hoeveel kWh stroom of m3 gas ze per jaar verbruiken, weten slechts heel weinigen het antwoord. Wel meent men vaak dat de maandelijkse nota’s of automatische afdrachten hoog zijn. Dit is geen schande, domheid of onverschilligheid maar een onvermijdelijk gevolg van het ingewikkelde systeem
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan met een donatie. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Ingewikkelder kunnen we het niet maken
De prijs voor energie uit fossiele brandstoffen valt uiteen in de kale marktprijs enerzijds en de diverse opslagen en belastingen anderzijds. De kale marktprijs is zeer variabel en wordt niet alleen bepaald door de echte kosten voor productie en transport maar ook en vooral door de verhouding tussen vraag en aanbod. Deze verhouding wordt zoals bij olie al decennia, beïnvloed door economische factoren, maar ook gemanipuleerd door productiebeperkingen. Maar wordt zoals op dit moment bij aardgas, ook sterk beïnvloed door de grote veranderingen van het gebruik. De wereldwijde overgang van kolen en kernenergie naar gas geeft bijvoorbeeld een sterke toename van de vraag naar gas. Het sluiten van grote gasvelden zoals in Groningen en de teruglopende productie uit de Engelse gasreserves, in combinatie met een herstel van de economische groei na een periode met lockdowns, heeft bij elkaar de snelle stijging van de marktprijzen van gas veroorzaakt. Dwars door deze invloeden spelen dan nog seizoensinvloeden, politieke spanningen, ruzies over transportleidingen en de aanwezigheid van reserve voorraden. De kale marktprijzen zijn daardoor zo variabel dat er zelfs per kwartaal andere bedragen moeten worden doorgerekend.
De verschillende opslagen en belastingen hebben daar niets mee te maken. Deze worden jaarlijks opnieuw vastgesteld door de nationale overheden. In Nederland bestaan die uit vaste bedragen per m3 of per kWh voor energiebelasting (EB) en opslag duurzame energie (ODE). De BTW is daarentegen een vast percentage (21%) over het geheel zodat het BTW-bedrag vanwege de variabele kale marktprijs ook mee schommelt. Voor het gemak noem ik alle drie samen maar even de belastingen. De EB en de ODE veranderen jaarlijks maar een beetje, maar over een periode van 5 – 10 jaar zijn het uiteindelijk grote verschuivingen.
Tot zover valt de gecompliceerdheid nog mee. Het wordt pas echt ingewikkeld doordat de belastingtarieven voor stroom en gas omgekeerd evenredig zijn van het gebruiksvolume en bovendien doordat er voor kleingebruikers weer een heffingskorting wordt toegepast die weer niet afhankelijk is van het volume. Voor sommige gebruikers gelden speciale verlaagde tarieven die elk jaar anders zijn. Op de energierekening worden bovendien ook nog kosten voor de aansluiting en de algemene leveringskosten opgevoerd. De jaarlijkse bedragen worden vervolgens verdeeld in 12 gelijke maandelijkse termijnen voor gas en stroom samen die als vooruitbetaling voor het volgende jaar gaan gelden. Voor de meeste mensen is de afrekening van de leverancier een ondoorgrondelijke puzzel.
Het puzzeltje wordt nog wat ingewikkelder als je zonnepanelen gaat gebruiken om de kosten voor stroomgebruik te drukken of om het milieu te sparen. Door het systeem van salderen, waarbij tijdelijke overschotten aan het net worden “Teruggeleverd” (T) en één op één worden verrekend met de “Levering” (L) tijdens tijdelijke tekorten, zijn veel PV bezitters aan het rekenen geslagen om vast te stellen wat hun terugverdientijd voor de PV panelen is. Wie zonnepanelen heeft zal een deel van de opgewekte stroom direct zelf kunnen gebruiken. Dat blijft “achter de meter”. Het gevolg is dat de afrekening over Levering en Teruglevering niet meer direct is om te zetten in het daadwerkelijke stroomverbruik (V). Daartoe moeten eerst sommetjes gemaakt worden in combinatie met de bruto productie (BP) van de panelen en daar heeft de energieleverancier geen weet van. Het sommetje is: Verbruik = BP+ (L-T). Je hoeft geen ruimtevaart ingenieur te zijn om dit sommetje te maken, maar ik heb nog nooit iemand ontmoet die wist dat het zo moest.
