Groot-Brittannië, Duitsland, Griekenland, Polen en Slovenië blijken niet van plan om de subsidies voor fossiele brandstoffen snel op te geven. Dat zegt een analyse van de nationale klimaatplannen van de 28 Europese lidstaten. Ook Nederland blijft fossiel subsidiëren. Waar de Europese Commissie laat zien dat Nederland 2,5 miljard euro per jaar aan fossiele subsidies uitgeeft, beweert de Nederlandse regering dat Nederland helemaal geen subsidies voor fossiele energie verleent.
In een nieuw rapport hebben experts van het Overseas Development Institute (ODI), Friends of the Earth (FoE) Nederland en Climate Action Network (CAN) Europa de nationale energie- en klimaatplannen van de EU-lidstaten geanalyseerd. In deze nationale plannen zouden de landen duidelijk moeten maken hoe ze willen omgaan met subsidies voor fossiele brandstoffen en wat ze eraan doen om die op termijn af te schaffen.
Ondanks beloftes om het subsidiëren van fossiele brandstoffen te beëindigen, rapporteert geen van de EU-lidstaten over een duidelijke aanpak inzake subsidies voor fossiele brandstoffen, noch concrete plannen om deze uit te faseren.
Subsidies via belastingvoordeel
De auteurs van het rapport ‘Fossil fuel subsidies in draft EU National Energy and Climate Plans: Shortcomings and final call for action’ ontdekten dat verschillende nationale energie- en klimaatplannen zelfs geen melding maken van hun subsidies terwijl uit vorig onderzoek van de Europese Commissie bleek dat alle EU-lidstaten tot op zekere hoogte het gebruik en/of de productie van fossiele brandstoffen subsidiëren.
Volgens de auteurs van het rapport beweren zes lidstaten (Bulgarije, Denemarken, Frankrijk, Hongarije, Nederland en Groot-Brittannië) dat er in hun land geen sprake is van subsidies voor fossiele brandstoffen, dit in tegenstelling tot wat het eerdere onderzoek uitwees. In het geval van Groot-Brittannië zou het zelfs gaan om 12 miljard euro via belastingvoordelen, meer dan eender welke andere lidstaat.
Nieuwe subsidies
Alle 28 EU-lidstaten zijn in het onderzoek meegenomen, naast Nederland ontkennen nog vijf andere landen (Bulgarije, Denemarken, Frankrijk, Hongarije en het Verenigd Koninkrijk) dat zij subsidies verlenen – terwijl zij dit feitelijk wel doen. Vijf lidstaten (Duitsland, Griekenland, Polen, Slovenië, en het Verenigd Koninkrijk) kondigen zelfs nieuwe fossiele subsidies aan. In totaal verlenen de lidstaten €55 miljard subsidie voor klimaatvervuilende brandstoffen.
Het rapport wijst erop dat dit in strijd is met de beloftes die tien jaar geleden werden gemaakt om subsidies voor fossiele brandstoffen te stoppen, en herinnert aan de noodzaak daarvan in het licht van de klimaatcrisis.
Griekenland plant bijvoorbeeld een nieuwe subsidie om dieselverwarmingsketels te vervangen door ketels op basis van gas. Polen wil subsidies verlenen voor ondergrondse gasopslag en het gebruik van vloeibaar aardgas voor transport.
Huiswerk voor de lidstaten
Het rapport roept elke lidstaat op om alle bestaande subsidies voor fossiele brandstoffen te vermelden met behulp van een gemeenschappelijke definitie, en uitfaseringsplannen voor te leggen tegen het einde van dit jaar zoals vereist door de Europese wetgeving inzake de 2030-agenda over klimaat en energie.
“In 2009 heeft de EU het engagement uitgesproken om een einde te maken aan subsidies voor fossiele brandstoffen”, zegt hoofdauteur Laurie van der Burg van FoE Nederland. “Tien jaar later zit de wereld verwikkeld in een klimaatcrisis en blijven overheden hoge sommen geld van de belastingbetaler uitgeven aan fossiele brandstoffen, de grootste bron van klimaatverandering. Als de EU-overheden serieus zijn over klimaatactie, moeten ze hun beloftes omzetten in concrete actieplannen.”
“De klimaatcrisis is deze zomer duidelijker geweest dan ooit met de vele hittegolven die ook slachtoffers hebben gemaakt”, zegt coauteur Ipek Gencsu van ODI. “De Europese regeringen hebben hun welwillendheid om actie te ondernemen laten zien, maar blijven toch miljarden investeren in vervuilende energiesystemen waardoor ze eigenlijk het tegenovergestelde doen van wat ze hebben beloofd. “
“De nationale klimaat- en energieplannen van overheden zijn een uitgelezen kans om de strategie om uit de vervuilende energie te stappen te laten zien”, zegt Markus Trilling van CAN Europe. “Landen hebben nog tot het einde van dit jaar om hun huiswerk op orde te krijgen. En gezien het feit dat de kloof tussen de doelstellingen zoals geformuleerd in het Akkoord van Parijs en de realiteit steeds groter wordt, benadrukken wij de urgentie daarvan.”
In Nederland dubbel zoveel subsidie naar ‘grijs’ dan ‘groen’
In 2013 sprak Nederland in Europa af om voor 2020 subsidies voor fossiele energie af te schaffen. De Europese Commissiestelt echter dat Nederland nog ruim twee keer zoveel subsidie verleent aan fossiele energie, dan aan duurzame energie. Respectievelijk €2,5 miljard per jaar tegenover €1,1 miljard. “Zo houden we klimaatvervuilende brandstoffen onnodig lang op de been. Ondanks de klimaatafspraken, blijft Nederland belastinggeld steken in de grootste oorzaak van deze klimaatcrisis: fossiele brandstoffen. Dit is onverantwoord.”, aldus Laurie van der Burg van Milieudefensie.
Als niet alleen naar directe subsidie en belastingvoordeel wordt gekeken, valt de steun voor fossiele brandstoffen nog hoger uit: €7,6 miljard per jaar tussen 2014 en 2016. Hieronder valt dan ook financiering door publieke instellingen als de Nederlandse ontwikkelingsbank en investeringen door staatsbedrijven, zoals Energie Beheer Nederland en Gasterra.
Kans om subsidies voor fossiele brandstoffen te stoppen
Hoewel geen van de landen volledige plannen presenteert voor het afbouwen van de fossiele subsidies, kan Nederland een voorbeeld nemen aan landen als Italië en Duitsland. Deze landen zijn transparanter over de subsidies die ze verlenen en kondigen plannen aan deze af te bouwen.
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat is inmiddels bezig om fossiele subsidies in kaart te brengen en hierop een beleidslijn te formuleren. Van der Burg: “Dit biedt een unieke kans voor Nederland om haar jarenoude beloftes na te komen en de plannen voor eind dit jaar te corrigeren.”