Onlangs keerde minister Kamp van Economische Zaken terug van een reis naar Israël. Hoog op zijn agenda stond de ‘ijzersterke reputatie’ van dat land op het gebied van start-ups. Kamp werd daarom vergezeld door voormalig Eurocommissaris Neelie Kroes die hij vorig jaar als StartUp Envoy voor Nederland aankondigde. Om Nederland als dé start-uphub van Europa neer te zetten, bezochten Kroes en Kamp onder meer het Digital Life Design Festival in Tel Aviv, waar beginnende ondernemers en investeerders van over de gehele wereld samenkwamen.
De aandacht van dit kabinet voor start-ups – met de oprichting van StartupDelta en de benoeming door Rutte van een zwaargewicht als Kroes om daar leiding aan te geven – is behalve prijzenswaardig ook hard nodig. Als Nederland als kenniseconomie internationaal voorop wil blijven lopen, moet het een klimaat creëren om start-ups in Nederland te laten starten én te laten blijven. Diverse factoren bepalen dat klimaat, zoals de aanwezigheid van investeerders, een gunstig belastingklimaat en het kunnen aantrekken van specialistisch talent. Om daarvoor digitale vaardigheden in en rond het onderwijs te stimuleren, is het van groot belang om talent in eigen land te kweken. Microsoft ondertekende daarom het StartupDelta-initiatief Codepact dat vol inzet op het aan het coderen krijgen van zoveel mogelijk Nederlandse kinderen en jongeren.
Maar terwijl StartupDelta en het ministerie van Economische Zaken druk bezig zijn de weg voor jonge ondernemers naar Nederland te plaveien, hebben twee andere ministers in het kabinet-Rutte II wetsvoorstellen ingediend, die deze weg wel eens zouden kunnen blokkeren. Als de Wet computercriminaliteit III van minister Van der Steur en de recent veelbesproken herziening van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WIV) van minister Plasterk in hun huidige vorm worden aangenomen, is er een reeël risico dat technologiebedrijven Nederland juist gaan mijden.
En dat heeft alles te maken met vertrouwen in technologie. Microsoft is een wereldwijd opererend technologiebedrijf en we zijn ons er daarom zeer van bewust dat overheden soms informatie nodig hebben voor het bewaken van de veiligheid in de samenleving. Maar er moet altijd een balans zijn tussen fundamentele rechten (zoals privacy) van burgers enerzijds, en de slagkracht van overheden anderzijds. De waarborging van de privacy van de gegevens van onze gebruikers is voor Microsoft essentieel voor het vertrouwen in onze diensten. Die gegevens zijn namelijk eigendom van onze gebruikers: niet van overheden, en niet van Microsoft.
In het wetsvoorstel van Plasterk ontbreekt het aan die balans tussen privacy en handhaving door overheden. Het voorstel breidt namelijk de bestaande mogelijkheden van de inlichtingendiensten flink uit om ongericht informatie af te tappen. Dus als de wet in haar huidige vorm wordt doorgevoerd, is het mogelijk dat vrijwel alle telefoontjes, appjes, mailtjes en sociale media-updates eerst worden verzameld en er daarna pas wordt gekeken of die informatie daadwerkelijk nuttig is. En daar zou bovendien geen toets van een onafhankelijke rechter voor nodig zijn.
Een ander probleem van het wetvoorstel is onduidelijkheid over waar deze precies geldt. Zo staat in het voorstel opgenomen dat “de diensten zijn bevoegd tot het […] aftappen […] van elke vorm van gesprek, telecommunicatie of gegevensoverdracht […] ongeacht waar een en ander plaatsvindt.” We gaan ervanuit dat de wet in principe alleen in Nederland geldt, maar kunnen niet uitsluiten dat die door de Nederlandse diensten ook daarbuiten wordt toegepast. In de praktijk zien we als internationaal bedrijf dat verschillende landen momenteel verschillende wetgeving aan het doorvoeren zijn, met een onduidelijke juridische lappendeken tot gevolg. Het vestigingsklimaat van Nederland wordt hierdoor niet beter en kan op termijn economische schade betekenen voor ons land.
Maar ook voor start-ups kan dat impact hebben. Stel je voor: je hebt als jonge ondernemer een app gebouwd, die populair begint te worden. Je groeit en er zijn mogelijkheden om snel te groeien. In het geval van deze nieuwe wetgeving weet je niet zeker of de gegevens van je gebruikers in de app in Nederland allemaal bij de veiligheidsdiensten terecht kunnen komen. Als een ander land daar meer duidelijkheid over geeft, kan dat wel eens de doorslaggevende factor zijn om je daar te vestigen, en niet in Nederland.
Net als een breed scala van andere bedrijven, ngo’s, juristen en wetenschappers heeft Microsoft vorige week in een internetconsultatie dan ook protest aangetekend tegen de WIV. Als Nederland echt een start-updelta wil worden, is het van groot belang dat alle leden van het kabinet meewerken aan een klimaat dat ook de privacy van gebruikers van technologie beschermt. Daar zou minister Kamp zijn collega’s eens duidelijk op moeten wijzen.
Jochem de Groot – Microsoft, Government affairs lead Benelux