De sommetjes worden straks nog veel lastiger als volgens het onzalige plan van de liberale regering de salderingsregeling elk jaar een beetje verder afgebouwd gaat worden.
De leveranciers van gas en stroom, dat zijn (waren) er een stuk of dertig in Nederland, moeten hun berekeningen voortdurend aanpassen aan de variabele marktprijzen en aan de variabele belastingtarieven en alles met behulp van rekenregels verwerken met de meterstanden per aangesloten klant. Een deel van hun inkomsten moeten ze doorschuiven naar de belastingdienst en een deel naar de netwerkbeheerders. Energieleveranciers die met lange termijncontracten en kortingen klanten hebben willen aantrekken, kunnen door de veranderingen hun beloftes niet meer waarmaken en gaan eventueel failliet. Afgelopen jaar gingen er al meer dan vijf op de fles.
Logica
Alles bij elkaar genomen kan het niet ingewikkelder en daar hebben we met z’n allen behoorlijk last van, maar misschien zit er een logica achter of dient het een goed doel. Men zou bijvoorbeeld mogen verwachten dat er op z’n minst achter het systeem van belastingen een groene gedachte zit. De totale belastingen op gebruik van fossiele brandstoffen zouden bijvoorbeeld de kosten kunnen dekken die we ondervinden door schade aan milieu en gezondheid. Of het zou moeten dienen om de subsidiepot te vullen waarvan gebruik wordt gemaakt bij investeringen in verduurzaming. Het is ook denkbaar dat men via de tarieven het gebruik en daarmee de uitstoot van broeikasgassen zou willen terugdringen of het gebruik van duurzame energie zou willen bevorderen. Zelfs is het denkbaar dat nationale overheden via de belastingtarieven een sociale dan wel liberale politieke invloed zouden willen uitoefenen, zoals het ontzien van de mensen met een zwakke beurs of het ontzien van grote bedrijven omdat we die graag binnenboord willen houden.
Ik heb geprobeerd wat sommetjes te maken om te zien of er iets van een dergelijke logica of argumentatie is terug te vinden in de kosten voor gas en stroom. Daartoe wil ik eerst antwoord proberen te geven op de vraag hoeveel we nu eigenlijk voor een ton CO2 betalen en op de vraag of dit genoeg is om de kosten voor de schade aan gezondheid, milieu en klimaat te dekken. Vervolgens wil ik voor een paar voorbeelden nagaan of de huidige belastingtarieven alleen dan wel samen met de marktprijzen voldoende stimulerend zijn om te investeren in maatregelen om het gebruik te beperken of te verduurzamen.
De externe kosten volgens IMF
Door het IMF wordt al enkele jaren steeds een hernieuwde schatting gemaakt van de zgn. externe kosten door schade aan gezondheid, milieu en klimaat. (IMF Working Paper Fiscal Affairs Department Global Fossil Fuel Subsidies Remain Large: An Update Based on Country-Level Estimates Prepared by David Coady, Ian Parry, Nghia-Piotr Le, and Baoping Shang May 2019)
Zij berekenen een bedrag tussen 5000-6000 miljard US$ per jaar, waarvan 70 % de externe kosten door schade aan gezondheid, milieu en klimaat betreffen. Hoewel de schade voor de gezondheid die elk jaar o.a. tot ruim 8 miljoen voortijdige sterfgevallen veroorzaakt, (beduidend meer dan het totale aantal van ca 5 miljoen Corona slachtoffers in twee jaar) vooral bepaald wordt door de lokale uitstoot van fijnstof, wordt de klimaatschade vooral bepaald door de mondiale uitstoot van broeikasgassen, waarvan CO2 en CH4 (Methaan) en N2O (lachgas) de belangrijkste zijn. Voor het broeikasgaseffect wordt het effect van de andere gassen omgerekend naar CO2 equivalenten. De totale schade aan gezondheid en milieu kan worden gedeeld door de totale wereldwijde emissie van 52 Gigaton voor alle broeikasgassen samen uitgedrukt in CO2-equivalenten. Dit sommetje leidt alleen voor die externe kosten volgens de berekeningen van het IMF tot ca US $ 80/ ton CO2 eq. Alleen betrokken op 37 Gigaton CO2 per jaar zou dit op. US $ €114 per ton uitkomen.
