Laatst was ik op bezoek bij een Irakese vriend. Deze man, een arts, moest vijf jaar geleden halsoverkop zijn land verlaten en is naar Nederland gevlucht. Het zal niemand verbazen dat de eerste maanden in Nederland voor hem een enorme cultuurshock meebrachten. Als je in Irak met het openbaar vervoer reist, ga je naast iemand zitten (al is het een wildvreemde en al barst het van de lege plaatsen) en maak je contact. Hoe het hier gaat, hoef ik niemand te vertellen. Op straat heeft mijn vriend in het begin nog wel geprobeerd om vriendelijk te groeten, of glimlachend naar voorbijgangers te knikken. Daarmee is hij snel gestopt. Inmiddels heeft hij zich de Nederlandse cultuur aardig eigen gemaakt en weet hij hoe we hier ‘samen’leven. Daar komt bij dat ook aan familiebanden tegenwoordig nog maar weinig waarde wordt gehecht. Hij vindt het armoede.
We leven in een individualistische maatschappij. Daarnaast zijn we, gedreven door de ‘ideologie’ van het kapitalisme, steeds meer en meer gaan consumeren. ‘Economische groei’ en ‘welvaart’, dáár gaat het om. Welvaart en welzijn zijn echt niet hetzelfde en hangen in onze samenleving ook niet of nauwelijks meer samen. Dat hoor je echter niet in de media. Economische groei voor alles. En wij als consument worden aan alle kanten aangespoord om toch vooral maar te blijven consumeren. Dat komt goed uit, want hoe moeten we anders die diepe innerlijke leegte opvullen?
Gelukkig begint langzaam bij steeds meer mensen het inzicht te dagen dat deze weg een doodlopende is. Dat die zucht naar méér niet zaligmakend is en zeker niet ten koste van alles. Dat we ook een verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van Moeder Aarde. En dat die onrust diep van binnen eigenlijk alleen maar groeit. En niet ophoudt als we, gezeten op ons mooie nieuwe bankstel, onszelf nog maar een glaasje wijn inschenken.
De weg naar een verbonden samenleving begint bij jezelf. Een groeiende groep mensen beseft dit. Dit is te zien aan de vele initiatieven die zich ontplooien waarbij meer bewuste keuzes centraal staan en mensen elkaar weer opzoeken om de handen ineen te slaan. Wie zich erin verdiept, kan vele projecten, kleine, maar ook grotere vinden die staan voor duurzaamheid en meer ‘samen’.
Zo zijn er in Nederland in meer dan zeventig plaatsen transitiegroepen actief, onder het collectief Transition Towns. Zij hebben tientallen projecten, onder andere op het gebied van voedsel: eetbare steden, voedselcollectieven, (buurt)-moestuinen e.d. We zijn namelijk niet alleen de verbinding met elkaar, maar ook met de natuur en ons voedsel kwijtgeraakt. Uit de grote interesse voor dit soort projecten blijkt de behoefte om dit contact weer bewust te vernieuwen.
Dit kan ook op een andere manier: in Olst is een wijk met 23 aardehuizen in aanbouw. Deze huizen worden bijna letterlijk uit de aarde opgetrokken. Ze zijn bovendien zelfvoorzienend in energie en water.
Op veel plaatsen worden trouwens ecologische wijken gebouwd, waar de mensen elkaar vaak ook meer opzoeken. Het concept ‘centraal wonen’ bestaat al langer, maar er ontspruiten steeds meer gemeenschappelijk-wonen projecten of kleine leefgemeenschappen. Ook bij 60-plussers zie je dat ze zich (noodgedwongen) verenigen om een goede oudedagvoorziening gezamenlijk vorm te geven. Eigenlijk een heel mooie ontwikkeling: want waar vinden we meer vereenzaming dan onder de oudere generatie? ‘Kilimanjaro wonen’ is een prachtig Eindhovens initiatief dat deze groep hierbij wil ondersteunen.
Daarnaast zijn er ook in ons land een aantal serieuze ecodorp-initiatieven. Ecodorp Bergen heeft de primeur: zij hebben in mei 2013 grond aangekocht en zijn als eerste echt van start. Voor de meesten van ons, kinderen van deze cultuur, is het een hele weg om ‘leven in verbinding’ werkelijk in de praktijk te brengen. Het is een proces dat gepaard gaat met vallen en opstaan. Toch zijn verschillende groepen actief om hun ideaal te verwezenlijken. Niet allemaal zullen ze de eindstreep halen. Maar de weg is ingeslagen.
Toen ik over dit soort projecten vertelde aan mijn inmiddels goed geïntegreerde Irakese vriend, reageerde hij sceptisch. Hij geloofde niet dat zo’n omslag mogelijk is en dat de grote gemene deler daar echt niet zit. Ik antwoordde hoe diep deze cultuur van ‘ik’ en ‘hebben’ ook in mij geworteld is. Dat ik, in elke keuze die ik maak, daarin iets te overwinnen heb. Maar dat het oude bijna niet meer vol te houden is, wil ik trouw zijn aan mezelf en aan dat diepe gevoel van binnen. En dat dit is wat ieder van ons kan doen: onze verantwoordelijkheid nemen. Gelukkig zijn er steeds meer van die idealisten. En voor elk project geldt dat de weg misschien wel net zo belangrijk is als het doel.
door Patricia Waijers
Dit artikel dingt mee naar de prijs voor Beste Schrijftalent 2013. Stem via Facebook like en stuur het door via Twitter met #schrijftalent!