Voor de derde keer is mij gevraagd een column voor te dragen op Springtij. Twee jaar geleden heb ik ingezoomd op de participatieve samenleving. Ik wist toen nog niet dat die zo heette, maar als je rondkeek zag je overal vrolijk stemmende groene initiatieven opbloeien. Niet gestuurd van bovenaf, maar ontsproten aan de energie van burgers, organisaties en bedrijfjes. Daar werd ik vrolijk van en jullie kennelijk ook.
Vorig jaar heb ik in deze betonningsloods een verhaal gehouden over de gunfactor. Ik probeerde te duiden waar het onvermogen van de groene beweging vandaan kwam om gezamenlijk betekenisvolle stappen te zetten. Kortom, om die leuke, groene initiatiefjes op te schalen naar game- of business changers. Ik zag teveel ieder voor zich en te weinig ‘gunnen’. Transitie vraagt om verbindend samenwerken, onbaatzuchtig gericht op het doel.
Dit jaar wil Springtij een fundamentele stap zetten gericht op de groene omslag. Het tipping point voorbij. Van analyse naar actie.
Maken we nu voldoende progressie? Ja en nee. Ja, want er is een groeiende groep van ca. 40-50% consumenten die steeds bewuster groene producten koopt. En die groep is ondanks de crisis overeind gebleven. Groene producten en eerlijk voedsel worden steeds trendiër. Een mooi voorbeeld zien we bij vleesconsumptie. Toen ik in Wageningen studeerde, hadden we een poster hangen met de welluidende tekst: ‘Minder vlees mevrouw, u weet wel waarom’. Dat was 1972. De afgelopen veertig jaar hebben we de consumptie van vlees alleen maar zien stijgen. Van 64 tot 86 kilo. Maar de afgelopen twee jaren is die trend gekeerd. De consumptie daalt.
Geholpen door het inzicht dat die grote, goedkope steak wel een heel ellendig leven gehad heeft. En dat er nu alternatieve producten op de markt zijn die minstens zo lekker smaken en gezonder zijn. Zelfs Mora adverteert met vega kipsaté. Dat heet nu echt een tipping point.
Dat zie je ook in die participatieve samenleving. Ongeveer 80% van de burgers is bereid zich in te zetten om de buurt bij elkaar te houden. Of het nu gaat om burenhulp, energiecollectieven of op vrijwillige basis een winkel draaien.
Zo’n 10% van degenen die participeren in de burgerij behoort tot de welvarende klasse. Die spelen een voorhoederol. Daar tegenover staat dat er een ongeveer even grote groep is die rijk is en wiens grootste zorg het is dat in stand te houden. Die heeft lak aan participatie, te druk, geen tijd. Maar ‘overall gesproken’ wint participatie aan kracht. Het besef komt boven drijven dat we gezamenlijk de samenleving vormen en die dus ook vorm moeten geven. En dat we dat lokaal vaak beter en kleurrijker kunnen dan centraal. De overheid ziet dat wel, maar accepteert nog niet dat zij minder inhalig moet zijn.
Je kan als participerend burger je geld immers maar één keer uitgeven. En het blijft natuurlijk onverteerbaar dat de puissant rijken en tal van multinationals nagenoeg niets aan de overheid hoeven af te dragen. Maar ook hier is sprake van verandering, met dank aan de journalistiek en een aantal kritische economen. Ook hier naderen we een tipping point.
Een ander positief stemmend feit. Veel van de bedrijven waarvoor we werken piekeren er niet over om hun inspanningen op CSR (Corporate Social Responsibility) af te bouwen. Zij zien dat juist als investeren in de toekomst. In de energie van hun medewerkers, in innovatieve concepten en gedreven en meer betekenisvolle business. Soms worden investeringen door de crisis wat uitgesteld, maar even vaak ook naar voren gehaald om de concurrentie nu alvast een groene stap voor te zijn. Tien jaar terug was het aantal succesvolle voorbeelden van groene innovaties op de vingers van één hand te tellen. Nu zijn er honderden, die bewezen succesvol zijn.
Een mooi voorbeeld is Tesla, producent van de eerste volwaardige elektrische auto. In het voorjaar had ik een gesprek met mijn accountmanager van de bank of het niet aardig was wat aandelen Tesla te kopen. De koers van het aandeel stond rond de 30 euro. De bank was zeer beslist in haar negatieve advies. Tesla was veel te speculatief.
Twee maanden later bleek de koers rond het dubbele te liggen met een doorgroei naar zo’n 170 euro nu. Volgens de Amerikaanse consumentenbond is het Tesla model S de beste auto die ze ooit getest hebben!! Die Tesla is voor ons gewone stervelingen nog een beetje duur. Alhoewel: als je zo’n duizend aandelen gekocht had in maart en die zou je nu verkopen, dan had je nu mooi gratis gereden. In de duurste versie. Ook op het punt elektrisch vervoer zitten we m.i. rond het tipping point.
Datzelfde positieve gevoel gaat op voor zonne-energie, plantaardige bouwstenen voor de chemische industrie, slimme verlichting, duurzame cacao, koffie, etc.
Maar als de balans zo positief is, waarom is dan toch actie nodig? Simpel omdat de output van onze initiatieven voorlopig te gering is. Maar vooral omdat juist nu het tipping point, het draagvlak voor de groene transitie, onder druk komt te staan. De eerste aanvallen op het energieakkoord van Bouwend, of moet ik zeggen behoudend Nederland, zijn al zichtbaar. De week voor de lancering van het IPCC-rapport stonden de kranten vol met antiberichten zoals in de NRC.
Nog een maatschappelijk signaal: volgens Maurice de Hond heeft de PvdA in peilingen nu 10 zetels, een historisch dieptepunt, en de PVV 33. Door de Zembla-uitzending over mogelijke fraude met het ‘Beter Leven Vlees’ zijn de supermarkten bevreesd dat de verkoop, door gebrek aan vertrouwen, in het keurmerk in zal storten. En het bericht in het FD, dat Nuon bijna een decennium lang Natuurstroomgeld van ca. 200.000 klanten gebruikt heeft als extra budget voor haar reguliere marketing, deed mij in alle gemoede afvragen of er nog wel iemand te vertrouwen is.
Het is bij een samenleving in transitie o zo makkelijk twijfel te zaaien. Ik vrees dat het niet alleen gaat om twijfel door toegenomen transparantie, maar ook om het ontbreken van een moreel kompas. Let op: twijfel zet het tipping point vast in de oude stand.
Op het punt van vertrouwen moeten we dus een tipping point forceren!! Het gaat daarbij om meer dan alleen de groene transitie. Het gaat om het fundament van een collectieve samenleving. Het herstel van vertrouwen in elkaar. In een samenleving die niet geregeerd wordt door angst. Een samenleving waar je gewoon afspraken met elkaar kunt maken. Waarbij geld weer gezien wordt als middel en niet als doel dat alle middelen heiligt. Waarin we ook weer niet naïef moeten zijn. Want er is veel te veel evil. Een samenleving dus waarin we ons baseren op bewezen vertrouwen. Waarbij we kiezen voor ketens, schaalgroottes en uiteindelijk mensen bij wie we dit nog kunnen overzien. En zo, in vertrouwen, kunnen bouwen aan het doen omslaan van de groene tipping points.
Marcel Schuttelaar