Voor dit verhaal stel ik de externe kosten gemakshalve op €100/ton CO2.
Wie vergoedt de schade?
Een schatting van de kosten door het IMF, wil echter niet zeggen dat die schade ook daadwerkelijk met dit geld hersteld wordt of dat die kosten door iemand gedeclareerd worden. Verloren levensjaren krijgen we er niet mee terug en de schade aan het milieu hoopt zich gewoon op zodat onze aarde steeds minder waard wordt en het aantal klimaatvluchtelingen toeneemt, zonder dat iemand dat terug vindt in een boekhouding.
Het wil ook niet zeggen dat die €100 per ton ook daadwerkelijk door iemand betaald wordt of in een schadeherstelfonds wordt gestort. En als er al schade gecompenseerd wordt dan toch zeker niet door de veroorzaker van de schade. De enorme schade door overstromingen, orkanen en bosbranden bijvoorbeeld wordt uiteindelijk betaald door toenemende armoede van de mensen die huis en haard verliezen en voor een deel via de verzekeringen of garanties van overheden. Over de afgelopen twee jaar droegen die bosbranden alles bij elkaar met zo’n 4 Gt voor 10 % bij aan de globale CO2 emissie maar daar krijgt niemand een rekening voor. Dat is de reden dat het IMF de geschatte indirecte en externe kosten als een indirecte subsidie voor de fossiele brandstoffen beschrijft.
Om na te gaan hoeveel we als gebruikers van fossiele energie dan wel betalen als extra belastingen boven de kale marktprijzen moeten we eerst een heleboel sommetjes maken. Mijn gebruikelijke sigarendoos is daarvoor helaas te klein, maar ik doe een poging en vang me niet op een paar centen. Mijn berekeningen betreffen slechts een paar voorbeelden bij de huidige prijzen en tarieven. Ze hebben daardoor geen eeuwigheidswaarde.
Zijn de belastingen op energie voor huishoudens hoog genoeg om de schade te compenseren?
Hoeveel we via alle belastingen betalen hangt in de eerste plaats af van de gebruikte hoeveelheden. In Nederland onderscheiden we naast de kleingebruikers zoals huishoudens een drietal gebruiksniveaus voor de bedrijven. De belastingtarieven worden elk jaar bijgesteld.
Uitgangspunten voor de sommetjes
Voor 2022 gaat voor de huishoudens het totaal van EB+ ODE en BTW naar € 0,54 per m3 gas en voor grijze stroom naar €0,11 /kWh. De CO2 uitstoot bedraagt 1,8 kg per m3 gas en 0,65 kg/kWh grijze stroom Hoewel groene stroom geen CO2 uitstoot, geldt daar vreemd genoeg hetzelfde belastingtarief. Samen met de kale marktprijs geeft dit voor gas een prijs tussen €1,40 en €2,10/m3 en voor stroom tussen €0,20 en €0,30 per kWh. Voor het gemak heb ik gerekend met €1,50/m3 voor gas en €0,25/kWh voor stroom. Zoals gezegd, kan het morgen weer anders zijn.
Het gemiddelde gebruik per huishouden was in 2021: 1500 m3 en 3500 kWh maar wordt voor 2022 geschat op 1239 m3 gas en 2741 kWh stroom, zonder onderscheid tussen groene en grijze stroom.
