De industriële landbouw ligt al geruime tijd onder vuur voor haar aandeel in klimaatverandering, natuurschade en armoede onder boeren. Toch heeft de sector vrijwel niets ondernomen om de kwaliteit en duurzaamheid te verbeteren of om sociale misstanden te verminderen.
Dat mag geen verrassing zijn. Wereldwijd zijn er meer dan 570 miljoen boeren en 7 miljard consumenten. Toch controleert slechts een handjevol bedrijven de productieketen van de mondiale industriële landbouw – van het veld tot aan de kassa. Maar door de hoge winsten en de grote politieke macht van deze bedrijven is verandering van deze situatie niet in hun belang.
Concentratie van de markt
Bovendien stijgt de marktconcentratie in de landbouwsector nog steeds. De vraag naar landbouwgrondstoffen die nodig zijn voor (dier-)voeding en energieproductie blijft toenemen. De groei van de middenklasse in zuidelijke landen heeft consumptiepatronen veranderd. Dat drijft de mondiale vraag naar bewerkt voedsel op, wat een strijd om de markt tussen multinationale, chemische, en voedselbedrijven veroorzaakt.
De grootste spelers in deze sectoren zijn hun kleinere concurrenten al jaren aan het opkopen. Maar nu kopen ze ook elkaar, vaak met financiering van investeerders uit totaal andere sectoren.
Monopolie op GMO gewassen
Neem de zaden en agrochemische sectoren waar Bayer, de één na grootste producent van pesticiden ter wereld, voor 66 miljard euro Monsanto wil overnemen, de één na de grootste zadenproducent. Wanneer de Verenigde Staten en de Europese Unie de overname goedkeuren, wat waarschijnlijk lijkt, zullen slechts drie conglomeraten – Bayer-Monsanto, Dow-DuPont en ChemChina-Syngenta – controle hebben over 60% van de mondiale zaden- en agrochemische markt. ‘Baysanto’ alleen al zou de eigenaar worden van vrijwel elke genetisch gemodificeerde plant ter wereld.
Met andere grote fusies in het verschiet kan de mondiale landbouwmarkt er eind 2017 heel anders uitzien dan aan het begin van het jaar. Elk van de drie conglomeraten zal dichter bij zijn doel om de zaden- en pesticidenmarkt te domineren zijn gekomen. Daar aangekomen zijn ze in staat om voedselproductie, -prijzen, en -kwaliteit wereldwijd te dicteren.
Agrotech de nieuwe machtsfactor
De agrotechnische sector heeft met een aantal van dezelfde veranderingen als de zadensector te maken. De vijf grootste bedrijven zijn verantwoordelijk voor 65% van de markt, met John Deere als grootste. Voor 2015 meldde Deere & Company 29 miljard dollar omzet, meer dan de 25 miljard dollar die Monsanto en Bayer samen verdienden met de verkoop van zaden en pesticiden.
De grootste nieuwe kans voor voedselbedrijven ligt momenteel in de digitalisering van de landbouw. Dit proces staat nog in zijn kinderschoenen, maar krijgt steeds meer momentum, en zal uiteindelijk alle facetten van de industrie omvatten. Drones gaan pesticiden spuiten; vee krijgt sensoren om de hoeveelheid melk, beweegpatronen en voedselrantsoenering in kaart te brengen; tractoren worden bestuurd via gps en door apps gestuurde zaaimachines zullen de kwaliteit van de grond berekenen om de optimale afstand tussen zaaibedden en planten te bepalen.
Big Data is big business
Om het maximale uit deze nieuwe technologieën te halen gaan de bedrijven die de keten toch al domineren onderling samenwerken. De combinatie van ‘big data’ over bodemgesteldheid en weer, nieuwe landbouwtechnologieën, genetisch gemodificeerde gewassen, en nieuwe ontwikkelingen in de agrochemie zullen deze bedrijven helpen meer geld te besparen, natuurlijke hulpbronnen te beschermen, en oogstopbrengsten wereldwijd te verder op te voeren.
Dat is misschien goed nieuws is voor een aantal van de grootste bedrijven ter wereld. Maar het laat de milieu- en sociale problemen van de industriële landbouw onopgelost. De meeste boeren, vooral in het mondiale zuiden, zullen zich nooit dure digitale machinerie kunnen veroorloven. De slogan ‘groei of verdwijn’ zal vervangen worden door ‘digitaliseer of verdwijn.’ De ETC-groep, een Amerikaanse non-gouvernementele organisatie, heeft al een toekomstscenario geschetst waarin de grote landbouw tech-bedrijven boven komen drijven en de zaden- en pesticidenproducenten zullen overnemen. Op dat moment beslissen slechts een paar bedrijven over alles wat we eten.
Rijk worden van ziekmakers
Hetzelfde probleem van marktconcentratie doet zich ook voor in andere schakels in de keten, zoals bij handelaren in landbouwgoederen en supermarkten. En als de verwerking van voedsel nog niet op globale schaal gerealiseerd is wordt deze regionaal wel gedomineerd door firma’s als Unilever, Danone, Mondelez en Nestlé. Deze bedrijven verdienen meer geld aan volledig verwerkt gemaksvoedsel zoals diepvriespizza’s, soep uit blik, en kant-en-klare maaltijden, in plaats van vers.
Maar dit verdienmodel is ook nauw verbonden met obesitas, diabetes, en andere chronische ziekten. Nog erger is dat voedselbedrijven ook nog eens profiteren van de verspreiding van ziekten waarvoor ze gedeeltelijk verantwoordelijk zijn, door verwerkte voeding die is verrijkt met proteïnen, vitaminen, probiotica, en omega 3-vetzuren, als ‘gezond’ te marketen.
Uitbuiting van boeren gaat door
Ondertussen breiden grote bedrijven hun marktpositie verder uit ten koste van de basis van de productieketen: boeren en arbeiders. Regels van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) garanderen alle arbeiders het recht op organisatie, en ze verbieden kinder- en gedwongen arbeid en discriminatie op grond van ras of sekse. Maar overtredingen van arbeidswetgeving zijn de norm geworden. Inspanningen om ILO-regels af te dwingen worden vaak de kop ingedrukt. Leden van vakbonden worden routinematig bedreigd, ontslagen, en zelfs vermoord.
In dit vijandelijke klimaat worden minimumlonen, betaling voor overwerk en veiligheidsnormen op de werkplek openlijk genegeerd. En vrouwen zijn in het bijzonder in het nadeel omdat ze nog minder betaald krijgen dan mannen en het vaak moeten doen met seizoens- of tijdelijk werk.
De helft van de 800 miljoen hongerende mensen op de wereld bestaat uit kleine boeren of arbeiders verbonden aan de landbouwsector. Hun lot zal waarschijnlijk niet verbeteren als de weinige bedrijven die de sector nu al domineren, nog machtiger worden.
Christine Chemnitz