Afgelopen maand kon het Verenigd Koninkrijk voor het eerst een hele dag zonder energie uit kolen, sinds het begin van de Industriële Revolutie. Dit is opmerkelijk nieuws en het biedt een glimp van de toekomst die ons te wachten staat nu het land waar de steenkooleconomie ooit begon een volgende stap maakt.
Net zoals de fax plaatsmaakte voor de email en walvistraan voor kerosine maken kolen nu plaats voor schonere vormen van energie. En deze transitie zal sneller plaatsvinden wanneer de gigantische en machtige verzekeringsindustrie ook haar bijdrage zal leveren. Misschien zijn we dan nog op tijd om ten minste het tempo van de klimaatverandering te vertragen .
De verzekeringssector is één van de cruciale maar vaak vergeten vormgevers van de Industriële Revolutie. ‘Dit is alleen maar mogelijk gemaakt door verzekeraars,’ zo zei Henry Ford toen hij naar de skyline van New York keek; ‘zonder verzekeringen zouden wolkenkrabbers niet bestaan. Geen enkele investeerder zou gebouwen financieren die een sigarettenpeuk tot de grond toe kan doen afbranden.’
Dankzij hun vermogen om risico’s over grote portfolio’s te spreiden hebben verzekeraars eeuwenlang activiteiten met een hoog risico mogelijk gemaakt. En dat geldt ook voor activiteiten die bijdragen aan het grootste risico in de geschiedenis van de mensheid: de opwarming van de aarde.
Vertegenwoordigers van de verzekeringsindustrie praten over hun intentie en passie om klimaatverandering te beperken en een leefbare planeet te verzekeren. Maar ondertussen zijn hun agenten bezig om garant te staan voor nieuwe kolencentrales, boorplatforms, teerzandafgravingen, gaspijpleidingen, en andere vervuilende projecten. Veel van deze projecten zouden niet levensvatbaar zijn zonder de diensten van verzekeringsmaatschappijen.
Met een geschatte 31,1 biljoen dollar aan fondsen onder hun hoede in 2014 vertegenwoordigen verzekeringsmaatschappijen bovendien bijna een derde van alle institutionele activa in de wereldeconomie.
Hoeveel geld deze bedrijven precies in fossiele brandstoffen hebben gestopt is onbekend. Maar één ding is helder: om te voorkomen dat de temperatuur van de planeet met meer dan 2 graden Celsius boven pre-industriële niveaus stijgt moeten we het merendeel van onze voorraden kolen, olie, en gas in de bodem laten.
Ironisch genoeg blijft de sector een grote facilitator van fossiele brandstoffen projecten, ondanks dat ze als een van de eerste sectoren opriepen tot actie tegen klimaatverandering. Verzekeraars hebben een perverse cirkel gecreëerd en in stand gehouden waarin ze projecten mogelijk maken die opwarming van de aarde veroorzaken terwijl ze ook verzekeren tegen de negatieve klimaatimpact van deze zelfde projecten.
Daar is tot nu toe weinig kritiek op gekomen. Maar dit staat te veranderen. Eind afgelopen maand kondigde de Franse verzekeringsreus AXA aan niet langer te werken voor bedrijven die meer van 50% van hun omzet uit kolen halen. Deze verandering borduurt voort op de eerdere beslissing van AXA om in dit soort bedrijven te de-investeren.
Dit is een cruciale stap voor het onverzekerbaar maken van kolen. De feiten zijn meer dan duidelijk: fossiele brandstoffen drijven niet alleen een verwoestende klimaatverandering aan, maar ook zoveel andere dreigingen dat het verzekeren van nieuwe kolencentrales en mijnen ronduit ingaat tegen een aanvaardbaar financieel risicomanagement. De verbranding van kolen zou niet bankabel moeten zijn.
De beslissing van AXA is een rationele, gebaseerd op onweerlegbare feiten en een realistische blik op de toekomst. Verzekeren is tenslotte gebaseerd op het idee dat de toekomst enigszins op het verleden lijkt, en deze zo voorspelbaar maakt. Maar wanneer we de planeet blijven opwarmen is deze aanname niet meer geldig. Verzekeraars van onroerend goed aan de kust vragen zich al af hoeveel de zeespiegel zal stijgen en hoe hard stormen zullen blazen.
Op morele en economische gronden is de tijd gekomen om het voorbeeld van AXA te volgen en te erkennen dat fossiele brandstoffen onverzekerbaar zijn. Voor deze bedrijven – en ieder ander – is de beste verzekering om fossiele brandstoffen daar te laten waar ze horen: in de grond.
Bill McKibben