De Verenigde Naties stimuleren landen om mee te doen aan een programma om de toenemende periodes van droogte beter te doorstaan. Hun Droogteprogramma heeft middelen om 70 landen te helpen bij het opstellen van een draaiboek in geval van extreem droog weer. Tot nu toe zijn slechts drie landen wereldwijd klaar om daarmee om te gaan.
Binnen het kader van de VN-Conventie in de Strijd tegen de Verwoestijning (UNCCD) staat het Droogte-initiatief voor het mobiliseren van landen om actief in te zetten op nationale droogteplannen. Het houdt onder meer in dat ze hun kwetsbaarheden en lokale risico’s in kaart brengen, en hun inwoners en het ecosysteem meer weerbaar maken tegen droogte.
Droogteplan op maat
“Tot nu toe hebben we al 45 landen kunnen overtuigen om zich aan te melden bij ons droogteprogramma”, zegt Pradeep Monga van het UNCCD. We treffen hem in Georgetown, de hoofdstad van Guyana waar net een bijeenkomst van het UNCCD heeft plaatsgevonden.
Het Droogte-initiatief helpt beleidsmakers, afgevaardigden van overheden en lokale besturen om meer veerkracht te ontwikkelen tegen extreme droogte. UNCCD-experts helpen de landen bij het opstellen van een droogteplan op maat, in samenwerking met, en gebruik makend van de specifieke kennis van de meteorologische diensten van de betreffende landen.
De bedoeling is uiteindelijk dat een dergelijk plan wordt goedgekeurd en er op het hoogste politieke niveau tot actie wordt overgegaan.
Grillen van de klimaatverandering
“Droogte is een natuurlijk fenomeen en het is niet altijd perfect voorspelbaar wanneer die zal toeslaan en in welke mate”, zegt Monga. “Het klopt wel dat de voorspellingen een stuk beter zijn geworden door de World Meteorological Organisation (WMO), en we beter op voorhand kunnen inschatten waar er droogte verwacht wordt. Hierdoor kunnen we al gerichter voorzorgsmaatregelen nemen.”
Hoe meer veerkrachtig gebieden zijn, hoe beter ze kunnen reageren op de grillen van de klimaatverandering. Dat is de redenering achter het Droogteprogramma.
“De plannen daartoe helpen ook om de biodiversiteit van de landen te bewaren en, nog het belangrijkste, om het land productief te houden, ook als er droogte heerst”, zegt Monga. “Dat is trouwens ook belangrijk in het licht van de migratie. Goed voorbereide gemeenschappen lopen veel minder risico om in een waterval van problemen terecht te komen.”
Waterbronnen in Guyana
Veel van de landen die zich aangemeld hebben bij het initiatief, bevinden zich in de regio Latijns-Amerika en de Caraïben. Een van de deelnemers is onder meer Guyana, een land in Zuid-Amerika dat bijvoorbeeld naar de oprichting van meer waterbronnen kijkt voor de gemeenschappen die het kwetsbaarst zijn voor droogte.
Samen met Brazilië heeft het land een overeenkomst ondertekend waarbij het Braziliaanse leger samen met de het ministerie van Defensie van Guyana waterbronnen gaat boren in de gebieden waar minstens acht grote inheemse bevolkingsgroepen leven.
“Dit initiatief zal ertoe leiden dat deze mensen het hele jaar rond drinkbaar water hebben. Dat zal een enorme verbetering zijn voor hun dagelijkse leven”, zegt minister van Staat Joseph Harmon van Guyana. “Wat we willen bereiken is dat al onze bevolkingsgroepen droogte niet meer zien als een factor waarmee ze moeten rekening houden om hun leven en werk te plannen”, zegt hij.
Draaiboek
Volgens UNCCD-secretaris Monique Barbut zullen perioden van grote droogte steeds meer voorkomen. Volgens haar is het dus cruciaal dat de landen die meer risico lopen, zich daar nu al op voorbereiden.
“We zien de droogte nu al toenemen, en alle klimaatrapporten wijzen er ook op dat dit de nieuwe realiteit wordt, ongeacht waar we uitkomen met de stijging van de temperatuur”, zegt Barbut. “We zijn vorig jaar nagegaan welke landen wereldwijd echt klaar staan met een draaiboek om meer droogte om te gaan. Dat bleken er slechts drie te zijn: de Verenigde Staten, Australië en Israël.”
Volgens Barbut zullen de draaiboeken de droogte niet afremmen maar zijn ze wel in staat om met de effecten ervan om te gaan.
“Met het huidige initiatief hebben we middelen om in totaal 70 landen bij te staan om een eigen draaiboek uit te werken. We hopen dat we tegen de volgende bijeenkomst in oktober zullen kunnen berichten over deze landen en we daarna nog zullen kunnen uitbreiden naar de rest van de wereld.”
Volgens het laatste rapport van het VN-Klimaatpanel (IPCC) stevent de wereld, zonder een radicale omwenteling op het vlak van energie, transport en landbouw, af op een opwarming van de aarde met meer dan 1,5 graden Celsius. Dit scenario zou volgens het IPCC betekenen dat alle koraalriffen ter wereld afsterven, droogte en hittegolven ernstig zullen toenemen, en een extra 10 miljoen mensen risico lopen door de stijging van de zeespiegel, dodelijke stormen en overspoelde kustgebieden. De mensen die het meeste risico lopen zijn de miljoenen inwoners van de minder ontwikkelde gebieden op aarde, waarschuwt het panel.