Huishoudens met een gemiddeld gebruik worden aan weerszijden geflankeerd door huishoudens met minder of meer gebruik. Daarvoor worden de getallen voor iedereen die niet beantwoordt aan het gemiddelde anders, maar wellicht kunnen lezers dat aan de hand van deze voorbeelden dan zelf uitwerken.
Ik heb voor een huishouden met bovengemiddeld verbruik aangenomen 4000 m3 gas en 5000 kWh (grijze) stroom.
In de tabel hieronder staan de resultaten weergegeven. Daarin heb ik ook wat voorbeelden uitgewerkt voor de situatie na het treffen van verduurzamingsmaatregelen zoals een hybride warmtepomp (WP), zonnepanelen (PV) al of niet in combinatie met de nodige isolatie., waarmee het verbruik van gas en stroom met 80 % is verminderd.
Energiekosten gas en licht voor huishoudens in € /jaar (excl. aansluitingskosten)
totaal | Per ton
CO2 |
Belastingen
BTW +ODE+EB |
Per ton CO2 | Belasting na korting | Per ton CO2 | Ton CO2 | |
Bij gemiddeld
verbruik |
2543 | 636 | 971 | 243 | 146 | 37 | 4,1 |
Na verduurzaming*
WP +PV |
628 | 571 | 245 | 223 | -580 | -527 | 1,1 |
Na verduurzaming**
WP + gr stroom |
968 | 1210 | 352 | 440 | -473 | -591 | 0,8 |
Bij bovengemiddeld verbruik | 7250 | 690 | 2710 | 258 | 1885 | 180 | 10,5 |
Na verduurzaming*
WP +PV |
1770 | 606 | 682 | 233 | -143 | -49 | 2,9 |
- Gemiddeld verbruik: 1239 m3 gas + 2741 kWh
- Bovengemiddeld verbruik 4000 m3 gas + 5000 kWh
- Totaalprijs gas €1,50/m3 belastingen €0,54
- Totaalprijs stroom €0,25/kWh belastingen €0,11/kWh
- Aardgas 8 kWh/m3 geeft 1,8 kg CO2/m3
- Grijze stroom geeft 0,65 kg CO2/kWh
* Verduurzaming: Door hybride WP 80 % minder gasverbruik. Bij COP WP 4, Gas 8 kWh/m3 Door PV 80% minder totaal stroomverbruik
** Idem geen PV maar inkoop groene stroom
Conclusie omtrent hoogte belastingen ter compensatie van de schade
Bij de bovenstaande voorbeelden varieert alleen de totale energiebelasting voor een gemiddeld en bovengemiddeld huishouden zonder verduurzaming van € 243 tot €258/ton CO2. Dat zou meer dan voldoende zijn als compensatie van de €100/ton geschatte kosten voor de schade aan gezondheid, milieu en klimaat. Omdat de algemene heffingskorting per huishouden (€825) voor alle huishoudens gelijk is en niet gekoppeld is aan het gebruiksvolume of aan de toegepaste verduurzaming kan die ook niet per ton CO2 uitgedrukt worden. Uiteindelijk blijft er daardoor voor de gemiddelde gebruiker slechts een belasting van €37 per ton CO2 over. Een huishouden dat door verduurzaming veel minder dan gemiddeld gebruikt kan er in theorie zelfs zo’n €527 per ton emissie aan overhouden. Alleen voor een huishouden met bovengemiddeld verbruik zijn de totale belastingen op energie (€180/t) voldoende ter dekking van de schade.
Zijn maatregelen ter verduurzaming lonend?
Of maatregelen ter besparing van het gebruik financieel gezien interessant zijn, hangt sterk af van het type woning, of er al vloerverwarming ligt en of het salderen gehandhaafd blijft. Het hangt er ook vanaf hoe de totale investering voor isolatie, PV en warmtepomp gefinancierd wordt en op welke termijn de investering wordt afgeschreven. Of het financieel interessant is, wordt bovendien niet alleen bepaald door de belastingen maar door de totale energierekening waarop bespaard wordt.
