Maandag zond de VPRO in Tegenlicht de documentaire ‘De slag om ons drinkwater” uit ( 9 september 2013). Daarin zien we Nestlé vertellen dat haar missie is iedereen ter wereld van schoon drinkwater te voorzien. Met een fraai groengewassen marketingstrategie probeert de multinational munt te slaan uit bronnen, die gerekend mogen en moeten worden tot de ‘commons’, onze gemeenschappelijke voorzieningen waarop iedereen recht heeft.
Peter Brabeck, voorzitter van ’s werelds grootste levensmiddelenbedrijf Nestlé, heeft geen boodschap aan gemeenschappelijke rechten. In de documentaire zegt hij letterlijk dat hij het idee van water als mensenrecht beschouwt als een extremistische visie. Het enige wat voor hem telt is winst. Woekerwinst. Voor Nestlé.
Op weg naar nog meer winst is niets heilig voor het bedrijf. Zo ontstond al in 1977 een wereldwijde boycot tegen het bedrijf, vanwege agressieve en misleidende marketing voor “Instant Formula” voor zuigelingen, een substituut voor borstvoeding. Met de zelfde argumenten die nu weer worden gebruikt bij de marketing van Pure Life, Nestlé’s watermerk voor de derde wereld: het is gezonder en het is veiliger. Ondertussen houdt de WHO (World Health Organisation) Nestlé mede verantwoordelijk voor de dood van jaarlijks 1,5 miljoen zuigelingen als gevolg van het ontraden van borstvoeding. Die baby’s sterven omdat de moeders de voeding eigenlijk niet kunnen betalen. Maar beinvloed door de reclame zijn ze bang om hun kinderen dat geweldige product te onthouden. Dus wordt de noodzakelijke dosis verdund met – vaak vervuild – water, waardoor baby’s sterven als gevolg van ondervoeding en infecties.
Water was al eerder onderwerp van de strijd tussen mensenrecht en consumptieplicht. In de jaren negentig van de vorige eeuw was het de Amerikaanse watergigant Bechtel die in Bolivia betrokken was bij een experiment om de watervoorziening te privatiseren. Bolivianen werd plotseling tot 20% van hun inkomen gevraagd voor hun water. Dat leidde in 2000 tot de ‘water wars’ in de stad Cochabamba, een grote opstand van de bevolking, waarna de privatisering werd teruggedraaid.
En ook de EU haalde bakzeil, toen vorig jaar plannen voor een pan-europese privatisering van drinkwater uitlekten.
Al deze voorbeelden maken deel uit van een internationale neoliberale politiek van privatisering die begin jaren negentig is ingezet en die mede door de Wereldbank en het IMF wordt ondersteund. In ontwikkelingslanden wordt de landelijke overheid onder druk gezet om de multinationals hun gang te laten gaan, in Europa en de VS gaat het vooral om lokale bestuurders, die vaak de kennis en de middelen missen om terug te vechten. Een tactiek die ook herkenbaar is bij de ontwikkelingen rond schaliegas.
Maar in een aantal van de beschreven situaties is ook een begin van een oplossing zichtbaar. Waar mensen in staat zijn om samen op te trekken, zijn zelfs machtige multinationals niet in staat om hun zin door te drijven. Dat ervoer Bechtel in Cochabamba. En dat zagen we opnieuw in de documentaire, waar de inwoners van de Amerikaanse dorpen Shapleigh en Newfield zich organiseerden in hun weerstand tegen Nestlé. En wonnen.
Wat de film – en voorbeelden als Cochabamba – ook duidelijk maakt, naast de wel bekende maar telkens weer shockerende werkelijkheid over het optreden van bedrijven die denken de wereld in hun zak te hebben, is dat het wel degelijk mogelijk is dit soort praktijken te stoppen. Hij laat zien hoe belangrijk het is dat mensen zich lokaal organiseren en vooral ook hun lokale bestuurders bij de les houden.
Multinationals kunnen acteren bij gratie van een anonieme globalisering, die inmiddels door de financiële en economische crisis flink aan erosie onderhevig is. Maar ze zijn niet opgewassen tegen samenwerking op lokaal nivo waar mensen elkaar kennen en steunen. Die samenwerking kan bestaan uit het tegenhouden van onrechtmatige exploitatie van onze primaire levensbehoeften. En ook uit het ophouden producten te kopen van bedrijven die zich daar mee bezighouden. Peter Brabeck mag zich dan verschuilen voor de camera’s, als wij zijn handel niet meer kopen kan hij thuisblijven.