Thomas Rau is bekend om zijn ecologisch verantwoorde architectuur. Hij is niet alleen één van Nederlands belangrijkste duurzaamheidsdenkers, ook is hij oprichter van het circulaire economie-platform Turntoo, en… terrorist? Argusactueel had een interview met hem.
U heeft zichzelf ooit omschreven als een ‘vreedzame terrorist’. Wat bedoelde u daarmee?
Thomas Rau: Wel, het systeem is in een crisis beland. Er zijn dan ook heleboel mensen die zeggen: ‘We willen een andere samenleving, andere mobiliteit, een ander belastingstelsel,… maar we zitten gevangen in dat systeem.’
Men wil mensen namelijk dwíngen zich aan het systeem aan te passen. Maar die piste is een valkuil, en doet denken aan de Oostblokmentaliteit.
Ik, daarentegen, zeg: we moeten ons er niet aan aanpassen. Integendeel, we moeten naar een radicale transformatie. Zoiets kunnen we doen met geweld. Maar we kunnen het ook doen uit vrijheid, geweldloos, en dit van binnenuit.
Je krijgt dan wel, altijd weer, de grote vraag: is het ook economisch interessant? Ik ben alvast van overtuigd van wel. Zo is onlangs een rapport van de WNF gepubliceerd dat aantoont dat CO2-reductie economisch interessant is.
Is dat mogelijk, een economie die groeit en tegelijk duurzaam is?
Thomas Rau: We hebben twee mogelijkheden. Als we het niet duurzaam doen, gaat onze planeet naar de filistijnen en hebben we géén economie meer. De andere mogelijkheid is dat we economie in de toekomst anders definiëren. Want natuurlijk moeten we geld verdienen, producten maken, consumeren,… Alleen: we hebben nieuwe spelregels nodig.
Welke zijn dat?
Thomas Rau: We hebben onze samenleving zo georganiseerd dat bijna niemand meer verantwoordelijk is voor de consequentie van zijn handelen. Een producent maakt een product, waarna – bij de verkoop ervan – de verantwoordelijkheid ervoor overgaat naar de consument. Met alle gevolgen van dien.
Zo merken de meeste consumenten dat het gebouw dat ze kochten, meer energie verbruikt dan hun leverancier had voorspeld. Illustratief is ook dat, volgens een vorig jaar verschenen rapport, in 70% van alle gebouwen in Nederland de installaties -ventilatie, verwarming, koeling,…- niet doen wat ze zouden moeten doen. En altijd is dan de opdrachtgever de klos, niet de veroorzaker.
Op basis van deze en aanverwante vaststellingen kom ik tot de, meest cruciale, spelregel één: iedereen moet – opnieuw- verantwoordelijk worden voor de consequenties van zijn handelen. Dat kan overigens ook uitdraaien op ‘benefits’: daarvan geef ik zodadelijk een voorbeeld.
Eerst spelregel twee: consumeren moet ‘performance based’ gebeuren. Het betekent dat we niet meer consumeren op eigendoms- maar op performance-basis: we gebruiken dingen in plaats van te verbruiken.
Zo heb ik drie jaar geleden Philips uitgenodigd op ons kantoor. Ik zei hen: ik wil licht en geen lampen, 300 lux, 1.260 uur per jaar, voor 1.000 m2. Jullie willen lampen gebruiken daarvoor? Ok, maar ze blijven jullie eigendom. De energie? Mij maakt het niet uit of je daarvoor nu rode wijn, witte wijn of elektriciteit gebruikt, als ik maar de door mij gevraagde ‘performance’ krijg: het licht.
Philips ging akkoord. Als nu de lampen stuk raken, krijgt Philips ze retour. En is hun levensduur lang, dan is dat een ‘benefit’: één waarvan Philips geniet. Voorts krijg ik geen stroomrekening.
Eveneens een mooi voorbeeld is een project dat we uitvoeren samen met Bosch, in de sociale huursector. Het zit zo. Lagere inkomensgroepen hebben doorgaans geen geld om een A+++ wasmachine te kopen. Dus die kopen troep! Gevolg is dat mensen een steeds hogere energierekening hebben en hun huur niet meer kunnen betalen. Maar wij zeggen: je krijgt van ons geen wasmachine; je krijgt van ons wasbeurten.
