Windmolens op zee blijven hun Europese opmars voortzetten, met vorig jaar dubbel zoveel investeringen als in 2014 en een verdubbeling van de geïnstalleerde capaciteit. Duitsland is de belangrijkste motor voor die groei, blijkt uit cijfers van de European Wind Energy Association (EWEA).
In Europa werd vorig jaar 13,3 miljard euro geïnvesteerd in windmolens op zee, een verdubbeling van het record in 2014. Er kwamen in datzelfde jaar 754 turbines bij met een totale capaciteit van meer dan 3 gigawatt, genoeg om ongeveer een miljoen gezinnen van stroom te voorzien. Het grootste deel van de groei – meer dan 2 gigawatt – kwam voor rekening van Duitsland.
Europa heeft nu voor 11 gigawatt aan windmolens op zee. Als ook de zes parken afgewerkt worden die momenteel in aanbouw zijn, klokt de totale capaciteit af op 12,9 gigawatt.
In absolute cijfers blijft Groot-Brittannië voorlopig Europees kampioen windenergie op zee met een totaal van 5 gigawatt. Duitsland volgt op de tweede plaats met iets meer dan 3 gigawatt. De Britten blijven waarschijnlijk nog even aan de leiding, omdat ze vorig jaar de meeste investeringen aantrokken, maar die moeten zich nog vertalen in windmolens.
Grotere turbines
Opvallend is dat de windmolens niet alleen toenemen in aantal, maar ook in grootte. De gemiddelde capaciteit van een turbine steeg in een jaar tijd van 3,7 naar 4,2 megawatt.
Het succes van 2015 was uitzonderlijk, omdat er vooral veel projecten werden aangesloten die vertraging hadden opgelopen. De EWEA verwacht dan ook dat 2016 een rustiger jaar wordt. “In 2016 zal er minder nieuwe capaciteit worden toegevoegd dan in 2015”, zegt Dickson. “Maar daarna zal die groei opnieuw toenemen. We kunnen rekenen op meer dan 20 gigawatt aan windenergie tegen 2020.”
Maar de echte vraag is volgens Dickson wat er na 2020 gebeurt. “De industrie boekt snel vooruitgang in het reduceren van de kosten”, zegt hij. “Maar we hebben behoefte aan regeringen die ons een duidelijke visie garanderen op de volumes die ze op langer termijn willen, en een duidelijke wetgeving die de nodige investeringen daarvoor mogelijk maakt. Ook een actieve samenwerking tussen regeringen is cruciaal, om bijvoorbeeld de sectoren in de Noordzee en Baltische Zee te ontwikkelen.”