Een groot statiegeldsysteem voor drankverpakkingen kan volledig worden betaald met de opbrengst van de ingezamelde materialen en het niet-geïnde statiegeld. Een uitgebreide studie in opdracht van de regering van Vlaanderen wijst er op dat statiegeldsystemen voor drankverpakkingen winstgevend kunnen zijn (en dus niet ‘peperduur’ zoals de Nederlandse Tweede Kamer in 2012 werd voorgehouden).
De Vlaamse studie berekende zowel de kosten als de opbrengsten in vier van de vijf varianten op rond de 3,5 cent per verpakking. Met alleen geautomatiseerde inname (de vijfde variant) halveren de kosten en ontstaat een winst van 2 cent per verpakking. Hier bovenop komt nog een forse winst voor de samenleving door minder opruimkosten.
België kent tot nog toe alleen statiegeld op bierflesjes, maar overweegt bredere invoering van statiegeld. In het Vlaamse coalitieakkoord werd vorig jaar afgesproken dat zou worden onderzocht wat de mogelijke impacts zijn van het invoeren van statiegeld op eenmalige drankverpakkingen. Onderzoeksbureau Technum heeft nu de verkennende studie uitgevoerd.
De kosten voor inname en transport, de opbrengsten van niet-geïnde statiegelden en de vermindering van zwerfvuil blijken het belangrijkst. De totale netto kosten van de onderzochte statiegeldsystemen zijn gering: drie van de vijf scenario’s zijn zelfs winstgevend. Het huidige – duurdere – Nederlandse systeem wordt getypeerd als relatief inefficiënt.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Statiegeldsystemen kostenneutraal of winstgevend
In opdracht van de Vlaamse regering richtte de studie zich nog niet op het bepalen van het ideale statiegeldsysteem, maar op het verkrijgen van inzicht in de te verwachten impacts en de bandbreedte daarom heen. In een vijftal statiegeldscenario’s werd daarom gevarieerd in het aantal drankverpakkingen en de organisatie van de terugname. Het statiegeldsysteem omvatte alle drankverpakkingen of alleen drankverpakkingen van minder dan 0,75 liter. En het nam alle verpakkingsmaterialen retour of uitsluitend PET-plastic en blik. In alle scenario’s werd uitgegaan van 25 eurocent statiegeld en in vier van de vijf scenario’s werd uitgegaan van 15% handmatige inname.
De bruto kosten voor de vijf statiegeldscenario’s werden berekend op een bedrag tussen de 36 en 95 miljoen euro, afhankelijk van de omvang van het statiegeldsysteem. Het gaat hierbij vooral om kosten op innamelocaties (65 à 70%) en voor transport (15 à 20%).
De kosten voor de vier scenario’s met 15% handmatige inname blijken – per verpakking – weinig te verschillen: de kosten (exclusief opbrengsten) zijn berekend op een bedrag tussen de 3,3 en 3,6 cent per verpakking. In het vijfde scenario werden de bruto systeemkosten berekend op slechts 1,7 cent per verpakking; hier vindt de inname uitsluitend plaats met statiegeldmachines (in de winkels groter dan 400 m2). Het gaat hierbij om alle PET-flessen en blikjes, maar bijvoorbeeld niet om drankenkartons en glazen flessen voor wijn.
Tegenover de bruto kosten voor het statiegeldsysteem staan forse opbrengsten van niet-geïnd statiegeld en materiaalopbrengsten. In alle scenario’s werd hiervoor een bedrag berekend van 3,3 à 3,7 cent per verpakking.
Diverse gevoeligheidsanalyses laten zien dat zowel de kosten als de opbrengsten afhankelijk zijn van aannames die nader onderzoek vergen, waarbij met name de noodzaak van handmatige inname op kleine verkooplocaties, het inzamelpercentage en de hoogte van het statiegeldbedrag relevant zijn.
Nederlands statiegeldsysteem “relatief inefficiënt”
In alle scenario’s rekent de Vlaamse studie met minstens twee keer zoveel statiegeldmachines per inwoner als er thans staan in Nederland. Het is dan ook zeer opmerkelijk dat uit deze studie blijkt dat zo’n statiegeldsysteem zichzelf betaalt of zelfs winstgevend is. Toen in 2012 in de Tweede Kamer werd gesproken over mogelijke afschaffing van statiegeld typeerde staatsecretaris Atsma het statiegeldsysteem nog als ‘peperduur’.
De Nederlandse Tweede Kamer is nu zeer geïnteresseerd in de resultaten van de Vlaamse studie; vorig jaar december werd met grote meerderheid een motie aangenomen die de nieuwe staatssecretaris van milieu verzocht o.a. hierover contact op te nemen met de Vlaamse regering en het parlement op de hoogte te houden.
Eén opmerking uit de Vlaamse studie is daarom extra interessant (pag. 29): “Het lijkt aangewezen om bij de ontwikkeling van een statiegeldsysteem in Vlaanderen de inzameling naar Duits (en Scandinavisch) model vorm te geven in plaats van het relatief inefficiënte Nederlandse systeem”.
De Vlaamse impactanalyse statiegeld is te vinden op de site van de VVSG (de Vlaamse VNG)