De variatie is dus heel groot maar ik beperk me tot een paar voorbeelden. Eén voor een huishouden met een gemiddeld gebruik en één voor een huishouden met een bovengemiddeld gebruik.
Huishouden met gemiddeld gebruik
Voor een huishouden met een gemiddeld gebruik dat door isolatie, zonnepanelen en een warmtepomp het verbruik van zowel stroom als gas drastisch (bv 80%) heeft verminderd, en daarmee de CO2 uitstoot heeft teruggebracht van 4,1 tot 1,1 ton, blijft de algemene heffingskorting gewoon gelden, zodat er in theorie geen belastingen meer betaald hoeven te worden.
De investeringskosten voor warmtepomp en ca 14 zonnepanelen kunnen €13.000 bedragen . Bij een afschrijving over 25 jaar en lage rente kost dit € 650 per jaar. Dat is minder dan de jaarlijkse besparing.
Bij een afschrijving in 15 jaar en wat hogere rente worden de kosten €975 per jaar en dat is iets minder dan de jaarlijkse besparing.
Een huishouden met gemiddeld gebruik heeft waarschijnlijk niet de ruimte voor voldoende zonnepanelen en zou alleen door gebruik van een hybride warmtepomp in combinatie met de inkoop van groene stroom ook al bijna 90 % kunnen besparen op de CO2 uitstoot. De inkoop van groene stroom is weliswaar net zo zwaar belast als grijze stroom. Daardoor loopt de prijs per ton CO2 volledig uit de hand, maar bij de huidige energieprijzen kan er door deze simpele maatregel in dit voorbeeld per jaar toch nog behoorlijk op de totale energierekening bespaard worden. Voor alleen een hybride warmtepomp kan gerekend worden met €500 tot €600 per jaar voor rente en afschrijving.
Huishouden met bovengemiddeld gebruik
Investeren in PV panelen, hybride warmtepomp en isolatie kan voor dit voorbeeld €18000 kosten. Het kan veel duurder worden indien er nog vloerverwarming moet worden aangelegd of indien men de warmte uit de bodem wil betrekken. Voor elk huis zal dat afzonderlijk berekend moeten worden, tenzij het een rij identieke woningen betreft. Bij de huidige lage rente en 25 jaar voor de afschrijving, overeenkomend met de echte levensduur van de PV cellen, warmtepomp en isolatie zouden de jaarlijkse investeringskosten voor een investering van €18.000 ongeveer €900 per jaar bedragen.
Een dergelijke maatregel vereist natuurlijk wel de ruimte om ongeveer 34 grote zonnepanelen neer te leggen, waarmee per jaar circa 10.000 kWh stroom opgewekt kan worden. Bij een grondige isolatie zou dat wellicht ook met 30 panelen kunnen.
Een huishouden met 4000 m3 en 5000 kWh gebruik kan bij de huidige hoge gasprijzen en bovengenoemde maatregelen voor besparing van het gebruik van gas en stroom tot 80 % in dit rekenvoorbeeld zelfs €5480 per jaar besparen. Dat is dus veel meer dan de €900 voor de jaarlijkse investeringskosten. Bij deze bedragen ben je een dief van je eigen portemonnee als je het niet doet.
Bij een hogere rente voor geleend geld (bijvoorbeeld 4 % dus gemiddeld 2 % over de hele periode) en een kortere aflossingstermijn (bijvoorbeeld 15 jaar) kunnen de jaarlijkse kosten bij dit voorbeeld voor een huishouden met bovengemiddeld gebruik en een investering van €18.000 oplopen tot €1440 per jaar. Dat is nog steeds aanzienlijk minder dan de besparingen.
