Een groep Zweedse wetenschappers analyseerde de maatregelen die door landen zijn genomen tijdens de vroege fase van de Covid-19-pandemie. Ze ontdekten dat regeringen liever het voorbeeld van anderen volgden en hun beslissingen baseerden op wat andere landen deden, in plaats van te handelen op basis van daadwerkelijk onderzoek naar effectieve maatregelen.
Door de complexiteit die gepaard gaat met beslissen tijdens een pandemie, staan regeringen voor het dilemma om toch snel te handelen terwijl hun besluitvormingsprocessen gebaseerd zijn op democratische processen. De bevindingen tonen aan dat regeringen in tijden van ernstige crisis sneller het voorbeeld van anderen volgen en hun beslissingen baseren op wat andere landen doen.
Overheden in landen met een sterkere democratische structuur reageren trager op de pandemie, maar zijn gevoeliger voor de invloed van andere landen.
Na de uitbraak van het coronavirus zijn over de hele wereld ongekende beleidsmaatregelen aangenomen die individuele bewegingsvrijheid en gedrag beperken, waardoor samenlevingen in verschillende mate op slot gingen. Dit beleid – vaak bekend als ‘niet-farmaceutische interventies’ (NPI’s) – omvat onder meer het sluiten van scholen, reisbeperkingen, uitgaansverboden en quarantaines, en wordt ingegeven door de noodzaak van ‘social distancing’ om de verspreiding van het COVID-19-virus te vertragen.
Hoewel timing van NPI’s cruciaal is, is het een uitdaging om een optimale timing te bepalen. Te lang wachten kan ertoe leiden dat de verspreiding uit de hand loopt en het gezondheidszorgsysteem overspoelt. Het te vroeg of te uniform invoeren van interventies in een heel land kan ook gevaarlijk zijn, aangezien dit het het risico op een tweede golf van infecties kan vergroten zodra de eerste interventies zijn stopgezet.
Elke interventie brengt ook aanzienlijke en langdurige sociale en economische kosten met zich mee in termen van het welzijn van de burgers en de verloren economische activiteit. Verder zijn interventies afhankelijk van de bereidheid van burgers om te gehoorzamen – een bereidheid die in de loop van de interventie waarschijnlijk zal afnemen. Ten slotte is de timing van versoepelende interventies problematisch en hangt af van het moment waarop de interventies aanvankelijk begonnen.
Een groot deel van het debat over de volksgezondheid is gericht op de vraag of een land al dan niet een bepaald beleid nodig heeft om de volksgezondheid van zijn burgers te beschermen. Er is weinig aandacht besteed aan de timing van beleidsinterventies. Dit onderzoek concludeert dat er sprake is van internationale nabootsing van maatregelen. Dat betekent dat sommige landen eerder dan nodig beperkende maatregelen hebben genomen. Als dat het geval is, kunnen dergelijke landen buitensporig hoge sociale en economische kosten hebben gemaakt en kunnen ze problemen ondervinden bij het handhaven van noodzakelijke maatregelen, als gevolg van lockdown-vermoeidheid.