Innovatie in de landbouw gaat doorgaans in stapjes. Mechanisatie op de boerderij, nieuwe technieken om te conserveren, veredeling door kruisen en zaadverbetering, uitgekiende teeltkeuze, kruising van dierrassen, noem maar op. Het streven van de agrarische industrie naar optimalisatie en efficiëntie is de manier om aan de hogere eisen van zowel de producenten als de consumenten te voldoen. Het niveau van de Nederlandse landbouw is ongeëvenaard in de wereld. Zoveel goede producten van zo’n klein grondgebied en zo concurrerend op prijs en kwaliteit.
Dat er ook een andere kant van die medaille is, begint duidelijk te worden. Die voortdurende groei eist zijn tol van de natuur en daarmee van de volksgezondheid. Dat de kosten voor de natuur in de prijs van ons eten doorberekend zouden moeten worden, is nog maar heel onlangs als serieuze optie aanvaard. Maar het streven naar grootschaligheid lijkt niet af te remmen. Hoe luid de roep om een transitie, met kernbegrippen als kleinschaligheid, duurzaamheid en diervriendelijkheid, ook is.
Radicaal om
De soft spoken Limburger Ruud Zanders is ervaringsdeskundige van hoe innovatie kan werken. Niet geleidelijk, in een transitietraject waarin de kool en de geit gespaard blijven. Maar radicaal, door te stoppen met het ene slechte, en het andere betere van de grond af op te bouwen. De formule van Kipster is behalve een voorbeeld voor verandering in andere takken van veeteelt ook een duidelijke les voor het denken in geleidelijkheid. Misschien werkt dat niet. “Ik heb een krantenknipsel uit 1984 thuis waarin iemand van de VVD al zegt dat de veestapel moet worden verkleind,” zegt Ruud Zanders, directeur en oprichter van Kipster, de producent van het ‘duurzaamste ei ter wereld’.
Zanders nam met zijn broer het pluimveebedrijf van hun vader over, investeerde daarnaast in buitenlandse bedrijven en werd een van de grootste eierproducenten van Nederland. Toen kwam de vogelgriep en bleek niet elke investering even verstandig te zijn geweest. Omdat hij ook met zijn privégeld in het bedrijf zat, moest hij na het faillissement zelfs zijn huis verkopen en restte hem en zijn gezin een huurwoning in het dorp. En genoeg tijd om na te denken over de toekomst. Die lag wat hem betrof toch in de kippen en de eieren, maar dan anders.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan met een donatie. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
“Ik ging niet meer naar de gewone pluimvee- en boerenbijeenkomsten,” vertelt hij in de bezoekersruimte van de Kipsterboerderij in Beuningen. “Daar hoor je dat we de beste boeren van de wereld zijn en leer je hoe je nog een ei meer uit een kip haalt. Dat wist ik allemaal wel. Ik ging naar duurzaamheidsbijeenkomsten om mij in iets heel anders te verdiepen. Ik kreeg meer inzicht in hoe de wereld er echt voorstaat. Hoe vervuilend de landbouw kan zijn, hoeveel grond we nu nodig hebben voor veeteelt. Hoeveel goede landbouwgrond we gebruiken voor het verbouwen van goed voedsel dat we aan dieren voeren.”
Circulaire landbouw
Dat kan allemaal niet zo doorgaan, dacht Zanders. Maar hoe dan wel? Hij begon rond te kijken, zich te verdiepen in circulaire landbouw, en stapte langzaam af van het idee van Grootschaligheid is Goed, dat hij had meegekregen van zijn tijd op de Landbouwhogeschool in Wageningen, toen nog onder Aalt Dijkhuizen. Een ontmoeting met Afrikaanse boeren, die hier kwamen kijken naar de pluimveehouderij, deed hem beseffen dat onze kijk op efficiency niet per se de juiste meer was.
Wat is eigenlijk de rol van dieren in het voedselsysteem, vroeg hij zich af. Hoe benutten we het potentieel van de aarde echt goed? In een notedop: om te beginnen moet je alle goede landbouwgrond gebruiken voor plantaardige producten voor mensen, niet voor dieren. Op de zogeheten marginale gronden, waar niets anders groeit dan gras, maak je voedsel via een koe of een geit. De restproducten van het land en van menselijke consumptie voer je aan varkens en kippen, daar krijg je eieren en vlees voor terug.
“Dat is een systeem dat de hele wereld kan voeden,” zegt Zanders. “We moeten voedsel produceren binnen de mogelijkheden van de planeet.” De kunst is op arme grond, alleen met gras als voer, zoveel mogelijk dierlijke eiwitten te produceren. Niet alleen met melkkoeien, maar ook met legkippen en varkens. Schapen en geiten, maar ook vleeskippen, passen daar eigenlijk niet goed in. Een consequentie is wel dat de consumptie van dierlijk eiwit drastisch moet verminderen wil dit circulaire systeem kunnen werken, zegt Zanders erbij.
Zanders stelde een team samen met de duurzame ondernemer Maurits Groen, de marketingstrateeg Olivier Wegloop en de jonge kippenboer Styn Claessens. Met het uitgewerkte plan voor Kipster gingen ze de supermarkten langs. Het was 2016, ze konden niets concreets laten zien, alleen “ons verhaal”, dat wel tot in elk detail, ook technisch, was uitgewerkt. “De cruciale factor was eerlijk gezegd Lidl Nederland, die waren meteen enthousiast. ‘Als jullie dit voor elkaar krijgen, dan nemen wij vijf jaar lang al jullie eieren af’, zeiden ze.” Toen konden er investeerders gezocht worden en kon er gebouwd gaan worden. De eerste stal verrees in Venray en de tweede een paar jaar later in Beuningen.