Zonder saldering
Zonder saldering wordt de besparing door middel van zonnepanelen minder. De besparing betreft alleen het volledige tarief incl. belastingen voor gas en voor stroom alleen het deel achter de meter (bijvoorbeeld 40% van de bruto-productie door de panelen ) Voor het overige deel (60%) dat tijdelijk in de zomer terug geleverd wordt tegen marktprijs en later in de avonden en winter weer gekocht moet worden tegen volledige tarief, zou daarvoor circa €602 extra betaald moeten worden vanwege de belastingen. Het zal me benieuwen hoe dit werkelijk uitpakt, want het zal een administratieve ramp worden. De totale besparing zou dan op €4878 per jaar uitkomen. Het is nog steeds genoeg om de investeringslasten van €1440 te dekken.
Overzicht voorbeelden besparingen en kosten voor verduurzaming
Voorbeeld | Besparingen €/j | Kosten
€/j (25jr) |
Kosten
€/j (15jr) |
Gemiddeld
PV+WP+salderen |
1090 | 650 | 975 |
WP + Gr. stroom | 1575 | 500 | 600 |
Bovengemiddeld
PV+WP+salderen |
5480 | 900 | 1440 |
PV+WP-salderen | 4578 | 900 | 1440 |
Conclusies over verduurzaming
Vanwege de algemene heffingskorting vormen de totale energiebelastingen alleen voor huishoudens met bovengemiddeld verbruik van gas en stroom voldoende financiële stimulans om te investeren in verduurzaming. Als er al een groene doelstelling achter de tarieven schuil gaat, is deze echter volledig ingehaald door de hoge kale gasprijzen op de markt.
Bij de huidige hoge gasprijzen inclusief belastingen (gerekend is met €1,50/m3) is het bij alle voorbeelden zeer interessant om te investeren in verduurzaming.
PV panelen die in 25 jaar worden afgeschreven leveren stroom voor ongeveer €0,075/kWh. Om één m3 gas à €1,50 met een energie-inhoud van 8 kWh/m3 te besparen door middel van een warmtepomp met een COP van 4 hebben we ongeveer 2 kWh stroom nodig. Dat is nu een factor 10 goedkoper!
Een gemiddeld huishouden betaalt via belastingen op gas en licht €971. Door de heffingskorting houdt de belastingdienst daar echter maar €146 aan over. Zouden alle huishoudens dmv van PV en WP 80% van hun verbruik besparen dan zou de algemene heffingskorting ruim twee keer zo hoog zijn als de belastingen. Tegen die tijd zal die korting ongetwijfeld worden verminderd of geheel worden afgeschaft. De verduurzaming van 7 miljoen huishoudens zou de staat ongeveer 1 miljard aan belastinginkomsten schelen.
Het afschaffen van de saldering voor alle 7 miljoen verduurzaamde huishoudens levert dan ongeveer 0,6 miljard op omdat ongeveer 40% van het verbruik zowiezo achter de meter plaatsvindt. Op dit moment zijn er slechts 1,5 miljoen huishoudens met PV panelen en waarschijnlijk zullen het er nooit meer dan 4 miljoen worden.
Waarom verduurzamen we niet?
Dat er nog veel te weinig aan verduurzaming van de woningen wordt gedaan, wordt in de eerste plaats veroorzaakt door de veel lagere gasprijzen in het recente verleden. Maar ook doordat de sommetjes te ingewikkeld zijn of doordat mensen niet verder dan een jaar vooruit willen kijken. Veel oudere mensen denken “Het zal mijn tijd wel duren”. Een andere reden is de absurde eis van een korte terugbetaaltijd. Veel mensen willen niet investeren als het zich niet binnen 5 – 7 jaar terugverdient. Dat is een belachelijke eis. Het komt neer op een afschrijftermijn van 4 – 6 jaar voor spullen die veel langer mee gaan. Tenslotte is het maar zeer de vraag of de hoge gasprijzen blijvend zijn. Investeringskosten en besparingen moet je berekenen over een langere termijn en dat is vanwege de grote veranderingen vrijwel onmogelijk.
Hoe zit het met midden- en grootverbruikers, ofwel bij de bedrijven?
