Wie gaat er opdraaien voor de kosten van de coronacrisis? En hoe gaan we straks verder? Nederland is nu een belastingparadijs voor de superrijken. Ondertussen staat de publieke sector al jaren onder druk; scholen komen geld en leraren tekort, de politie zit klem en verpleegkundigen draaien overuren voor een karig salaris. Dankzij het coronavirus weten we weer hoe cruciaal die onderbetaalde beroepen zijn. Is deze crisis ook een kans om straks met het economisch herstel in te zetten op een stevige publieke sector?
“Belastingen, belastingen, de rest is bullshit!”, riep Rutger Bregman vorig jaar op het World Economic Forum in Davos, waar de superrijken zich hadden verzameld voor hun jaarlijkse onderonsje. Daarmee wees hij de hele wereld op een pijnlijk feit: de superrijken betalen véél te weinig belasting en dragen daarmee bij aan de toenemende ongelijkheid en aan de armoede van de publieke dienstverlening.
Belastingparadijs
Nederland is een belastingparadijs voor de superrijken. Filantropen geven gul, maar ontwijken vaak de normale belastingen. Volgens de Amerikaans schrijver en politiek analist Anand Giridharadas is deze liefdadigheid een sigaar uit eigen doos: “Veel rijke mensen geven liever tien miljoen aan goede doelen dan vijf miljoen aan belastingen. Filantropie in de VS omvat meer dan $400 miljard per jaar.” Waarom belasten we de rijken niet net als de gewone burgers? En wat zou het opleveren als we dat wel zouden doen?
In een pleidooi in de Tweede Kamer legt Giridharadas glashelder uit welke rol Nederland in de wereld speelt als belastingparadijs. “In mijn land zijn er kinderen die geen ziekenzorg krijgen, omdat jullie land als belastingparadijs optreedt voor Amerikaanse bedrijven”. Het geld dat bedrijven als Facebook en Google in Amerika hadden moeten betalen aan winstbelasting, lekt weg door dubieuze belastingconstructies.
Maar ook in Nederland staat de publieke sector onder druk: scholen komen geld en leraren te kort, de politie zit klem en verpleegkundigen draaien overuren voor een karig salaris.
De grenzen van rijkdom
Aristoteles beweerde reeds in zijn Politica dat het noodzakelijk is dat rijkdom een grens kent. “Want”, stelt hij, “zodra iemand zich bezighoudt met vermogensvermeerdering zal hij snel proberen zijn kapitaal tot in het oneindige te vergroten en dat dient geen enkel doel”. Het wordt tijd om deze stelling opnieuw serieus te bekijken.
Ingrid Robeyns (hoogleraar ethiek) onderzoekt het nut en de mogelijkheid van een bovengrens voor vermogens: “Acht procent van de huishoudens in Nederland leeft in armoede, terwijl tegelijk mensen van extreme rijkdom kunnen genieten. Dat is niet alleen triest en onrechtvaardig, maar ook een slechte besteding van de middelen”.
Tegenlicht onderzoekt het verband tussen belastingontwijking door de rijken en de schrijnende tekorten in de publieke sector, zoals het onderwijs en de zorg.
Met o.a.:
- Anand Giridharadas, Amerikaans schrijver en politiek analist
- Prof. Dr. Ingrid Robeyns, hoogleraar Ethiek van Instituties, Universiteit van Utrecht
Regie: Britta Hosman
Research: Henneke Hagen
Eindredactie: Bregtje van der Haak & Doke Romeijn