Dan spelregel drie: grondstoffen mogen in de toekomst niet meer verhandelbaar zijn. Enkel uitlenen mag. Reden is dat handel ertoe leidt dat we grondstoffen gebruiken alsof ze oneindig zijn.
Spelregel vier. We moeten alles drastisch belasten wat aantoonbaar waardeverminderend is voor de samenleving. Dus als iemand waarde onttrekt aan de samenleving, moet die daar belasting voor betalen. In plaats van btw – dus belasting op de toegevoegde waarde – moet er een bow komen: een belasting op onttrokken waarde.
Ik geef een voorbeeld. Onze samenleving verbrandt constant afval, in verbrandingsovens. Maar dat betekent dat we materiaal vernietigen dat never, never, nooit meer op deze aarde terugkomt! We moeten daarmee ophouden. Belasting moet daarbij een regulerend instrument zijn, dat voorkomt dat ooit nog iets verloren gaat.
Dan is er nog spelregel vijf. Die luidt: lever enkel een bouwvergunning af als aantoonbaar en minimaal energieneutraal gebouwd wordt.
Vervolgens, spelregel zes: arbeid niet meer belasten. Zeven miljard mensen worden iedere avond gratis opgeladen. Vol energie worden ze weer wakker. Die totale hoeveel arbeid is zo goed als oneindig… Dus ook daar weer: wat zich constant herstelt en in principe oneindig is, moet je niet belasten.
Zijn dat genoeg spelregels, of wil je er nog meer?
Wat betekent dit alles voor de ‘stad van de toekomst’?
Thomas Rau: Eigendom bestaat niet meer in de ‘stad van de toekomst’. Mensen hebben er geen auto meer, maar hebben toegang tot ‘mobiliteit’. Vandaag lenen ze een auto, morgen gaan ze met de trein, overmorgen te voet, en de dag erna met de fiets. Ze willen die vrijheid hebben.
Mensen kopen in zo’n stad ook geen huizen of andere gebouwen meer, maar definiëren ruimtes voor zich, op tijdelijke basis. Dit onder meer als gevolg van de snelle technologische evoluties. Kijk bijvoorbeeld hoe radicaal het onderwijs is veranderd. Mijn zoon krijgt op de middelbare school enkel nog een MacBook. Op tafel schrijven, zoals vroeger, hoeft hij niet. Zijn school heeft geen boekenkast meer nodig, maar ander meubilair. De klasgrootte is anders, je moet er anders met het daglicht omgaan omdat het licht anders storende reflecties veroorzaakt,… de huidige gebouwen kunnen dat nog nauwelijks faciliteren.
We moeten dus meer denken in termen van kortcyclische gebouwen, die er 10 à 15 jaar staan. Daarom is het belangrijk dat gebouwen een ‘grondstoffendepot’ worden, zodat geen waarden worden vernietigd als mensen er weer afscheid van nemen.
Ik pleit er zelfs voor dat we niet alleen onze architectuur, maar élk product zo maken dat het een grondstoffendepot wordt. We deponeren dan tijdelijk grondstoffen in de vorm van een auto, koffiezetapparaat,…
Zodra we die auto, dat koffiezetapparaat,… niet meer nodig hebben, of de behoeftes veranderen, of het niet meer innovatief is, gaan ze terug naar de producent die het zodanig kan ontmantelen dat alle grondstoffen weer ter beschikking komen voor nieuwe producten.
Eigenlijk leven we in een roofbouwmaatschappij, die moet evolueren naar een oogstmaatschappij. Dus we moeten kijken van: wat moeten we zaaien, hoeveel, in welke context,… En als we niet méér kunnen oogsten? Tja, dat is het dan. We moeten leren denken in begrenzingen.
Want besef: arbeid is er genoeg, en energie -zon, wind- eveneens. Maar onze grondstoffen en materialen? Die zijn eindig.
Kortom: reik nieuwe spelregels aan. Dan zullen de mensen wel een nieuw spel gaan spelen…
Koen Vandepopuliere
Dit interview verscheen eerder op Argusactueel.be