Onze economie moet groeien. Daarom pompt de Europese Centrale Bank onder leiding van voorzitter Mario Draghi elke maand met een muisklik 80 miljard euro in de Europese economie. Waar wordt dat enorme virtuele bedrag voor gebruikt? En wat zijn de effecten van deze geldinjecties?
De economie van de eurozone is gebaseerd op groei en als die uitblijft kijken de verschillende Europese regeringen vroeg of laat naar Frankfurt. Daar zetelt Mario Draghi met zijn Europese Centrale Bank (ECB). De ECB heeft een aantal instrumenten in handen om de koers van de euro en de rente te sturen, en zo, hopelijk, de Europese economie aan te jagen. Maar de laatste jaren lukte dat maar matig.
Omdat de rente al geruime tijd extreem laag staat, is de gereedschapskist van de ECB bijna leeg. Een kleine twee jaar geleden besloot Draghi daarom tot een draconische maatregel: de digitale geldpersen aanzetten. Met een simpele muisklik creëert de ECB elke maand 80 miljard euro. Die 80 miljard verdwijnt geruisloos in het financiële systeem. Daar wordt het virtueel gecreëerde geld gebruikt om staats- en bedrijfsobligaties van banken, verzekeraars en institutionele beleggers te kopen. Zij moeten het geld vervolgens weer in de reële economie brengen.
Maarten Schinkel, economieredacteur van NRC Handelsblad, volgt het spoor van het gecreëerde geld en onderzoekt de effecten van Draghi’s maandelijkse geldinjecties. Welke bijeffecten heeft dit gigantische monetaire experiment? En waarom lijken die talloze miljarden tot nu toe elke economische theorie te tarten?
Regie: Martijn Kieft
Voor meer informatie: vpro.nl/tegenlicht