Uit alle hoeken van de samenleven worden de onderhandelaars Mark Rutte, Alexander Pechtold, Jesse Klaver en Sybrand Buma, opgeroepen om toch maar zoveel mogelijk in te zetten op een duidelijk duurzaam en klimaatvriendelijk regeerakkoord. We willen weer in de kopgroep van de groene koers fietsen, is de boodschap. De toon suggereert dat de mogelijkheden van al die partijen om zich nog duurzamer te gedragen dan ze al doen, zijn uitgeput. Zonder steun van de overheid komen we niet verder klinkt het. Maar is dat wel zo?
Bedrijven vragen om heldere regelgeving en het centraal stellen van de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Dat klinkt zo menslievend en groen dat daar niemand tegen kan zijn, en dat is natuurlijk ook zo. Toch kun je daar wel wat kanttekeningen bij plaatsen. Want er is niets wat bedrijven in de weg staat om hier en nu maatregelen te nemen die aan die doelen bijdragen. Sommige doen dat zelfs al.
Toch is vorig jaar de CO2 uitstoot in Nederland weer gestegen. Zijn nieuwe auto’s weer vervuilender geworden. Krijgen aandeelhouders actief advies om tegen duurzaamheid te stemmen. Worden mensen ontslagen om aandeelhouders nog meer winst toe te schuiven. Worden de overblijvende werkers tot burnout toe belast. Gaat de lobby voor destructieve pesticiden gewoon door. Wordt de belasting voor miljarden ontweken en worden de miljoenen-bonussen gewoon uitgekeerd.
Ook wetenschappers stelden een lijst van punten samen als concrete voorzet voor een nieuwe regeringsploeg. Maar ook daar valt wel wat op af te dingen. Want wie van de hooggeleerde dames en heren op die lijst is op de wetenschappelijke werkvloer niet (mede)verantwoordelijk voor de omstandigheden waaronder jonge wetenschappers voor nieuwe innovatieve kennis moeten gaan zorgen? Recent onderzoek laat zien dat zowat de helft van het talent voortijdig uitvalt met ernstige psychische en lichamelijke klachten als gevolg van extreme werk- en prestatiedruk.
Die zelfde wetenschap weet overigens de weg naar de politiek al prima te vinden als het gaat om het regelen van mogelijkheden om medewerkers eindeloos aan het lijntje te houden met ‘vaste aanstellingen van tijdelijke aard’. Het ontbreken van zekerheid en carrièreperspectief is een bekende en zware stressfactor.
Veel van de gevraagde maatregelen zijn gericht op het beperken van klimaatverandering. Maar het klimaat verandert als gevolg van ons gedrag. Als we blijven consumeren, reizen en eten als onverzadigbare veelvraten zal er weinig veranderen.
Gedrag is alles
Of het nu gaat om instellingen, bedrijven of burgers, uiteindelijk is een duurzame samenleving de uitkomst van duurzaam gedrag. Andersom zijn klimaatverandering, milieuvervuiling, uitsterven van soorten, epidemische burnout bij werknemers en ontbossing, allemaal gevolgen van niet-duurzaam gedrag. Dat geldt voor gedrag van de mensheid als soort, van groepen en organisaties en van individuen.
Dat gedrag kun je sturen, maar vreemd genoeg hoor je vrijwel niemand over reclame en pr als aandrijver van onduurzaam gedrag. De media staan irritant bol van de aanprijzingen van producten die vervuilen, verspillen of ongezond zijn. Al die reclame kost bedrijven vele miljarden. En ze kiezen er zelf voor om al die producten, waarvan ze weten welke invloed ze op klimaat, duurzaamheid en gezondheid hebben, aan te blijven prijzen. Omdat ze blijkbaar de intentie niet hebben om er minder van te gaan produceren.
Kortom, als we kijken naar het gedrag van veel vragende partijen ziet het er naar uit dat die zelf nog wel een tijdje vooruit kunnen met verduurzamen voordat ze vastlopen. Bedrijven en organisaties die wel consequent duurzaam bezig zijn halen daar overigens wel degelijk voordeel uit. Het beeld dat duurzaamheid niet zou lonen is al lang achterhaald.
Duurzaam gedrag kan echter alleen ontstaan wanneer de omstandigheden dat niet in de weg staan. Ongelijkheid en uitsluiting leiden tot wantrouwen, agressie en criminaliteit. Economische achterstelling maakt het mensen onmogelijk om duurzaam te consumeren. Uitbuiting maakt het onmogelijk voor mensen om zich te ontplooien en waarde te creëren.
Natuurlijk wil je ook een bestuur dat duurzame waarden aanstuurt, afdwingt en beschermt. Maar politici bedienen nu eenmaal de kiezers met de luidste vraag. Bedrijven zijn uitstekend georganiseerd om hun vraag luid en duidelijk op de stoep van het Binnenhof te deponeren. Die lobby gaat dan vooral over gunstiger omstandigheden voor het maken van meer winst. Minder belastingen, geen CO2heffing, geen rekeningrijden, geen statiegeld, geen hogere belasting op vervuilende producten, minder arbeidsbescherming.
De verdeelde burgers zijn vervolgens de klos: zij zijn aan de beurt voor meer participatie, minder banen, hogere belastingen, kortere uitkeringen, hogere zorgkosten, minder zorg. Ze worden rechtstreeks in hun bestaanszekerheid aangetast en zo in het defensief gedrongen. Wie denk dat een gemiddeld mens dan nog aan duurzaamheid toekomt is het contact met de werkelijkheid toch wel een beetje kwijt.
Het lijkt typerend voor de nieuwe werkelijkheid: het leggen van rookgordijnen door waarden als hun tegengestelde te vermommen. Nepnieuws is de nieuwe informatie. Alleenheerschappij is de nieuwe democratie. Geen stijl is het nieuwe fatsoen. In dat licht lijken de klimaatbedes van bedrijven en wetenschappers wel wat op de roep van kinderen om een slot op de snoeptrommel. Die kinderen bestaan niet. Dat is een oude wijsheid.
Peter van Vliet