Rustige kippen in luxe eierfabriek
Het eerste dat opvalt als je het erf van de Kipsterstal in Beuningen oprijdt, is de lege parkeerplaats. De stal is volledig geautomatiseerd en wordt gerund door een paar personeelsleden. Het tweede dat opvalt, achter de glazen pui, is de zee van witte kippen, die tot aan de horizon lijkt te reiken. Wat daarvan opvalt is dat die 24.000 kippen allemaal rustig door elkaar scharrelen, van binnen naar buiten lopen, zonder gekakel, stress of andere signalen van een onrustig kippenleventje. De Dekalb White is dan ook een hybride kippensoort die bekend staat om haar rustige gedrag.
Massaal is het wel, want dit is geen gewoon kippenhok, maar een superdeluxe eierfabriek. De zonnepanelen op het dak zorgen voor alle benodigde stroom. De dakramen laten daglicht door. De openingen aan weerzijden geven toegang tot de buitenruimtes, waar de kippen vrijelijk kunnen scharrelen in het zand tussen houten obstakels. Elk systeem is geperfectioneerd, de stallen zijn volledig klimaatneutraal. De haantjes (die geen eieren leggen zoals u weet) worden niet vergast, wat gebruikelijk is, maar worden apart opgefokt en evenals de uitgelegde kippen verwerkt in onder meer de Indische balletjes die de Lidl ook verkoopt.
Het besef dat het verkeerd is om goed plantaardig voedsel aan dieren te voeren leverde een van de uitgangspunten voor Kipster op: “Kunnen wij kippenvoer maken alleen van dingen die de mensen niet meer kunnen of willen eten?” Dat was de vraag die Zanders en compagnons stelden. Met de reststromen van de levensmiddelenindustrie kortom. Brood, beschuit, knäckebröd, rijstwafels, ijshoorntjes. De firma Nijsen maakt de Kipstermix van wat overblijft van grote bakkerijen, vult het aan met afgewerkte eierschalen voor de calcium, haverdoppen, zadenschroot en andere restproducten, tot een compleet, uitgekiend kippenvoer van constante kwaliteit.
Als je echt serieus gaat kijken naar voedselzekerheid, dan kom je op één ding uit: veel minder dieren.
“Wij zijn nu voor zover ik weet al zeven jaar de enige legpluimveehouderij ter wereld die zijn dieren alleen maar voert met wat de mensen niet meer kunnen of willen eten,” zegt Zanders. De afspraak over de levering met Lidl werd verlengd en houdt in dat de super alle eieren afneemt die Kipster produceert, soms minder, soms meer. Alleen een verhoging of verlaging van de kostprijs van het voer wordt doorberekend in de prijs van de eitjes. Kipster hoeft niet de vrije markt op, prijsschommelingen in de eierhandel hebben geen invloed op de deal. Dat is niet alleen lekker rustig, het garandeert ook dat er geen ei verloren gaat.
Een Kipsterei mag dan heel duurzaam zijn, het heeft geen biologische 0 of 1 als begincijfer van de eicode. De Kipstermix voldoet niet aan de eisen voor biologische certificering van voer. “Dan zou het van biologisch graan en mais gemaakt moeten zijn, maar dat is nou precies wat we niet willen, dat is goed voedsel voor mensen zelf,” zegt Zanders. Een andere reden is dat biologische kippen veel meer grond ter beschikking moeten hebben. Maar volgens Zanders gebruiken kippen helemaal niet zo veel ruimte en hebben ze genoeg aan wat ze in en buiten de Kipsterstal krijgen. Goede landbouwgrond is schaars, dus als de kippen het niet benutten, kan het een andere bestemming krijgen.
Zanders zal de enige kippenboer zijn die zegt dat we minder dierlijke eiwitten moeten eten, dus ook mindere eieren. Daarom mag je hem best enigszins radicaal noemen, vindt hij, ook omdat de Kipster manier van eieren produceren volkomen innovatief is, klimaatneutraal, circulair en ook niet op winstmaximalisatie gericht. “Iedereen in de sector weet wel dat we naar minder dieren moeten, maar op het moment dat je dat uitspreekt schiet iedereen toch in de starre houding: nee, dat kan niet. Maar als je echt serieus gaat kijken naar voedselzekerheid, waar iedereen het nu over heeft, dan kom je op één ding uit: veel minder dieren.”
Zanders is ondernemer genoeg om binnen de beperkingen die hij zichzelf in zijn bedrijfsfilosofie oplegt toch over de grenzen te kijken. In de Verenigde Staten vonden Zanders en compagnons interesse voor hun formule bij de firma Kroger, na Walmart de grootste supermarktketen. Inmiddels staan er sinds 2022 vier Kipsterboerderijen in Indiana en worden de eieren verkocht onder het merk Simple Truth + Kipster Carbon Neutral eggs. Dat vat het Kipsterverhaal mooi samen.
“We zijn groot in kleinschaligheid, of we zijn klein in grootschaligheid,” zegt Zanders. “Er was veel twijfel of het ons zou lukken onze manier van produceren operationeel en rendabel te maken, maar ik denk dat we wel bewezen hebben dat het kan.”
Huib Stam