Jeroen Trommelen, journalist bij de Volkskrant, verklaarde vorige week de groene revolutie tot mislukt. Dat deed hij in een bijdrage op 14 maart, waarin hij een uitgebreide lijst van voorbeelden liet zien van fossiel energieverbruik dat maar blijft zorgen voor stijgende CO2 emissies. De rest van de wereld zorgt er voor dat de inspanningen in Europa om deze terug te dringen eigenlijk nauwelijks bijdragen.
Voldoende reden dus om je schrap te zetten voor het moment dat de gemiddelde temperatuurstijging door de 2-gradengrens heen breekt, want dat lijkt nu toch echt onafwendbaar. Maar het is rijkelijk voorbarig om een revolutie af te schieten die nog niet eens begonnen is.
Echte revoluties branden pas los als grote groepen mensen het water liefst tot over de lippen staat. Dat leert de geschiedenis telkens opnieuw. En van dat punt zijn we nog ver verwijderd, zolang we ons de luxe nog kunnen permitteren om te bakkeleien over een procentje meer of minder economische groei. Of zolang we het energieverbruik dat nodig is voor de productie van de spullen die we gewoon blijven kopen, nog kunnen exporteren naar verre landen die we daar vervolgens voor aan de schandpaal nagelen.
Het gedrag van de mens is van nature behoudend, dus laten we onze gewoonten niet eerder los dan dat er letterlijk doden vallen. Zoals bij de grote vervuilingschandalen in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw, die het begin markeerden van de milieubeweging. En zoals we nu in China zien, waar pas actie werd ondernomen toen de aantallen slachtoffers zo groot werden dat ze niet meer verborgen konden worden.
Bovendien is de horizon van de mens kort, zowel in afstand als in tijd. Wat vandaag in de eigen tuin voorvalt daar willen we nog wel op reageren. Maar wat verderop of volgend jaar misschien gebeurt, daar verspillen we liever geen energie aan.
En dan is er nog complexiteit, de onderlinge samenhang van alles met alles, die nog eens exponentieel wordt uitvergroot door het continu informatiebombardement via elektronische media. Doorlopend zoveel informatie verwerken, daar zijn onze hersenen door de evolutie helemaal niet op voorbereid.
Gestapelde problemen
Onze samenleving wordt per seconde complexer en de problemen stapelen zich in een niet bij te houden tempo op. We raken zo steeds verder achterop met het verzinnen van oplossingen, waarvan de meeste uiteindelijk weer nieuwe, onvoorziene problemen opleveren. In vroeger tijden zochten we gewoon een vers stuk land op als het oude leeggeroofd was. Die rek is er met een volle aardbol inmiddels ook uit.
Het overmatige gebruik van fossiele energie dat Jeroen Trommelen belicht is uiteindelijk maar één symptoom van een maatschappijmodel dat zichzelf al ver heeft overleefd. Het gaat onder aan de streep om de manier waarop we onszelf hebben georganiseerd, zowel economisch als politiek. De denkbeelden en uitgangspunten waarop deze zijn gebaseerd zijn met hun meer dan tweehonderd jaar ruim over de houdbaarheidsdatum heen. Dat wordt pijnlijk merkbaar nu het er op aan komt problemen concreet op te lossen, in plaats van te palaveren volgens welke ideologie we dat gaan doen.
Wie een beetje rondkijkt in de wereld ziet dat er voor vrijwel alle huidige bedreigingen en problemen, concrete technische oplossingen bestaan. Veel mensen en bedrijven werken daar ook al mee. En we beschikken over de rekenkracht- en kunde om objectief te bepalen hoe de problemen het meest effectief voorkomen en aangepakt kunnen worden, met behoud van zoveel mogelijk zaken waar we waarde aan hechten.
Waar het fundamenteel fout gaat, constateert ook Trommelen terecht, is bij de politieke wil om zaken te veranderen.
Daar zijn veel oorzaken voor aan te wijzen, niet in de laatste plaats de lobbies van de gevestigde belangen. Het gebrek aan professionele kwaliteiten van individuele politici. De afstand van de politiek tot de dagelijkse werkelijkheid. Het onvermogen van kiezers om te doorgronden wat hun werkelijke belangen zijn. Of welke andere reden dan ook.
Die zelfde politieke onwil komen we ook tegen bij de andere grote problemen: de economische crisis, de financiële crisis, de toenemende ongelijkheid, de blijvende honger in meer dan de halve wereld, de imploderende biodiversiteit.
Uiteindelijk komen de gevolgen van de problemen onontkoombaar terecht op het bordje van burgers die baan, inkomen, huis en haard kwijtraken. Zoals bij de 25.000 inmiddels daklozen in New York, die het tv-journaal onlangs liet zien.
Wanneer de miserie maar voldoende mensen treft ontstaat vanzelf een voedingsbodem voor een revolutie. Dan gaat de politieke orde overhoop.
De beste manier om dat te voorkomen is om afscheid te nemen van de huidige politiek vóór dat de hel losbarst, en te vervangen door een systeem van bestuur dat gericht is op daadwerkelijk (h)erkennen, oplossen en voorkomen van problemen. Ook dat mag je best een revolutie noemen. Maar welke het ook wordt, de revolutie moet echt nog beginnen.
Peter van Vliet
[ Naschrift: natuurlijk begint de echte discussie bij de vraag: Hoe dan wel? Hebben we een alternatief voor het huidige politieke systeem? Daar zijn voldoende ideeën over in omloop. Denk aan een technocratische probleemoplossing gekoppeld aan een democratisch proces op basis van loting, dat de (lokale) uitwerking begeleidt. Nieuwe technologie gecombineerd met democratie zoals die in oorsprong was bedoeld. We gaan het er nog over hebben, maar schroom niet om hier de discussie vast op te starten. ]