In ieder geval hoeven de bedrijven voor deze sommetjes niet met de BTW te rekenen omdat ze die terug kunnen krijgen. Zij ontvangen ook geen algemene heffingskorting. De tarieven voor EB+ ODE zijn anno 2021 beduidend lager dan voor huishoudelijk gebruik.
Belastingen voor gas en stroom bedrijven
Gas | Tot 1mln m3 | >1-10mln m3 | >10 mln m3 |
EB+ODE/ m3 | €0,074 | €0,047 | €0,036 |
€/ton CO2 | €41/ton | €26/ton | €20/ton |
Stroom | 10-50 MWh | 50-10.000MWh | >10.000 MWh |
EB+ODE/kWh | €0,1/kWh | €0,036/kWh | €0,001/kWh |
€/ton CO2 | €154/ton | €55/ton | €1,5/ton |
De conclusie is dat de belastingen EB en ODE voor de bedrijven met uitzondering van kleine bedrijfjes in de categorie tot 50.000 kWh stroomgebruik vrijwel altijd veel minder zijn dan nodig voor de compensatie van de kosten door schade aan gezondheid, milieu en klimaat. Of het loont om te besparen hangt voor hen dan ook vrijwel volledig af van de marktprijzen.
Vanwege de sterke schommeling van de kosten voor gas en stroom is het voor een bedrijf die een investering wil doen om te verduurzamen echter volstrekt onmogelijk om voor een termijn van 15 jaar of langer een businesscase op te stellen.
Voor grotere bedrijven die meer dan 50 MWh stroom verbruiken of meer dan 25.000 m3 gas geldt het activiteitenbesluit onder de Wet Milieubeheer. Voor hen geldt een energiebesparingsplicht met maatregelen die zich binnen 5 jaar terugverdienen. Er bestaan in bijlage 10 van de activiteitenregeling lijsten met apparaten en maatregelen die hieraan voldoen en die men dus verplicht moet toepassen. Zoals gezegd is de eis van een terugverdientijd korter dan 5 jaar zeer soepel en eigenlijk volstrekt niet in verhouding tot de levensduur van de toegepaste technieken. Bovendien is de terugverdientijd bij de huidige energieprijzen veel korter. De wet bestaat al sinds 1993 maar is vrijwel nooit ergens gehandhaafd. Die taak ligt bij de gemeenten, maar die hebben daar geen zin in omdat ze geen ondernemers uit de gemeente weg willen plagen en ook omdat ze vaak de mankracht en deskundigheid missen. Sinds 2019 bestaat er een meldingsplicht voor genomen maatregelen bij de RVO (Rijksdienst voor ondernemend Nederland ). Gemeenten en Omgevingsdiensten kunnen hier inzage in hebben en gerichte controles uitvoeren. Lokale politieke partijen zouden de gemeentes kunnen aansporen, maar de angst voor stemmenverlies uit het bedrijfsleven weerhoudt de meeste lokale partijen daarvan.
Vanwege de coronacrisis zullen er veel bedrijven zijn met een dusdanige grote financiële strop dat de investeringen voor energiebesparing op de lange baan geschoven zullen worden. Er zijn echter ook sectoren die geweldig van de Corona-ellende profiteren. Dat is een kans voor gemeentes om hier eens te gaan controleren en te handhaven. Een ander positief punt is dat door de hoge marktprijs voor gas de bedrijven eieren voor hun geld gaan kiezen. Bij een kaal prijsniveau van 60 of meer cent per m3 zijn de sommetjes heel anders dan bij de 16 cent per m3 in het verleden. Helaas zal ook hier gelden dat veel ondernemers er op gokken dat de gasprijzen wel weer zullen dalen.
