Eten, ons hele leven draait er om. Iedereen doet het, vaak maken we onze maaltijden zelf klaar, maar steeds minder mensen produceren de ingrediënten zelf. Toch zal het moeilijk zijn om ergens op de wereld een dorp te vinden waar geen boerderij staat of waar de bewoners niet aan landbouw doen. Je laten voeden is daarentegen een typisch stadsverschijnsel. Of was, beter gezegd. Want ook in de stad herontdekken steeds meer mensen de waarde van zelf voedsel produceren. Initiatieven schieten als paddestoelen uit de grond. Stadslandbouw is in.
Weten wat je eet is voor steeds meer mensen een belangrijk argument om andere keuzes te maken als het om voeding gaat. Daarnaast speelt duurzaamheid van voedingsproducten een grote rol bij onze keuze. Steeds meer mensen worden zich bewust van het feit dat onze huidige voedselvoorziening afhankelijk is van fossiele brandstoffen die langzaam maar zeker opraken. Milieudruk, peak oil, maar ook de effecten van eerlijke handel komen steeds dichter bij huis. Waar wordt je groenteboer beter van: een tomaat die de halve wereld heeft gezien of de tomaat uit de kas om de hoek? De winst delen met de teler, de opkoper, de transporteur, de vliegmaatschappij, de bank en de veiling? Of de winst delen met de tuinder zelf?
Geld blijft in de regio
In eerdere afleveringen zagen we al dat van een euro besteed bij een lokale ondernemer, drie keer meer geld in de regio blijft dan van die zelfde euro besteed bij een internationale keten. Als je daar lokale productie bij optelt, wordt dat effect nog veel groter. Juist bij voedsel liggen er grote kansen voor lokale productie; dat was immers van oudsher al zo. En veel van die infrastructuur is er nog steeds. De belangrijkste aanpassingen die gemaakt moeten worden zijn het vergroten van de diversiteit per bedrijf en een herschikking van de tussenhandel en de distributie.
Een grotere diversiteit in de productie maakt bedrijven in principe alleen maar stabieler, want zij worden minder afhankelijk van schommelingen in een enkele sector. Bovendien is dit ook beter voor biologische productie. Moderne technologie maakt het mogelijk om ook op kleinere schaal efficient te werken. Zo kan de spiraal naar steeds verdergaande schaalvergroting worden doorbroken. Meer kleinere bedrijven leveren per saldo ook meer werkgelegenheid op. Het is dus zoeken naar de juiste schaal.
Nieuwe kansen
Slim combineren van producten en methoden levert interessante nieuwe mogelijkheden op. Bijvoorbeeld het combineren van kweekvis met groenten: boven de kweekbassins voor de vissen worden rekken met groenten geplaatst. Het water uit de bassins wordt omhoog gepompt en stroomt door de wortels van de planten. Die nemen de afvalstoffen uit het water op als voeding, waarna het water schoon weer terugvloeit. Kweekcycli kunnen zo worden afgestemd dat er altijd een verkoopbaar product is.
Dit soort bedrijven kunnen zowel op het platteland als in de stad worden opgezet. Veel steden hebben oudere industrieterreinen die vernieuwd moeten worden, en vooral verduurzaamd. Die terreinen liggen vaak aan de rand van woonwijken. Daarmee zijn ze uitermate geschikt om productie van voedsel en directe verkoop te combineren. Door centrale ligging kunnen ze een grote rol spelen in het versterken van zowel de lokale economie als de sociale samenhang van wijken en stadsdelen. Als gevolg kan de voedselimport en -export in de loop van de tijd verminderd worden. Zelfvoorziening wordt key.
Groene webwinkel om de hoek
Voor het aanpassen van de tussenhandel en distributie liggen er grote kansen door toepassing van moderne communicatie en software: lokale producenten kunnen dagelijks de beschikbare producten aanmelden op een website; klanten plaatsen er hun bestelling en er wordt automatisch een optimale ophaal en bezorgroute voor de volgende dag opgesteld. Van boer naar winkel of zelfs direct van boer naar huis.
Regionale geldsystemen of ruilhandel kunnen dit soort regionale voedselvoorziening ondersteunen. Andere waardesystemen maken het mogelijk beter aan te sluiten bij onze beleving van kwaliteit. Want vooral binnen onze voedselketens wordt naast de materiële kant (voedingswaarde) steeds meer de immateriële kant (eerlijk, duurzaam) gewaardeerd. Dit biedt nieuwe kansen zowel op het platteland als in de stad.
Peter van Vliet en Martijn Jeroen van der Linden
Platform DSE