Estelle Becker Costanzo werkt al sinds haar 15e in verschillende restaurants in Pittsburgh, USA. Nu,op haar 56e, serveert ze eten bij The Capital Grille, een baan waar ze trots op is. “Dit is een goede baan vergeleken met de rest van de restaurantbusiness”, vertelt ze. Toch heeft ze nauwelijks genoeg geld om in haar basisbehoeften te voorzien, omdat haar loon al 25 jaar 2 dollar en 83 cent per uur bedraagt. “In het begin waren de fooien goed voor de helft van onze inkomsten. Nu is dat bijna 100 procent. “
Kristy Milland uit Toronto (Canada) denkt veel over de toekomst. Net als Costanzo, hing haar inkomen lange tijd af van hoeveel de mensen die ze bediende wilden betalen. Maar ze werkte niet in restaurants of kreeg uitbetaald in fooi. Ze heeft zelfs nog nooit een van haar vele klanten ontmoet. Milland is een van de mogelijk half miljoen mensen die nu werken voor Amazon Mechanical Turk (MTurk), één van de grootste werkgevers in de schnabbel-economie van het netwerk van platforms, zoals ook Uber of Handy, die mensen aan klussen koppelen.
Turkers, zoals ze zichzelf noemen, verbinden zich met “aanvragers”, werkgevers die een vaste vergoeding bieden in ruil voor een klus. Amazon werft Turkers als “kunstmatige intelligentie”. Zij doen klussen die computers niet goed kunnen uitvoeren: gesproken tekst uitschrijven, afbeeldingen categoriseren, of ze dienen als onderwerp voor wetenschappelijke experimenten. De betaling varieert van een paar cent tot enkele dollars voor taken die seconden tot uren duren. Hoewel de lonen laag zijn, is de concurrentie hevig. “Soms krijg ik midden in de nacht een tekst en kom ik uit bed om te beginnen”, zegt Milland. Om een redelijk dagloon te hebben, werkt ze soms 17 uur achter elkaar. Maar er zijn ook weken zonder werk. Helaas is dat geen vakantie. “Dan ben ik alsnog 17 uur per dag werk aan het zoeken,” zegt ze.
Zelfs wanneer het werk stabiel zou zijn, weet Milland nog niet zeker of ze betaald krijgt. Aanvragers kunnen het werk gewoon weigeren zonder uitleg; een andere Turker neemt de teruggegeven klus dan aan. Vaak binnen een paar seconden.
Werken zonder bescherming
Wat een schnabbelaar als Milland en Costanzo met haar fooien gemeen hebben is dat hun werksituatie oneerlijk is: hun inkomen, de hoeveelheid werk, het vermogen om te voldoen aan de basisbehoeften zijn onzeker en, in toenemende mate, onbeschermd. Dit gebrek aan veiligheid houdt zichzelf in stand. Mensen die zich richten op het vinden en behouden van werk, kunnen het zich niet veroorloven zich te organiseren voor betere omstandigheden.
Met de komst van deze platforms wordt het voor iedereen lastiger in de toekomst. Leraren, artsen, advocaten, accountants, programmeurs, ontwerpers, schrijvers, journalisten: iedereen gaat voortaan elke ochtend naar een online platform om 17 uur lang naar werk te zoeken. Turkers werken al in de arbeidsmarkt van de toekomst, en ze brengen slecht nieuws mee.
Voor de eigenaren van de platforms is onzekerheid het product. In een open brief aan de Europese Unie betoogt een consortium van 47 platformbedrijven tegen regelgeving voor de branche. Ze beschrijven zichzelf als “vernieuwers” die “waardeketenen hermodelleren”. Aan de Millands van deze wereld beloven ze “nieuwe bronnen van inkomsten, micro-ondernemerschap en flexibel werken”. Met andere woorden: meer onzekerheid.
Bedrijven hebben altijd al geprobeerd onzekerheid te creëren. Wat is er nu zo anders aan dan? De technologieën die de oude manieren van werkgelegenheid ondermijnen, maken ook nieuwe manieren mogelijk.
Coöperatie als oplossing
Werkenden kunnen wel zelf iets ondernemen: bijvoorbeeld platforms creëren die ze zelf runnen. Trebor Scholz, universitair hoofddocent cultuur en media aan de New School in New York City, is hier een groot voorstander van. Hij vindt dat de huidige manier van werken van de platforms geen vooruitgang biedt. “Hoe kan iets innovatief zijn, als het alleen maar ten goede komt aan 50 mensen in Silicon Valley?”, vraagt hij zich af. Scholz ziet de verhuizing van werkzaamheden naar platforms als een kans om te bouwen aan nieuwe diensten die niet alleen van de ontwerpers zijn, maar van iedereen die er gebruik van maakt. “Door het eigenaarschap te delen is er meer controle.” Deze zogenoemde coöperatieve platforms zullen hun werkenden waarschijnlijk beter behandelen, zijn goede leden van de gemeenschap en genereren gedeelde welvaart.
Dit idee is gebaseerd op coöperaties die eigendom zijn van de werkers. Deze bleken in het verleden succesvol te kunnen opereren. In het algemeen zijn coöperaties succesvol als ze worden beschermd tegen concurrentie met bedrijven; bijvoorbeeld door de geografische ligging, regelgeving of cultuur. Zo hebben in diverse steden in de Verenigde Staten tientallen jaren verschillende taxicoöperaties gefloreerd. Maar terwijl deze diensten lokaal een niche kunnen zijn, hebben ze niet de ambitie, middelen en zichtbaarheid van een wereldwijd platform als Uber.
Dystopie of déjà vu?
Scholz heeft als doel om veel verschillende soorten coöperaties te koppelen aan een gemeenschap van netwerken; een ecosysteem waar voedselcoöperaties samenwerken met startups en sociale coöperaties. “Het is wel van belang, dat deze samenwerking deel uitmaakt van een politieke beweging die voldoende kracht en macht heeft om de regelgeving en wetgeving te beïnvloeden”, aldus Scholz. Volgens Scholz ontstaat zo een heel andere economie, waarin de middelen worden toegewezen en gedeeld via platforms. Deze platforms zijn onderdeel van de markt, maar functioneren ook als een beveiliging, bijvoorbeeld door het verstrekken van wederzijdse garanties van materiële steun. Werkers van coöperatieve schnabbel-platforms zouden bijvoorbeeld aandelen kunnen verdienen van de voedingscoöperatie. In deze wereld is iedereen eigenaar en worden de voordelen van innovatie altijd gedeeld.
De schnabbel-economie wordt vaak gezien als de dystopische (of anti-utopische) toekomst op het gebied van werk. Maar de economische principes die eraan ten grondslag liggen zijn niet echt nieuw. Wat wel nieuw is, is het wereldwijde netwerk niet alleen zorgt voor de huidige golf van verlies van inkomen, maar ook voor ongeëvenaarde verbinding en bijna ongelimiteerd bereik. Verbondenheid van werkers alleen zal geen revolutie zal veroorzaken, maar er kan er wel op ongekende schaal gecoördineerd en gebouwd worden aan een eerlijker systeem. En dat op een inclusieve en democratische manier.
Scholz is het eens met de stelling dat niemand nog weet waar platforms ons zullen brengen. “Ik ben net zo benieuwd als iedereen over wat er zal gebeuren.”