Voor veel bedrijven met een groter energieverbruik en een zwaardere aansluiting is het wel interessant om met behulp van de subsidieregeling SDE+ te investeren in een groot oppervlak PV panelen. Tussen 2010 en 2018 is het budget voor deze subsidie gestegen van €2 miljard naar € 12 miljard. Dat betreft toegekende budgetten waar de gebruikers gedurende een contract van 15 jaar gebruik van maken. De jaarlijkse kosten voor de staat zijn niet gelijk aan die budgetten. Het geld voor deze subsidies komt vreemd genoeg vrijwel geheel uit een pot die gevuld wordt door de kleingebruikers, dus de huishoudens met een bovengemiddeld gebruik die nog niet verduurzaamd hebben. Dit staat wel in schril contrast met het plan om de saldering af te schaffen, waarmee maximaal, als 4 miljoen huishoudens PV panelen zouden hebben, € 0,3 miljard gemoeid zou zijn. De hoogte van de SDE+ subsidie per geproduceerde kWh wordt elk jaar aangepast aan de marktprijzen voor gas en stroom, zodat de businesscase voor 15 jaar niet in gevaar komt en ook geen al te lucratieve voordelen oplevert. Bij de huidige hoge energieprijzen zal de SDE+ bijdrage vrijwel niet meer nodig zijn.
Met ingang van 1 januari 2021 heeft Nederland in het Klimaatakkoord voor de industrie met een grote CO2-emissie een CO2 heffing afgesproken. Deze wordt in het begin gelijk weer teniet gedaan door tijdelijke vrijstellingen. Voor de grotere bedrijven die onder het Europese Emissie Handelssysteem (ETS) vallen, gelden andere CO2 heffingen. Door gratis verkregen emissierechten zijn die heffingen maar mondjesmaat geïnd. Tot nu toe hebben diverse bedrijven, die gratis verkregen emissierechten konden verkopen daar heel veel geld aan verdiend. De prijs schommelde tussen €5 en €25 per ton CO2, hetgeen veel te weinig is in vergelijking met de externe kosten.
De verwachting is dat de prijs per ton CO2 in het ETS zal gaan stijgen, maar door de Corona-crisis zou dit wel eens heel anders kunnen uitpakken. Indien de ETS tarieven gaan stijgen worden de Nederlandse CO2 heffingen weer naar beneden bijgesteld.
Eindconclusie
Mijn eindconclusie is dat het hele systeem van belastingheffingen, subsidies, kortingen, vrijstellingen en ontheffingen, niet alleen onnodig ingewikkeld is, maar ook onvoldoende effectief, onrechtvaardig en inconsequent. Kortom een zootje en in volledig strijd met het principe “De vervuiler betaalt”. Het hele systeem is bovendien volledig achterhaald door de hoge energieprijzen op de markt.
De enige juiste oplossing is een eerlijke CO2 heffing die geleidelijk oploopt naar €100 per ton en die zonder uitzondering voor iedereen, klein en groot, geldt.
De lasten voor de huishoudens zullen dan sterk verlaagd worden, maar dat kan tijdelijk gecompenseerd worden door die heffingskorting aan te passen. Voor de grootverbruikers die niet verduurzamen zullen de lasten geleidelijk hoger worden. Omdat de bedrijven het grootste deel van de energie gebruiken, kunnen die verschuivingen voor de fiscus, als het slim gebeurt, belastingneutraal gebeuren.
Daarmee dienen dan tegelijk alle subsidies, kortingen en vrijstellingen te worden afgeschaft, hetgeen een enorme besparing op de administratie van de energieleveranciers en de overbelaste belastingdienst zou opleveren.
Ook dienen de belastingen OD en ODE op groene stroom, biogas en restwarmte te worden afgeschaft, zodat mensen die op die manier verduurzamen niet gestraft worden.
Het resultaat zal niet alleen een veel groter politiek draagvlak opleveren maar ook een draconische versnelling van de investeringen in verduurzaming tot gevolg hebben.
Indien dan voor huishoudens een nationaal fonds wordt opgericht waaruit voor elke woning tegen een lage rente en een afbetalingsperiode van 15 jaar tot € 20.000 geleend kan worden, zullen de warmtepompen en PV panelen niet aan te slepen zijn.
Ik wens de nieuwe ministers veel succes.
Han Blok