De ontwikkeling van hernieuwbare energie in Nederland verloopt nog beter dan gedacht: in de eerste helft van dit jaar is ruim twee keer zoveel subsidie aangevraagd voor hernieuwbare energieprojecten dan beschikbaar was. Het komend half jaar stelt het kabinet daarom 1 miljard euro meer subsidie beschikbaar dan eerder was aangekondigd. Het gaat niet om nieuw geld, maar om budget dat voor de komende jaren al begroot was voor hernieuwbare energie.
In 2016 is daarmee in totaal 9 miljard euro subsidie beschikbaar voor projecten binnen de regeling SDE+, exclusief het budget voor de aanleg van het windpark Borssele op zee. Deze subsidie wordt pas uitbetaald als de projecten daadwerkelijk energie leveren, over een periode van 15 jaar.
Minister Kamp van Economische Zaken: “Gesteund door de 47 partijen waarmee we het Energieakkoord hebben ondertekend, werken we hard aan een meer hernieuwbare energievoorziening in Nederland. Het is goed om te merken dat men uit alle hoeken van de samenleving een bijdrage wil leveren aan deze energietransitie. Van MKB’ers tot lokale energiecoöperaties, van agrariërs tot industriebedrijven. Door nu subsidie eerder beschikbaar te stellen, kunnen meer projecten doorgang vinden en zetten we weer een belangrijke stap richting het doel van 16% hernieuwbare energie in 2023.”
Zonnepanelen
In de eerste helft van dit jaar is voor 4 miljard euro subsidie verstrekt aan biomassa-, zon-, geothermie- en windenergieprojecten. Opvallend is dat bijna 90 procent van de projecten die een subsidie beschikt hebben gekregen, een zonproject is. Het gaat om 872 van de in totaal 986 projecten. Dit zijn veelal kleinschalige projecten. Een groot project is het nog aan te leggen zonnepark in Veendam, dat met 54.000 zonnepanelen stroom wil gaan leveren aan 4000 huishoudens. Daarmee krijgt de Groningse gemeente twee keer zoveel zonnepanelen als haar ruim 27.500 inwoners.
Kamp: “Met de subsidieregeling SDE+ wekken we zoveel mogelijk duurzame energie op tegen zo laag mogelijke kosten. Dat heeft effect: zo wordt de opwek uit zonne-energie steeds goedkoper. Van bijna 46 cent per kilowattuur in 2009 tot nog geen 13 cent dit jaar – een daling van bijna 70%. Hierdoor kunnen zonprojecten steeds beter mee concurreren binnen de SDE+. Ik verwacht dat deze kostendaling alleen maar verder doorzet.”
Nieuwe technologieën
Binnen de SDE+ is ook ruimte voor de ontwikkeling van nieuwe innovatieve technieken. Zo is er 82 miljoen euro subsidie verstrekt aan een project dat met een nieuwe technologie, superkritische vergassing geheten, natte biomassa zoals mest, groenafval en rioolslib direct kan omzetten naar hernieuwbaar gas. Bij bestaande technieken voor het verwerken van de natte biomassa, moet eerst het water verwijderd worden voordat er gas van kan worden gemaakt. Met deze nieuwe technologie wordt het proces efficiënter: nagenoeg alle energie die in de organische stof is opgeslagen komt beschikbaar.
Verder zijn er projecten waarbij fossiele energiebronnen worden vervangen door hernieuwbare. Een kolencentrale bij Nijmegen van GDF Suez zal dankzij een subsidie van 93 miljoen euro subsidie omgebouwd worden tot een biomassacentrale. De energie die in de centrale wordt opgewekt komt overeen met het energieverbruik van 10.000 huishoudens en zal via een warmtenet geleverd worden aan de glastuinbouw en andere bedrijven.
Kostenreductie
De SDE+ is zo ingericht dat zoveel mogelijk hernieuwbare energie wordt opgewekt tegen zo laag mogelijke kosten. De regeling prikkelt aanvragers om projecten voor een zo laag mogelijke subsidie in te dienen, waarbij er concurrentie is tussen de verschillende technologieën. Dit betekent dat projecten die voor een goedkoper subsidiebedrag inschrijven, meer kans hebben de subsidie te ontvangen. Dit is positief voor de energierekening van burgers en bedrijven en lokt innovatie uit.
In 2017 zal het SDE+ budget naar verwachting vergelijkbaar zijn met het budget van 2016. Hierover wordt aan het einde van dit jaar meer bekend gemaakt.